Chicco FULLY Twin Instruction Manual page 48

handelingen in omgekeerde volgorde uit.
WAARSCHUWING: De kap dient aan beide kanten van de
wandelwagen te worden bevestigd. Controleer of hij goed
is vastgemaakt.
HET TWEEDE ZITJE AFSTELLEN
Als het zitje eenmaal op het frame is gemonteerd, kan het
op drie verschillende schuine standen worden afgesteld.
9. Het hele zitje kan worden afgesteld door de knoppen op
het middelste verbindingsstuk tegelijkertijd in te drukken
(Fig. 9).
10. De schuine stand van de rugleuning ten opzichte van
het zitje kan worden gewijzigd met behulp van de re-
gelaar achteraan de rugleuning (Fig 10).
11. De voetensteun kan op verschillende standen worden
afgesteld door de knoppen aan de zijkanten tegelijk in
te drukken (Fig. 11).
12. De zitting is voorzien van een afneembare bumper bar.
Om hem te verwijderen hoeft u maar op de knoppen
aan de zijkanten te drukken (Fig. 12).
Om het kind in de wandelwagen te zetten en het eruit te
halen kan de bumper bar aan één enkele kant worden los-
gemaakt (Fig. 12A).
WAARSCHUWING: Doe het kind altijd de veiligheidsgor-
dels om. De bumper bar is GEEN bevestigingssysteem voor
het kind.
WAARSCHUWING: De bumper bar mag niet worden ge-
bruikt om de wandelwagen met het kind erin op te tillen.
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
De tweede zitting is uitgerust met een reeds gemonteerd
veiligheidssysteem met vijf verankeringspunten bestaande
uit twee schouderbanden, twee afstellussen, een buikgor-
del en een tussenbeenstuk met gesp.
13. WAARSCHUWING: Om de gordels aan de lichaams-
bouw van het kind aan te passen gebruikt u de schou-
dergordels door ze eerst door de twee afstelopeningen
te halen (Fig. 13).
Na het kind in de zitting te hebben gezet doet u hem de
veiligheidsgordels om door de twee gesptongen eerst
door de opening van de schouderbanden te laten lopen
(Fig. 13A) en ze vervolgens in de gesp van het tussenbeen-
stuk te steken (Fig. 13B); stel de lengte van de gordels af
door ze op de schouder en het lichaam van het kind aan
te laten sluiten.
14. Druk op de zijtongen en trek eraan om de buikgordel
los te maken (Fig. 14).
15. De buikgordel dient altijd door de 2 "D"-vormige lussen
aan de zijkanten van de zitting van de wandelwagen te
lopen (Fig. 15).
WAARSCHUWING: Altijd het veiligheidstuigje gebruiken.
Voor de veiligheid van uw kind gebruikt u altijd alle vijf de
verankeringspunten van de veiligheidsgordels.
DE VEILIGHEIDSGORDELS VERWIJDEREN
De veiligheidsgordels kunnen worden verwijderd (om ze te
wassen of bij het gebruik van de kinderwagen-/halfharde
draagmandconfiguratie).
Om de gordels te verwijderen moet de buikgordel uit de
hiervoor bestemde D-vormige ringen worden gehaald
en de schouderbanden uit de stoffen openingen van de
rugleuning. Na de veiligheidsgordels te hebben verwijderd
verzekert u zich ervan dat ze met behulp van de veranke-
ringspunten weer goed worden aangebracht.
WAARSCHUWING: Nadat u de veiligheidsgordels heeft
verwijderd, bewaart u ze buiten het bereik van kinderen
voor later gebruik.
Om de veiligheidssystemen weer aan te brengen volgt u
de hierna beschreven volgorde nauwkeurig:
16. Haal de riem door de bovenste lus (Fig. 16) en let erop
dat de lengteregelaar geplaatst is zoals op Fig. 16A.
17. Pak de plastic lus van de schouderbanden vast en doe
hem in de stoffen ring van de riem (Fig. 17).
18. Na deze handeling goed te hebben verricht trekt u de
riem omlaag tot de stoffen lus omgedraaid wordt (Fig.
18-18A).
WAARSCHUWING: Verzeker u er na de montage van dat
de plastic lussen goed zijn gemonteerd. Controleer of de
uitstekende horizontale delen van de plastic lussen naar
de buitenkant van de zitting zijn gedraaid als ze eenmaal
op de bijbehorende gesptongen zijn gemonteerd (fig.
18B-18C).
Na de montage moeten de gordels weer op grond van de
lengte van uw kind worden afgesteld.
HET TWEEDE ZITJE VERANDEREN: ZACHTE DRAAG-
MANDCONFIGURATIE
Om het tweede zitje te veranderen volgt u de stappen die
hierna worden beschreven:
19. Maak de gespen onder het zitje los (Fig. 19 -19A).
20. Zet de voetensteun horizontaal, stel de rugleuning op
de laagste stand af (Fig.20), zet het zitje schuin met de
knoppen die op afbeelding 9 worden getoond en zet
de kinderwagen in de horizontale stand (Fig. 20A).
Verwijder vervolgens de veiligheidsgordels (zie paragraaf
DE VEILIGHEIDSGORDELS VERWIJDEREN).
WAARSCHUWING: De draagmand mag alleen in de hori-
zontale stand gebruikt worden. Stel de draagmand niet af
op de schuine stand ( Fig 20B).
21. Breng de bekleding aan en maak hem met behulp van de
interne ritssluiting vast aan de stof van de wandelwagen
(Fig. 21). De rits bevindt zich aan het hoofdeinde.
22. Doe het plastic gedeelte van de stoffen bekleding om
de stang van het frame aan het voeteneinde (Fig. 22).
Maak ten slotte de knopen dicht, die zich aan beide
kanten bevinden (Fig. 22A).
WAARSCHUWING: In de zachte draagmandconfiguratie
kunt u het zitje niet verwijderen terwijl het kind erin zit.
HET TWEEDE ZITJE VERANDEREN: HALFHARDE
DRAAGMANDCONFIGURATIE
WAARSCHUWINGEN
BELANGRIJK - LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING ZORG-
VULDIG DOOR EN BEWAAR DEZE VOOR LATER GE-
BRUIK.
• Raadpleeg de instructies van de wandelwagen, voordat
u hem gebruikt.
• WAARSCHUWING: Dit product is alleen geschikt voor
een kind dat niet zonder hulp kan zitten, zich nog niet kan
draaien en nog niet op de handen en knieën kan gaan
zitten. Maximumgewicht van het kind: 9 kg.
• Indicatieve leeftijd voor gebruik: 0 – 5/6 maanden.
• WAARSCHUWING: Alleen gebruiken op een stevige sta-
biele ondergrond die vlak, horizontal en droog is.
• WAARSCHUWING: Laat geen andere kinderen zonder
48