Reely ROAD Rex-X Operating Instructions Manual page 128

1:8 electro-buggy
Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

Ook de positie van de zender- en ontvangerantenne t.o.v. elkaar heeft een sterke invloed op het bereik. Optimaal
is om zowel zender- als ontvangerantenne verticaal op te stellen. Wanneer u daarentegen de zenderantenne naar
het voertuig richt, ontstaat er slechts een zeer kort bereik!
• Test de juiste positie van de stekker van de rijregelaar en van de stuurservo in de ontvanger. Zijn de stekker 180°
omgekeerd ingestoken, dan functioneren de rijregelaar en de stuurservo niet.
Wanneer daarentegen de stekker van de rijregelaar en de stuurservo met elkaar werden gewisseld, dan stuurt de
gas-/remhendel de stuurservo en het draaiwiel de rijfunctie!
• Zijn de stekker van servo en rijregelaar op de ontvanger in de juiste oriëntering aangesloten? Bij een verkeerde
oriëntering (als de stekker 180° gedraaid werd ingestoken) komen geen stuursignalen van de ontvanger naar de
rijregelaar of stuurservo.
Het voertuig blijft niet stilstaan als de gas/remhendel losgelaten wordt
• Corrigeer op de zender de trimming voor de rijfunctie (neutrale stand instellen).
• Als de trimweg niet meer volstaat, voert u een nieuwe programmering van neutrale en volgasstand uit, zie hoofdstuk
10 a).
• Als het voertuig een ongeval had, dan controleert u of de stuurmechaniek en repareert u deze.
Voertuig wordt langzamer of de stuurservo toont enkel nog geringe of helemaal geen reactie; de reikwijdte
tussen de zender en het voertuig is enkel zeer kort
• De rijaccu's zijn zwak of leeg.
De stroomvoorziening van de ontvanger en daarmee ook de stuurservo gebeurt via de BEC van de rijregelaar.
Omwille daarvan leiden zwakke of lege rijaccu's ertoe, dat de ontvanger niet meer goed werkt. Wissel de rijaccu's
tegen volledig opgeladen rijaccu's (vooraf een pauze van 5 - 10 minuten inlassen opdat de motor en de rijregelaar
voldoende kunnen afkoelen).
• Controleer de batterijen/accu's in de zender.
Het rechtuitrijden klopt niet
• Stel het rechtuitrijden op de zender af met de bijhorende trimfunctie voor de stuurfunctie.
• Controleer de stuurstangen, de servo-arm en zijn schroefverbinding, resp. de instelling voor het spoor.
• Heeft het voertuig een ongeval gehad? Dan controleert u het voertuig op defecte of gebroken onderdelen en ver-
vangt u deze.
De besturing is tegengesteld tot de beweging van de draaiwiel op de zender
• Activeer op de zender de reverse-instelling voor de stuurfunctie.
De rijfunctie is tegengesteld tot de beweging van de gas-/remhendel op de zender
• Normaal gezien moet het voertuig naar voor rijden wanneer de gas-/remhendel op de zender naar de greep toe
wordt getrokken. Als dit niet het geval is, activeert u op de zender de reverse-instelling voor de rijfunctie.
De besturing functioneert niet of niet juist, stuuruitslag op voertuig te gering
• Als de zender een Dualrate-instelling aanbiedt, controleert u deze (gebruiksaanwijzing voor de zender raadplegen).
Bij een te geringe Dualrate-instelling reageert de stuurservo niet meer.
• Controleer de stuurmechaniek op losse onderdelen; controleer vb. of de servo-arm juist op de servo is bevestigd.
128

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

40 95 98

Table of Contents