Grundfos PS.R.05-17 Installation And Operating Instructions Manual page 15

6.1 In- en uitschakelniveaus
Het effectieve volume in de pompput moet zodanig groot zijn, dat
de pomp het maximaal toegestane aantal inschakelingen niet
overschrijdt. Zie de installatie- en bedieningsinstructies van de
pomp.
6.2 De pompregelaar installeren
Zie de installatie- en bedieningsinstructies van de pompregelaar.
Controleer of de pompregelaar is ontworpen voor de
geïnstalleerde pompen.
6.3 Vlotterschakelaars
Als vlotterschakelaars worden geselecteerd, kunnen deze worden
gemonteerd op een buis die uit de put kan worden getild. Hierdoor
kunnen de instellingen van de vlotterschakelaars gemakkelijk
gewijzigd worden.
De onderste vlotterschakelaar (de stopschakelaar) moet
de pomp uitschakelen voordat het vloeistofniveau in de
put daalt tot onder het minimumniveau van de pomp. Zie
de installatie- en bedieningsinstructies van de pomp.
De vlotterschakelaars afstellen
A Minimaal 300 mm
B 50 tot 100 mm
C Bedrijfsbereik 110 mm
Afstand B mag niet te groot zijn. Anders kan de
vlotterschakelaar gaan vastzitten in andere delen van de
opstelling.
6.4 Elektroden
Elektroden worden geleverd in een standaardlengte van 1 m. Pas
als er elektroden zijn geïnstalleerd de lengte van de kabels aan om
er zeker van te zijn dat zij op de juiste niveaus worden geactiveerd.
Wanneer de kabels tot de gewenste lengte zijn ingekort, stript u 10
tot 15 mm van de onderkant van de elektroden.
Buig, indien mogelijk, de elektroden van elkaar af. Papier en
soortgelijke voorwerpen kunnen anders tussen de staven komen
vastzitten en het signaal verstoren.
De elektroden worden geleverd met een kabel van 10 m.
Elektroden in een put met één pomp
Pos. Beschrijving
A Alarm: 32
S Start: 22
SL Het uitschakelniveau is afhankelijk van het pomptype.
C Gemeenschappelijk: 11
Elektroden in een put met twee pompen
Pos. Beschrijving
A Alarm: 42
S Start : 32
2 2
S Start : 22
1 1
SL Het uitschakelniveau is afhankelijk van het pomptype.
C Gemeenschappelijk: 11
A
S
SL
C
A
S
2
S
1
SL
C
143