Briggs & Stratton 11000B Operator's Manual page 98

Hide thumbs Also See for 11000B:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
5.
Vul olie bij. Zie de sectie Olie bijvullen .
6.
Start de motor en laat deze draaien. Controleer op olielekkage als de motor eenmaal
is opgewarmd.
7.
Stop de motor en controleer het olie peil opnieuw. Het oliepeil is juist als het bovenaan
bij de indicator staat voor vol (B, Afbeelding 20) op de peilstok.
Olie bijvullen
Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
Verwijder eventueel vuil uit het olievulgebied.
Zie de sectie Specificaties voor oliecapaciteit.
1.
Verwijder de peilstok (A, afbeelding 20). Goed afdrogen met een schone doek.
2.
Giet langzaam olie in de vulopening voor motorolie (C, afbeelding 20). Voeg niet te
veel olie toe. Wacht na het bijvullen één minuut en controleer het oliepeil dan
nogmaals.
3.
Plaats de peilstok en zet die vast (A, Afbeelding 20).
4.
Verwijder de peilstok en lees het oliepeil af. Het oliepeil is juist als het bovenaan bij
de indicator staat voor vol (B, afbeelding 20) op de peilstok.
5.
Plaats de peilstok terug en draai deze vast (A, Afbeelding 20).
6.
Sluit de bougiekabel aan (D, afbeelding 16) op de bougies (E).
Onderhoud aan het luchtfilter
Zie afbeelding: 21, 22
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar en explosief.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of dodelijk letsel veroorzaken.
De motor mag nooit worden gestart of draaien als de luchtfiltereenheid (indien
aanwezig) of het luchtfilter (indien aanwezig) is verwijderd.
OPGEPAST
Reinig het filter niet met perslucht of oplosmiddelen. Perslucht kan het
filter beschadigenen oplosmiddelen kunnen het filter oplossen.
Zie het Onderhoudsschema voor onderhoudsvereisten.
De verschillende modellen hebben een filter van schuim of papier. Sommige modellen zijn
ook uitgerust met een optioneel voorfilter dat kan worden uitgewassen en hergebruikt.
Vergelijk de afbeeldingen in deze handleiding met het type dat op uw motor is gemonteerd
en voer onderhoud op basis daarvan uit.
Schuimrubberen luchtfilter
1.
Open de bevestiging(en) (A, afbeelding 21).
2.
Verwijder het deksel (B, Afbeelding 21).
3.
Voorkom dat er vuil in de carburateur komt door het schuimelement (C, afbeelding
21) voorzichtig uit de houder van het luchtfilter te halen.
4.
Was het schuimelement (C, afbeelding 21) in vloeibare zeep en water. Knijp het
schuimelement uit in een schone doek.
5.
Doordrenk het schuimelement (C, afbeelding 21) met schone motorolie. Verwijder
overtollige motorolie door het schuimelement uit te knijpen in een schone doek.
6.
Plaats het schuimelement (C, afbeelding 21) in de houder van het luchtfilter.
7.
Installeer het deksel (B, afbeelding 21) en zet deze vast met de bevestiging(en) (A).
Papieren luchtfilter
1.
Los maak de bevestiging(en) (A, afbeelding 22).
2.
Verwijder het deksel (B, Afbeelding 22).
3.
Voorkom dat er vuil in de carburateur komt door de voorreiniger (D, Afbeelding 22)
en de filter (C) voorzichtig uit de houder van het luchtfilter te verwijderen.
4.
Verwijder het voorfilter (D, afbeelding 22), indien aanwezig, van het filter (C).
5.
Tik het filter om het vuil los te maken (C, Afbeelding 22) voorzichtig op een hard
oppervlak. Als het filter zeer vuil is, vervang het dan door een nieuw filter.
6.
Reinig het voorfilter (D, afbeelding 22), indien aanwezig, in vloeibare zeep en water.
Laat het voorfilter grondig aan de lucht drogen. Breng geen olie aan op het voorfilter.
