3M PROTECTA 3100418 Manual page 74

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
2.2
INSPECTIEFREQUENTIE: Valstopapparaten moeten vóór elk gebruik worden geïnspecteerd door een bevoegde persoon
of reddingswerker
(zie tabel 2). Bovendien dient een andere deskundige persoon dan de gebruiker
2
periodiek te inspecteren met intervallen van maximaal één jaar. Extreme werkomstandigheden (ruige omgeving,
langdurig gebruik, enz.) kunnen vereisen dat de frequentie van inspecties door deskundigen wordt opgevoerd. De
inspectieprocedures zijn beschreven in het "Logboek voor inspectie en onderhoud" (tabel 3). De resultaten van de inspectie
door de deskundige moeten worden geregistreerd in het "Logboek voor inspectie en onderhoud" of met het RFID-systeem
worden geregistreerd (zie sectie 5).
2.3
NORMAAL GEBRUIK: Bij normale werkzaamheden kan de reddingslijn zonder onregelmatigheden uit- en intrekken
wanneer de medewerker met normale snelheid beweegt. Wanneer er een val plaatsvindt, zal het snelheidsgevoelige
remsysteem geactiveerd worden. Daardoor wordt de val gestopt en wordt veel van de vrijgekomen energie geabsorbeerd.
Tijdens normale werkzaamheden dienen plotselinge of snelle bewegingen vermeden te worden; hierdoor kan het
valstopapparaat vergrendeld worden. Voor valpartijen die zich voordoen terwijl de reddingslijn bijna helemaal is
uitgetrokken, is een reservereddingslijn of schokbreker opgenomen, zodat de valstop een beperkte impact heeft. Als
het valstopapparaat onderworpen is geweest aan valstopkrachten, moet u het uit dienst nemen en als "ONBRUIKBAAR"
markeren of etiketteren. Inspecteer en onderhoud het zoals voorgeschreven in de secties 5 en 6.
2.4
LICHAAMSONDERSTEUNING: Het valstopapparaat moet worden gebruikt met een volledig lichaamsharnas. Het
verbindingspunt van het harnas moet boven het zwaartepunt van de gebruiker liggen. Gebruik van het valstopapparaat
met een lichaamsgordel is niet toegestaan. Als er een val plaatsvindt met een lichaamsgordel, kan deze onbedoeld
losschieten en lichamelijk trauma veroorzaken door onjuiste lichaamsondersteuning.
2.5
COMPATIBILITEIT VAN COMPONENTEN: Tenzij anders aangegeven is 3M-apparatuur ontworpen voor gebruik
met alleen door 3M goedgekeurde onderdelen en subsystemen. Substituties of vervangingen door middel van niet-
goedgekeurde onderdelen of subsystemen kunnen de compatibiliteit van apparatuur in gevaar brengen en kunnen
de veiligheid en betrouwbaarheid van het volledige systeem negatief beïnvloeden. Lees en volg de instructies van de
fabrikant voor onderdelen en subsystemen van uw persoonlijke valstopsysteem.
2.6
COMPATIBILITEIT VAN CONNECTORS: Connectors worden als compatibel met verbindende elementen beschouwd
wanneer deze zijn ontwikkeld om op een dusdanige manier samen te werken dat de maten en vormen, ongeacht hun
oriëntatie, geen onbedoeld opengaan van snappermechanismen veroorzaken. Neem contact op met 3M als u vragen hebt
over compatibiliteit.
Connectors die worden gebruikt om het valstopapparaat aan te hangen, moeten voldoen aan EN362. Connectors moeten
compatibel zijn met de verankering of andere systeemcomponenten. Gebruik geen apparatuur die niet compatibel is.
Verbindingen die niet compatibel zijn, kunnen onbedoeld losraken (zie afbeelding 4). Connectors moeten compatibel zijn
qua grootte, vorm en sterkte. Zelfvergrendelende musketonhaken en karabiners zijn vereist. Als het verbindingselement
waaraan de musketonhaak of karabiner bevestigd wordt, te klein of onregelmatig van vorm is, kan er een situatie optreden
waarbij het verbindingselement kracht uitoefent op de opening van de musketonhaak of karabiner (A). Door deze kracht kan
de opening (B) opengaan, waardoor de musketonhaak of karabiner kan losraken van het verbindingspunt (C).
