Radiodetection SuperCAT 4+ User Manual page 33

Lokaliseren van de kabel bij gebruik van de
T1-zender
De T1 wordt gebruikt om een actief opspoorsignaal op leidingen of kabels te zetten. Het
signaal kan opgespoord worden met de zoeker in Active Line stand (L).
Het gebruik van de T1 wordt ten zeerste aanbevolen, aangezien er mogelijk
geen passieve stroom- of radiosignalen aanwezig of detecteerbaar zijn op alle
leidingen en kabels.
Inductiemodus
De T1 heeft een interne antenne die een signaal zal induceren op de direct
ondergelegen lijn (of lijnen). Dit is nuttig wanneer u geen rechtstreekse toegang tot de
leiding hebt. Doorgaans is de inductie uitsluitend effectief tot dieptes van 2m (6'6").
Let erop dat de inductiemodus ongedifferentieerd is en een signaal zal geven op alle
geleiders binnen het bereik.
Inductie is uitsluitend beschikbaar bij frequenties van 8kHz en hoger.
Procedure
Plaats de zender boven de geschatte positie van de ondergrondse leiding met de pijlen
wijzend parallel met het verloop ervan. Plaats de gevoeligheid van de kabelzoeker op
100% en begin de leiding te zoeken op minstens 10m (33 feet) afstand van de zender.
Markeer de grond als de kabelzoeker een signaalpiek detecteert.
Opmerking: Inductie kan een signaal niet overbrengen op een leiding onder
gewapend beton.
Opmerking: De kabelzoeker kan het zendersignaal rechtstreeks vanaf de T1
detecteren in de plaats van de doellijn. Probeer dan ook geen dieptemetingen
binnen 10 meter van de zender te doen.
Om te controleren of u een signaal detecteert van de T1 of van de kabel of leiding,
moet u de kabelzoeker rechtstreeks naar de zender richten. Als de signaalsterkte op de
kabelzoeker toeneemt, moet u ofwel de stroom van de zender verlagen, ofwel de afstand
tussen u en de zender verhogen. Als de signaalsterkte afneemt, is het signaal afkomstig
van een ingegraven leiding.
64
Directe verbinding
Laat het direct aankoppelen op een stroomkabel (mantel) over aan een
daartoe bevoegd persoon.
De directe aankoppeling is een efficiënte manier van signaaloverbrenging van het
T1 opspoorsignaal op een specifieke kabel of leidingennetwerk zodat het van boven
de grond getraceerd kan worden. De aansluiting kan gebeuren op een metalen
onderdeel van de leiding of kabel zoals kleppen, meters, aftakkingen, straatverlichting,
leidingsmarkeringen of andere toegangspunten.
Procedure
Schakel de T1 uit en steek het snoer voor directe aansluiting in de aansluiting voor
accessoires. Klem het rode snoer vast aan de leiding of kabel (indien nodig, reinig het
aansluitpunt om een goed elektrisch contact te krijgen). Indien de klemmen niet wijd
genoeg openen en het aansluitpunt metaalhoudend is, dan gebruikt u de meegeleverde
magneet om de verbinding te maken.
Klem de zwarte kabel vast aan de aardpen. Steek de aardpen haaks ten opzichte van de
geleider op ongeveer 3-4m afstand in de grond.
Het zwarte snoer kan ook aan de rand van een afsluiter, putdeksel of een ander
geaard punt gemonteerd worden. Indien nodig, gebruik het haspelsnoertje om het
aardingssnoer te verlengen.
Zet de T1 aan. De toon van de zender gaat pulseren als de gemaakte aankoppeling
goed is. Vervang de batterijen als er geen toon is.
Start met de laagste vermogensinstelling van de T1. Een pulserende luidsprekertoon
geeft een goede verbinding aan. Als er geen toonverandering is, controleer de
elektrische contacten en de grond. Wijzig indien nodig de positie van de aardpen of giet
water over de grond of aardpen bij plaatsing in droge grond of zand. Als er nog steeds
geen wijziging is, verhoog het uitgangsvermogen.
Opmerking: De kabelzoeker kan een signaal detecteren dat vele malen zwakker is
dan wat nodig is om de T1 een pulserende toon te geven. Korte afstanden kunnen
worden opgespoord zonder dat een pulserende toon van de T1 te horen is.
Om de directe verbindingskabel te verwijderen, pak de zwarte buitenkant van de stekker
en maak de connector los.
Trek niet aan de draad, omdat dit de kabel en/of de aansluiting kan
beschadigen.
Controleer uw zoeker en T1 regelmatig in alle standen over een kabel die een respons
geeft waarmee u vertrouwd bent.
65