Grondbeginselen Van Het Frituren - Silvercrest SFG 1900 A1 Operating Instructions Manual

Deep fat fryer
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 24
5. Grondbeginselen
van het frituren
Voorbereiding van de
levensmiddelen
• Alle levensmiddelen moeten voor het fri-
turen zo droog mogelijk zijn. Wanneer
water of ijs in heet vet terechtkomt, ont-
staan er gloeiend hete spatten. Droog
het te frituren product goed af en verwij-
der het ijs bij diepgevroren levensmid-
delen.
• Diepgevroren etenswaren moeten voor
het frituren ontdooid worden, zodat het
levensmiddel minder vet opneemt. Ver-
wijder zoveel mogelijk water en ijs
voordat u de levensmiddelen in de fri-
tuurpan doet.
• Vlees, vis en groente moeten in kleine
stukjes gesneden worden.
• Zorg er bij gepaneerde levensmiddelen
voor dat het paneermeel zo goed mo-
gelijk hecht. Panade die tijdens het fritu-
ren loskomt, vervuilt het vet.
Frituurtijd- en temperatuur
• Voor een lekker en gezond resultaat
dient u zich bij de keuze van de tempe-
ratuur en de frituurtijd strikt aan de voor-
schriften op de verpakking te houden.
• Frituur altijd kleine hoeveelheden.
• De frituurmand 3 mag niet hoger wor-
den gevuld dan tot de MAX-marke-
ring 2. Als u meer etenswaren toevoegt,
daalt de vettemperatuur tijdens het fritu-
ren te sterk, waardoor het frituren lan-
ger duurt en de etenswaren meer vet
opnemen.
• Bij het frituren van zetmeelhoudende le-
vensmiddelen (bijv. aardappel- en
graanproducten) kan acrylamide wor-
den gevormd. Acrylamide is mogelijk
kankerverwekkend. Om de vorming
van acrylamide zoveel mogelijk te be-
perken, dient u hoge temperaturen (bo-
ven 170 °C) en te sterke bruinkleuring
te vermijden. Bij temperaturen boven
175 °C wordt er duidelijk meer acryla-
mide gevormd.
Welke oliën en vetten zijn
geschikt?
Er bestaat een groot aanbod van oliën en
vetten. Voor het frituren zijn echter niet alle
oliën en vetten geschikt.
• Wij raden aan voor deze frituurpan
vloeibare frituurolie te gebruiken. Als u
vast frituurvet wilt gebruiken, laat het vet
dan eerst op lage temperatuur lang-
zaam smelten in een pan en giet het
daarna in de frituurpan. Zo voorkomt u
oververhitting van het apparaat en
vetspatten.
• Het vet of de olie moet bestand zijn te-
gen de hoge temperaturen tijdens het
frituren. Zorg ervoor dat het vet/de olie
tot ten minste 200 °C verhit kan wor-
den.
• De vetten mogen slechts een laag water-
gehalte hebben. Het water verdampt bij
het verhitten en het vet spat.
• Olie die rijk is aan meervoudig onver-
zadigde vetzuren is heel gezond voor
gebruik in slaatjes, maar is niet geschikt
om te frituren omdat het niet over de no-
dige hittestabiliteit beschikt.
• Boter, margarine en olijfolie zijn niet ge-
schikt.
• Goede frituuroliën of -vetten zijn bijvoor-
beeld koolzaadolie en zonnebloemolie.
• Meng nooit verschillende soorten vet-
ten en oliën!
Gebruikt vet bewaren
• Vervuiling van het vet door het frituren
verkort de houdbaarheid. Giet het vet
daarom na iedere bakbeurt door een
met keukenpapier beklede zeef om het
vuil eruit te halen.
• Licht en zuurstof schaden het vet. Daar-
om moet het in een goed gesloten reser-
voir donker, koel en droog bewaard
worden.
71
NL

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

326314 1904

Table of Contents