2.7
VERBINDINGEN MAKEN: Met deze apparatuur mogen alleen zelfvergrendelende musketonhaken en karabiners gebruikt
worden. Zorg ervoor dat de verbindingen qua grootte, vorm en sterkte bij elkaar passen. Gebruik geen apparatuur die
niet compatibel is. Controleer of alle verbindingen volledig gesloten en vergrendeld zijn. 3M-connectors (musketonhaken
en karabiners) zijn ontworpen om alleen gebruikt te worden zoals in de gebruikersinstructies van elk product vermeld
staat. Zie afbeelding 5 voor voorbeelden van onjuiste verbindingen. Verbind musketonhaken of karabiners niet:
A.
Met een D-ring waaraan al een andere connector is bevestigd.
B.
Op een wijze die zou resulteren in een belasting op de snapper. Musketonhaken met een grote halsopening mogen
niet worden verbonden met standaardformaat D-ringen of vergelijkbare voorwerpen. Dit resulteert in een belasting
van de snapper als de haak of D-ring draait, tenzij de musketonhaak is voorzien van een snapper die geschikt is voor
3.600 lb (16 kN). Controleer de markering op uw musketonhaak en ga na of deze geschikt is voor uw toepassing.
C.
Bij een onjuiste aankoppeling, waarbij onderdelen die uitsteken buiten de nok van musketonhaak of karabiner op het
anker haken en zonder visuele bevestiging volledig aangekoppeld lijken te zijn aan het verankeringspunt.
D.
Aan elkaar.
E.
Direct aan singelband of touwlijn of 'tie-back' (tenzij de instructies van de fabrikant een dergelijke verbinding voor
zowel de lijn als de connector specifiek toestaan).
F.
Aan elk voorwerp dat een dusdanige vorm of een dusdanig formaat heeft dat de musketonhaak of karabiner niet kan
worden gesloten en vergrendeld of waarbij uitrollen kan optreden.
G.
Op een wijze waarbij de connector onder belasting geen correcte positie kan innemen.
Soort gebruik
Voorbeelden van toepassingen
Weinig frequent
Redding en ruimte met beperkte
tot licht
toegang, fabrieksonderhoud
Gemiddeld tot
Transport, woningbouw,
zwaar
utiliteiten, magazijn
Zeer zwaar tot
Beroepsmatige bouw, olie en gas,
continu
mijnbouw
1 Bevoegd persoon:
Een persoon die door de werkgever aangewezen is om werk uit te voeren op een locatie waar de persoon blootgesteld wordt aan een
valrisico.
2 Redder:
Een andere persoon of andere personen dan de te redden persoon, die optreedt of optreden om een geassisteerde redding uit te voeren door middel van
een reddingssysteem.
3 Deskundige:
Een persoon die door zijn werkgever is aangeduid als verantwoordelijke voor de directe supervisie, uitvoering en opvolging van het door de
werkgever beheerde programma voor valbescherming, die op basis van zijn opleiding en kennis in staat is om de bestaande en potentiële valrisico's te identificeren,
te evalueren en aan te pakken, en die van de werkgever de bevoegdheid heeft gekregen om onmiddellijk corrigerende maatregelen te nemen in verband met
dergelijke risico's.
Tabel 2 – inspectierooster
Gebruiksvoorwaarden
Goede opslagcondities, binnen- of niet frequent
buitengebruik, kamertemperatuur, schone ruimten
Redelijke opslagcondities, binnen- en uitgebreid
buitengebruik, alle temperaturen, schone of stoffige ruimten
Ruwe opslagomstandigheden, lang of continu buitengebruik,
alle temperaturen, vuile ruimten
74
1
het apparaat
3
Inspectiefrequentie
Deskundig persoon
Jaarlijks
Halfjaarlijks tot
jaarlijks
Ieder kwartaal tot
halfjaarlijks

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents