Craftsman 27720 Instruction Manual page 13

Table of Contents

Advertisement

1. Veiligheidsregels
Veilige bedieningsmethoden
voor zittrekkers
BELANGRIJK:
DEZE MAAIMACHINE KAN HANDEN EN VOETEN AMPUTEREN
EN VOORWERPEN WEGSLINGEREN.
HET NIET
OPVOLGEN VAN DEZE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
KAN ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
@
o
I. TRAINING
Lees de instructies aandachtig.Zorg dat u vertrouwd bent
met de bedieningselementan an hat juiste gebruik van
de machine.
Laat kinderen of mensen die niet bekend Zijn met de in-
structies, de maaimachine niet gebruiken. Het is mogelijk
dat plaatselijke voorschriften een beperking stellen aan
de leeftijd van de bestuurder.
Maai nooit terwijl mensen, vooral kinderen, of huisdieren
in de buurt zijn.
Bedank det de bestuurder of gebruiker verantwoordelijk
is voor ongelukken of risico's die andere mensen of hun
eigendommen kunnan ovarkomen.
Geen passagiers vervoemn.
Alle bestuu rdars dienen vakkundige instructies te ontvan-
gen. Bij dergelijke instructies dient de nadruk te worden
gelegd op:
- de noodzaak veer aandacht en concentratie bij bet
werken met zittrekkers;
- een zittrekker dieop een belling wegglijdt, kan nietonder
controle worden gehouden door te remmen.
De hoofdradenan voor besturingsverlies
zijn:
a) onvoldoende houvast;
b) te snel rijden;
c) ontoemikend remmen;
d) het soort machine is niet geschikt voor de taak;
e) gebrek aan kennis van bet effect van bodemcondities,
vooral hellingen;
f) verkeerd vastkoppelen en verkeerde verdeling van
de lading.
II.VOORBEREIDING
Draag tijdens het maaien altijd stevige schoenen en een
lange broek. Gebruik de machine nietblootsvoets of terwijl
u open sandalen draagt.
Inspecteer de plek waar de machine zal worden gebruikt,
grondig en varwijder alle voorwerpen die door de machine
kunnen worden weggeslingerd.
WAARSCHUWING
- Benzine is licht ontvlambaar.
- Bewaar brandstof in blikken die speciaal voor det doel
zijn bestemd.
- Tank alleen buiten en rook niet tijdens het tanken.
- Tank voordat u de motor start. Draai de dop nooit van
de benzinetank af of tank nooit terwijl de motor draait
of heet is.
- Alsbenzineisgemorst,
probeerdemotordanniette
starten maar haal de machine van de plants vandaan
waar u benzine heeft gemorst en zorg dat u geen ont-
stekingsbron teweeg brengt totdat debenzinedampen
zijn verdreven.
- Draai de dep van atle brandstoftanks
en -blikken weer
goed vast.
Vervang defecte geluiddempers.
Inspecteer v_.Sr het gebruik altijd of de messen, mes-
bouten en maai-inrichting
niet versleten of beschadigd
zijn. Vervang versleten of beschadigde messen en bouten
m sets om her evenwicht in stand te houden.
Op machines met meerdere messen dient u eraan te
denken dat het draaien van een mes andere messen kan
doen draaien,
III. BEDIENING
Laat de motorniet draaien in een beslotenruimtewaar
gevaarlike koolmonoxydedampen zich kunnen verza-
melen.
Maai alleenbij daglicht of goed kunstlicht.
Voordatu de motorgaat starten, moet u alle meshulp-
stukkoppelingen u itschakelen en naardevrijloopschake-
lan.
Gebruik de trekker niet op hellingen van meer den 10°.
Denk eraan dater geen =vailige" hellingen bestaan. Bijbet
rijden op hellingen met gras dient men extra voorzichtig
te zijn. Zo zorgt u ervoor dat de trekker niet omslaat:
stop en start niet plotseling bij het op- of afrijden van
een belling.
schakel de koppeling langzaam in, houd de machine
altijd in de vemnelling, vooral bij bet afrijden van een
beuvel;
de snelheid van de machine dient op hellingen en in
scherpe bochten laag te worden gehouden;
kijk uit voor bulten en kuilen en andere varborgen
gevaren;
maai nooit dwars op de helling tenzij de maaier voor
dit doel is ontworpen.
Wees voorzichtig bij het trekken van ladingen of het
gebruik van zwaar materieel.
Gebruik allaen goedgekeurde aanhaakpunten voor
een trekstang.
Beperk de lading tot hetgeen u veilig kunt hanteren.
Maak geen scherpe bochten. Wees voorzichtig bij
achteruit rijden.
Gebruik contragewicht(en) ofwielgewichten wanneer
dat in de handleiding wordt aangeraden.
Kijk uit voor bet varkeer wanneer u de wag oversteekt of
zich nabij ean weg bevindt; -
Stop de messen voordat u andere oppervlakken den gras
oversteekt.
Voer bij het gebruik van hulpstukken het materiaal nooit
af in de richting van omstanders
en laat niemand in de
buurt van de machine komen terwijl deze in bedrijf is.
Gebruik de maaimaehine
nooit met dafecte bescherm-
kappen en schermen of zonder beveiligingsinrichtingen
op hun plaats.
Verander de instelling van de motorregelaar niet en laat
de motor niet met te hoge toeren draaien. AIs de motor
met te hoog toerental draait, kan her risico van lichamelijk
letsel groter worden.
Voordet u de bestuurdersstoel
verlaat:
- de affakas uitschakelen
en de hulpstukken neerla-
ten;
- naar de vrijl°°P schakelen en de parkeerrem inschake-
len;
- de motor stoppen en de sleutel verwijderen.
Schakel de aandrijving naar de hulpstukken uit, stop de
motor en maak de bougiekabel(s)
los of verwijder het
contactsleuteltje,
- voordat u opgehoopt materiaal weghaalt of een ver-
stopte afvoer leeg maakt;
- voordat u de maaimachine controleert, schoonmaakt
of eraan werkt;
13

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents