Veiligheidsbepalingen; Algemene Veiligheidsbepalingen - BRAND seripettor Operating Manual

2 Veiligheidsbepalingen

2 Veiligheidsbepalingen

2.1 Algemene veiligheidsbepalingen

Deze absoluut zorgvuldig doorlezen!
Het laboratoriumapparaat seripettor® kan in combinatie met gevaarlijke materialen, arbeidsproces-
sen en apparaten worden gebruikt. De gebruiksaanwijzing kan echter niet alle veiligheidsproblemen
bevatten, die daarbij eventueel kunnen optreden. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de ge-
bruiker om alle voorschriften met betrekking tot de veiligheid en gezondheid te respecteren en de be-
treffende beperkingen ten aanzien van het gebruik te bepalen.
1.
Iedere gebruiker moet deze gebruiksaanwijzing vóór gebruik van het apparaat hebben gele-
zen en in acht nemen.
2.
De algemene verwijzingen naar gevaren en de veiligheidsvoorschriften opvolgen, bijv. be-
schermende kleding, oogbescherming en veiligheidshandschoenen dragen.
3.
De opgaven van de fabrikant van de reagens in acht nemen.
4.
Neem bij het doseren van brandbare media voorzorgsmaatregelen om elektrostatisch opla-
den te voorkomen, bijvoorbeeld niet doseren in kunststof erlenmeyers en apparaten niet afve-
gen met een droge doek.
5.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt voor het doseren van vloeistoffen en alleen binnen
de gedefinieerde gebruiksgrenzen en -beperkingen. Uitgesloten toepassingen in acht nemen
(zie Uitgesloten toepassingen, pag. 574)! Bij twijfel absoluut contact opnemen met de fabri-
kant of leverancier.
6.
Altijd zo te werk gaan, dat noch de gebruiker noch andere personen in gevaar worden ge-
bracht. Richt de canule bij het doseren nooit op uzelf of andere mensen. Vermijd spatten. Ge-
bruik uitsluitend geschikte erlenmeyers.
7.
Druk de zuiger nooit naar beneden zolang de doseercanule met de dop/schroefdop is afgeslo-
ten.
8.
In bedrijfstoestand moet de zuigervergrendeling gesloten zijn.
9.
Verwijder de canule nooit wanneer de doseercilinder is gevuld.
10.
Reagens kan zich ophopen in de dop/schroefdop van de canule. Maak deze daarom regelma-
tig schoon.
11.
Gebruik voor kleine flessen en bij het gebruik van de flexibele doseerslang een flessenhouder
om kantelen te voorkomen.
12.
Til een apparaat dat is gemonteerd op een reagensfles nooit op aan de bedieningseenheid of
het ventielblok, zie Eerste stappen, pag. 579. Door breuk of het loslaten van onderdelen van
het apparaat kan, door de chemicaliën, lichamelijk letsel ontstaan.
13.
Gebruik nooit geweld. Druk de zuiger bij het doseren altijd voorzichtig omlaag.
14.
Gebruik uitsluitend originele toebehoren en originele reserveonderdelen. Voer geen techni-
sche veranderingen uit. Het apparaat niet verder demonteren dan in de gebruiksaanwijzing is
beschreven!
15.
Controleer voor gebruik altijd of het apparaat nog helemaal in orde is. Door onvoldoende ge-
reinigde of gecontroleerde apparaten kan de gebruiker in contact met de media komen. Als er
storingen aan het apparaat worden gemeld (bijv. moeilijk bewegende zuiger, verkleefde ven-
tielen of lekkage), stop dan onmiddellijk met doseren en raadpleeg Storing - wat te doen?.
Neem, Indien nodig, contact op met de fabrikant.
572
Gebruiksaanwijzing 997468