De Draaibare Beitelhouder; Draaibeitel Selecteren (Fig. 8); Draaibeitel Inspannen (Fig. 9); Herstartbeveiliging - Proxxon FD 150/E Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 15

De draaibare beitelhouder

Draaibeitel selecteren (fig. 8)

Voor de juiste manier van draaien is het noodzakelijk dat:
• de goede draaibeitel voor het doel waarvoor hij bestemd is
wordt gekozen,
• de snijkant van de draaibeitel scherp is,
• de snijkant van de draaibeitel precies op "midden" staat
• en met het juiste toerental wordt gewerkt.
Hier vindt u de toerentaltypes die wij in onze toerentalset 24524
(toebehoren) hebben samengesteld:
Linker zijbeitels (a)
• worden gebruikt om in korte tijd zo veel mogelijk spanen in
de linker bewerkingsrichting af te steken, zonder rekening te
houden met de kwaliteit van het werkstukoppervlak.
Rechter zijbeitels (b)
• worden gebruikt om in korte tijd zo veel mogelijk spanen in
de rechter bewerkingsrichting af te steken, zonder rekening
te houden met de kwaliteit van het werkstukoppervlak.
Afruwbeitels (c)
• voor het grove voorwerk van werkstukken. Door de bijzon-
dere afslijping is deze beitel geschikt voor een hoge materi-
aalafname zonder grote eisen aan de oppervlaktekwaliteit.
Spitse beitels (d)
• worden gebruikt om bij geringe spaanafname een schoon
oppervlak te verkrijgen.
Afsteekbeitels (e)
• voor het insteken van groeven en voor het afkorten van werk-
stukken
Uitdraaibeitels (f)
• worden gebruikt voor het van binnenuit draaien.

Draaibeitel inspannen (fig. 9)

Draaibeitels zo kort mogelijk inspannen. Als een groot stuk uit-
steekt leidt dat tot trillingen, onnauwkeurigheden en niet scho-
ne oppervlakken.
In de beitelhouder kunnen draaibeitels met een doorsnede van
tot 6 x 6 mm worden ingespannen.
1. Beide bevestigingsbouten 1 (fig. 9) zo ver uitdraaien tot de ge-
selecteerde draaibeitel 2 in de opname past
2. Beitel in de beitelhoudergroef plaatsen en met de bouten 1
vastklemmen. Let op: de beitel zo kort mogelijk inspannen!
3. Punt van de beitel naar de center van de losse kop schuiven
en de hoogte controleren.
Let op!
Let op!
Het is misschien nodig voor de hoogtecompensatie bij verschil-
lende grootten bijv. dunne staalplaten onder de beitels te leggen.
De beitelhouder biedt de mogelijkheid tegelijkertijd twee draai-
beitels in te spannen. Dit vergemakkelijkt het werken, omdat na
de afstelling van de draaibeitels tussen de verschillende bewer-
kingsgangen bij hetzelfde werkstuk alleen de beitelhouder hoeft
worden gedraaid om steeds met de geschikte beitel te werken.
Hiervoor moet u gewoon de inbusbout 4 losdraaien, de beitel-
houder draaien en de bout 4 weer vastdraaien. Natuurlijk kan zo
ook meestal de hoek van de beitel tot het werkstuk worden in-
gesteld, indien dit nodig is.

Herstartbeveiliging

De machine is uit veiligheidsredenen met een zogenaamde herst-
artbeveiliging uitgerust: bij een korte spanningsonderbreking tij-
dens het gebruik slaat de machine uit veiligheidsredenen niet
zelfstandig opnieuw aan.
De machine kan echter in dit geval met de inschakelknop nor-
maal worden gestart.

Noodzakelijk toerental

Afhankelijk van het materiaal van het werkstuk en de diameter
moet het spiltoerental worden aangepast: Enerzijds neemt de
snijsnelheid met een kleinere draairadius af, wat door een hoger
toerental moet worden gecompenseerd, anderzijds is de keuze
van het juiste toerental bovendien in hoge mate afhankelijk van
het te bewerken materiaal. Hier gaat het er dus om het juiste
compromis te vinden.
Daarvoor hebben wij onze draaimachine met een elektronische
toerentalregeling en een tweetraps riemaandrijving uitgerust.
Zo kan het toerentalbereik van 800 tot 5000 omwentelingen wor-
den afgedekt.

Spiltoerentallen instellen (fig. 10)

Omleggen van de aandrijfriem

Voor het werken in de wielkast altijd de stekker uittrekken. Ge-
vaar voor lichamelijk letsel!
1. De kartelbout 1 aan de spilkop losdraaien en deksel 2 open-
draaien.
2. Inbusbout van de riemspanner 3 losdraaien.
3. Het betreffende toerentalniveau door omleggen van de aan-
drijfriem 4 voorselecteren. Let erop dat de aandrijfriem op de
riemschijf goed vast zit!
4. Spanner 3 in lengtegat 5 licht tegen de aandrijfriem duwen en
de inbusbout weer aandraaien. Op juiste spanning van de
riem letten. Een te sterke spanning verhoogt de slijtage van
riem en lager en remt de motor sterk af.
Let op!
Let op!
- 59 -

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents