Snijdiepte Instellen; Snijbreedte Instellen; Product Gebruiken; Huidtransplantaten Verwijderen - Braun Aesculap Acculan 4 Instructions For Use/Technical Description

Dermatome ga340 / dermatome 0.1 mm ga341
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
6.3.1

Snijdiepte instellen

Opmerking
Bij de instelling van de snijdikte moet rekening worden gehouden met de
huidconditie (bijv. met betrekking tot de leeftijd) van de patiënt.
Snijdikte met instelhendel 18 instellen. De vergrendeling 19 van de
instelhendel 18 voorkomt een onbedoeld aanpassen van de snijdikte,
zie Afb. C.
Snijdikte op de schaalring 20 aflezen (schaalindeling 1/10 mm).
Volg de informatie voor de probleemoplossing op, zie Opsporen en ver-
helpen van fouten.
6.3.2

Snijbreedte instellen

Gevaar voor verwonding/snijden aan dermatoom-
mes bij onoordeelkundig openen van de kleppen!
Klap de kleppen alleen omhoog met behulp van
WAARSCHUWING
de klepnokken.
Opmerking
De breedte van het gesneden strookje huid is ca. 2 mm kleiner dan de inge-
stelde snijbreedte.
Bepaal de gewenste snijbreedte door het overeenkomstige aantal
kleppen 24 in te stellen.
Til de kleppen 24 veilig op door het indrukken van de kleplipjes 25, zie
afb F.
6.3.3

Product gebruiken

Opmerking
De zachte fluittoon bij het opstarten van het product is te wijten aan het
ontwerp.
Drukknop 2 indrukken.
De oscillatiefrequentie wordt traploos geregeld.
6.3.4

Huidtransplantaten verwijderen

Opmerking
Voordat u het dermatoom voor het eerst gaat gebruiken, moet u in een pre-
paraat enkele proefincisies maken om vertrouwd te raken met de werking
van het apparaat.
Trek een slappe huid strak.
Schuif het product 1 bij het snijden onder lichte druk gelijkmatig met
uitgespreide snijvlakken naar voren. Let erop dat het product 1 niet
kantelt.
Voor extreem dunne incisies plaatst u af en toe de afgescheiden huid-
flap met een pincet op het oppervlak 21, zie Afb. C.
Schakel de motor uit en trek de zojuist losgesneden huidflap uit het
apparaat.
- of -
Laat de handgreep zakken en snijd de huidflap eraf met het product 1.
7.
Gevalideerd reinigings- en desinfectie-
proces
7.1

Algemene veiligheidsvoorschriften

Opmerking
Voer de reiniging en sterilisatie uit in overeenstemming met de nationale
wettelijke voorschriften, nationale en internationale normen en richtlijnen
en de eigen hygiënische voorschriften.
Opmerking
Bij patiënten die zeker of vermoedelijk aan de ziekte van Creutzfeldt-Jakob
(CJ) of mogelijke varianten van deze aandoening lijden, moeten de natio-
nale voorschriften voor de reiniging en sterilisatie van de producten worden
nagevolgd.
Opmerking
Machinale reiniging en desinfectie verdienen de voorkeur boven handma-
tige reiniging met het oog op een beter en veiliger reinigingsresultaat.
Opmerking
Wij wijzen erop dat een succesvolle reiniging en desinfectie van dit medi-
sche hulpmiddel uitsluitend kan worden gegarandeerd na een vooraf-
gaande validatie van het reinigings- en desinfectieprocedé. Hiervoor is de
gebruiker/het reinigingspersoneel verantwoordelijk.
Voor de validering werden de aanbevolen chemische middelen gebruikt.
Opmerking
Indien geen afsluitende sterilisatie plaatsvindt, moet een viricide desinfec-
tiemiddel worden gebruikt.
Opmerking
Actuele informatie over reiniging en desinfectie en over materiaalcompati-
biliteit
vindt
u
ook
https://extranet.bbraun.com
Het gevalideerde stoomsterilisatieprocedé werd in het Aesculap-steriele-
containersysteem uitgevoerd.
7.2

Algemene richtlijnen

Vastgekoekte of afgezette operatieresten kunnen de reiniging bemoeilij-
ken of ineffectief maken en tot corrosie leiden. Daarom mag de tijdspanne
tussen het gebruik en de voorbereiding voor verder gebruik niet langer dan
6 uur zijn en mogen er geen fixerende voorreinigingstemperaturen >45 °C
noch fixerende desinfectantia (op basis van: aldehyde, alcohol) worden
gebruikt.
Overdosering van neutralisatiemiddelen of basisreinigers kan chemische
aantasting en/of verbleking van de laseropschriften veroorzaken bij roest-
vrij staal, waardoor deze visueel of machinaal onleesbaar worden.
Chloor- en chloridehoudende residuen (bijv. in operatieresten, medicijnen,
zoutoplossingen, het reinigingswater, desinfectie en sterilisatie) leiden bij
roestvrij staal tot corrosie (putcorrosie, spanningscorrosie) en bijgevolg tot
beschadiging van de producten. Om de resten te verwijderen is een gron-
dige spoelbeurt met gedemineraliseerd water en een daaropvolgende dro-
ging noodzakelijk.
Nadrogen, indien noodzakelijk.
Er mogen alleen proceschemicaliën worden ingezet, die gecontroleerd en
vrijgegeven zijn (bijvoorbeeld VAH- of FDA-toelating, respectievelijk CE-
markering) en door de fabrikant van de chemicaliën met het oog op de
materiaalverdraagzaamheid zijn aanbevolen. Alle toepassingsrichtlijnen
van de chemicaliënfabrikant moeten strikt worden nageleefd. Gebeurt dit
niet, dan kunnen de volgende problemen optreden:
Optische verandering van het materiaal (bijv. verbleken of kleurveran-
dering van titanium of aluminium). Bij aluminium kunnen reeds bij een
pH-waarde van > 8 zichtbare wijzigingen aan het oppervlak in de toe-
passings-/gebruiksoplossing optreden.
op
het
Aesculap
extranet
nl
onder
91

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents