Benning CM 8 Operating Manual page 94

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 20
Zie fig. 3:
8.3 Stroommeting (frequentiemeting, THD harmonieuze vervorming)
8.3.1
Voorbereiden van metingen
Gebruik en bewaar de BENNING CM 8 uitsluitend bij de aangegeven werk- en
opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
-
Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING CM 8 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
Geen
BENNING CM 8. Neem eventueel de veiligheidsmeetsnoeren
van het apparaat.
8.3.2
Stroommeting
-
Kies met de draaiknop 8 de gewenste instelling (A AC/DC) van de
BENNING CM 8.
-
Kies met de toets 5 (blauw) van de BENNING CM 8 de te meten stroom-
keuze gelijk- (DC) of wisselstroom (AC) en voer eventueel de nulafstelling
uit.
-
Druk op de openingshendel K en omvat de éénaderige, stroomvoerende
leiding, zoveel mogelijk in het midden van de tang M.
-
Lees de gemeten waarde af in het display 1.
-
In het AC-bereik kan door de toets PEAK/ Hz-THD 7 langer in te drukken
(2 seconden) in de frequentiemeetstatus geschakeld worden. Terugschake-
ling geschiedt ook door de toets 2 seconden in te drukken. Normale toets-
gebruik schakelt de THD-status in (%harmonieuze vervorming).
Zie fig. 4:
8.4 Inschakelstroommeting (AC)
-
Kies met de draaiknop 8 van de BENNING CM 8 de gewenste instelling (A).
-
Kies met de toets 5 (blauw) van de BENNING CM 8 de te meten stroom-
keuze wisselstroom (AC).
-
De toets INRUSH 6 kort indrukken.
-
Druk op de openingshendel K en omvat de éénaderige, stroomvoerende
leiding, zoveel mogelijk in het midden van de tang M.
-
Consument inschakelen.
-
Lees de gemeten waarde af in het display 1.
Zie fig. 4:
8.5 Weerstandsmeting
-
Kies met de draaiknop 8 van de BENNING CM 8 de gewenste instelling (Ω).
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus J van
de BENNING CM 8.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V en Ω 9 van de
BENNING CM 8.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display 1 van de
BENNING CM 8.
Zie fig. 5:
8.6 Diodencontrole
-
Kies met de draaiknop 8 van de BENNING CM 8 de gewenste instelling (
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus J van
de BENNING CM 8.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V en Ω 9 van de
BENNING CM 8.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de aansluitpun-
ten van de diode en lees de gemeten waarde af in het display 1 van de
BENNING CM 8.
-
Voor een normale, in stroomrichting gemonteerde Si-diode wordt een
stroomspanning tussen 0,400 V tot 0,900 V aangegeven. De aanduiding
"000" wijst op een kortsluiting in de diode, de aanduiding "OL" geeft een
onderbreking in de diode aan.
-
Bij een in sperrichting gemonteerde diode wordt "OL" aangegeven. Bij een
defecte diode wordt "000" of een andere waarde aangegeven.
Zie fig. 5:
02/ 2019
meten van wisselspanning/ meting van frequentie
spanning
zetten
meten van gelijkstroom/ wisselstroom (frequentie-/ inscha-
kelstroommeting)
meten van gelijkstroom/ wisselstroom
(frequentie-/ inschakelstroommeting)
weerstandsmeting/ dioden-/
doorgangscontrole met zoemer
weerstandsmeting/ dioden-/
doorgangscontrole met zoemer
BENNING CM 8
op
de
contactbussen
van
de
).
86

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents