Advertisement
@
1. Starthendet
2.
Chokehendet
3.
Bougiedraad
en kap
4.
Schakelhendet
indicator
5.
Stuurhendel in "ontkoppetde" positie
6.
Stuurhendet in "ingeschakelde"
positie
7.
Gashendel
8.
Handgreep
Figuur
7
3
Figuur
8
4
22
De motor
starten
a.
Verbind de bougiekabel en kap (fig. 7).
b. Zet de versnetlingshendet
in de "N" -positie (neutraal)
(fig. 8).
c.
Zet de gashendet (fig. 9) in "FAST" -positie (snet).
d. Zet de chokehendel
in "CHOKE" -positie (fig. 7).
e.
Grijp de starthendel
(fig. 7) met e6n hand vast en grijp
de stuurhendet met de andere hand. Trek langzaam aan
het touw tot de motor het begin van de compressiecyctus
bereikt (het touw trekt iets harder).
f.
Trek met e6n armbeweging vlug en getijkmatig aan het
touw.
Hou de starthendet goed vast en laat het touw
langzaam terug oprotlen.
Laat de starthendet niet ter-
ugspringen tegen de starter.
g.
Herhaal (e.) en (f.) tot de motor start. Zetdechokehendet
op de motor, tussen "CHOKE" en "RUN" (fig. 7) zodra de
motor start, en zet de hendel daarna in "RUN" -positie
wanneer de motor warmloopt.
h. Zet de gashendet (fig. 9) gegurende een paar minuten
tussen "FAST" (snet) en "STOP" (stop) om op te war-
men.
_i,
WAARSCHUWING!
Hou de stuurhendel in de "ontkoppetd"
-positie wanneer u
de motor start (fig. 9).
N.B.!
Een nieuwe motor kan 3 tot 5 minuten nodig hebben voor hij
het juiste stationair toerental bereikt.
Tanden
starten
a.
Zet de gashendet op de gewenste snelheid.
b.
De tanden beginnen te bewegen wanneer de stuurhendet
in de "ingeschakelde"
-positie staat
(fig. 9).
_,
WAARSCHUWING!
Laat altijd de stuuhendet los voor u de schakethendel
in een
andere positie zet.
FJguur 9
8
Advertisement