7.
Monteer het droge voorfilter (D, afbeelding 22 ), indien aanwezig, van het filter (C).
98
8.
Installeer het filter (C, afbeelding 22) en de voorfilter (D), indien aanwezig, in de
houder voor het luchtfilter. Zorg dat het filter stevig op de houder voor het luchtfilter
is geplaatst.
9.
Installeer het deksel (B, afbeelding 22) en zet het vast met de bevestiging(en) (A).
Zorg dat de bevestiging(en) goed vast zit(ten).
Onderhoud brandstofsysteem
Zie afbeelding: 23
WAARSCHUWING
brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar en explosief.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of dodelijk letsel veroorzaken.
Houd de brandstof uit de buurt van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en
andere ontstekingsbronnen.
Controleer brandstofleidingen, tank, vuldop en koppelingen regelmatig op barsten
of lekken. Vervang deze, indien noodzakelijk.
Voordat u het brandstoffilter reinigt of vervangt, moet u eerst de brandstoftank
aftappen of de brandstofafsluitklep dichtdraaien.
Wanneer er brandstof is gemorst, dient u te wachten tot deze verdampt is voordat
u de motor start.
Vervangingsonderdelen moeten hetzelfde zijn en op dezelfde plaats worden
geïnstalleerd als de originele onderdelen.
Benzinefilter (waar aanwezig)
1.
Wanneer u het brandstoffilter (A, Afbeelding 23) gaat reinigen of vervangen, moet
u eerst de brandstoftank aftappen of de brandstofkraan dichtdraaien. Anders kan er
brandstof lekken en brand of ontploffing veroorzaken.
2.
Druk de lipjes (B, Afbeelding 23) op de klemmen (C) samen met een tang en schuif
de klemmen daarna weg van de brandstoffilter (A). Trek de brandstofleidingen (D)
draaiend van het brandstoffilter af.
3.
Controleer de brandstofleidingen (D, Afbeelding 23) op barsten of lekkage. Vervang
deze waar nodig.
4.
Vervang het brandstoffilter (A, Afbeelding 23) door een origineel vervangingsfilter.
5.
Zet de brandstofleidingen (D, Afbeelding 23) vast met de klemmen (C), zoals
weergegeven.
Onderhoud aan het koelsysteem
WAARSCHUWING
Draaiende motoren produceren warmte. Motoronderdelen, vooral geluiddempers,
worden zeer heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras en hout, kan in brand vliegen.
Laat geluiddemper, motorcilinder en koelvinnen afkoelen voordat u ze aanraakt.
Verwijder brandbare stoffen die zich in en rondom de geluiddemper en cilinder hebben
opgehoopt.
OPGEPAST
Gebruik geen water om de motor te reinigen Water kan het
brandstofsysteem verontreinigen Gebruik een borstel en droge doek om de motor te
reinigen.
Dit is een luchtgekoelde motor Vuil kan de luchtstroom belemmeren en ervoor zorgen dat
de motor oververhit raakt, wat resulteert in slechte prestaties en een verminderde levensduur
van de motor.
1.
Verwijder vuil uit het luchtinlaatrooster met behulp van een borstel of droge doek.
2.
Houd verbindingen, veren en bedieningen schoon
3.
Zorg dat het gebied rond en achter de geluiddemper (indien aanwezig) vrij blijft van
brandbaar vuil.
4.
Zorg dat er geen vuil of rommel op de koelvinnen van de spoel (indien aanwezig)
zit.
Na verloop van tijd kan zich vuil ophopen in de koelvinnen van cilinder en ervoor zorgen
dat de motor oververhit raakt. Dit vuil kan niet verwijderd worden zonder de motor deels
te demonteren Laat een erkende Briggs & Stratton-dealer het luchtkoelsysteem inspecteren
en reinigen zoals aanbevolen in het Onderhoudsschema .
BRIGGSandSTRATTON.com

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

12000b

Table of Contents