Eerste Inbedrijfstelling - Dometic TwinBoost4000 Installation And Service Manual

• Zorg ervoor dat de lucht die door het toestel naar binnen wordt gezo-
gen niet vervuild kan zijn door uitlaatgassen van het voertuig of van het
toestel zelf.
• De veiligheids- en aftapklep moet direct naast het toestel worden
gemonteerd. Deze moet onder de koudwateraansluiting worden
geplaatst. Hij moet gemakkelijk toegankelijk zijn voor gebruik.
Aanwijzingen m.b.t. de aansluiting op de watertoevoer
!
WAARSCHUWING! Gevaar voor de gezondheid
• Sluit het toestel alleen aan op een mobiele watertoe-
voer.
• Sluit het toestel nooit aan op water dat geen drinkwater
is.
• Monteer het toestel alleen in een watercircuit dat een drukpomp met
drukregelaar bevat.
Aanwijzingen m.b.t. waterslangen, gasleidingen en hetelucht-
en uitlaatkanalen
• De slangen, leidingen en kanalen moeten zodanig worden gelegd
dat het toestel voor onderhoudswerkzaamheden gemakkelijk kan
worden verwijderd.
• Om een correcte werking te garanderen moeten leidingen en kanalen
zonder spanning en zo kort mogelijk worden gelegd.
• Knel en knik leidingen en kanalen niet.
• Heteluchtkanalen en uitlaatkanalen kunnen de omgeving verwarmen.
Zorg ervoor dat er geen hittegevoelige materialen in aanraking kun-
nen komen met de heteluchtkanalen. Houd ten minste 10 mm afstand
aan.
• De waterslangen die worden aangesloten op de boiler en de veilig-
heids- en aftapklep moeten geschikt zijn voor drinkwater, drukvast tot
4,5 bar (450 kPa) en bestand tegen warm water tot +80 °C.
Aanwijzingen m.b.t. de aansluiting op de gastoevoer
• Controleer de compatibiliteit van de gegevens op het typeplaatje met
de eisen aan de gastoevoer van het voertuig.
Aanwijzingen m.b.t. het elektrische systeem
• Het toestel mag uitsluitend door een gekwalificeerde elektricien op
de stroomvoorziening worden aangesloten.
• Controleer of de spanning op het typeplaatje overeenkomt met de
aanwezige stroomvoorziening.
• Leg geen losse of scherp geknikte kabels naast elektrisch geleidend
materiaal (metaal).
• Bescherm kabels tegen scherpe randen.
• Alleen TwinBoost6000H, TwinBoost8000H: Installeer een net-
schakelaar voor alle polen met een contactopening van minstens
3 mm aan de installatiezijde voor de wisselstroomvoeding (230 V).
• Als het toestel op het stroomnet is aangesloten (alleen
TwinBoost6000H, TwinBoost8000H): Zorg ervoor dat de wissel-
spanningsvoorziening is beveiligd met een aardlekschakelaar.
Aanwijzingen m.b.t. de aansluiting op een zonne-installatie
A
LET OP! Gevaar voor beschadiging
De elektronica van het toestel kan beschadigd raken door
een onregelmatige spanningsvoorziening van de zonne-
installatie.
Gebruik altijd een spanningsregelaar of een accu met
laadregelaar tussen het toestel en het zonnepaneel in over-
eenstemming met EN 1648.
Het toestel monteren en aansluiten
1. Monteer het toestel in overeenstemming met afb. d, pagina 4.
2. Monteer het bedieningspaneel in overeenstemming met
afb. e, pagina 4 tot afb. g, pagina 5.
48
3. Installeer de temperatuursensor in overeenstemming met
afb. h, pagina 5.
4. Monteer het uitlaatkanaal en de schoorsteenkap in overeenstemming
met afb. j, pagina 5 tot afb. m, pagina 6.
– Leid het afvoerkanaal direct achter het toestel in een boog naar de
zijkant of naar de bovenkant overeenkomstig afb. i, pagina 5.
Dit helpt om geratel te voorkomen en lawaai te beperken.
– Bevestig het afvoerkanaal minimaal om de 50 cm
(afb. i, pagina 5) met klemmen (accessoire).
5. Monteer de heteluchtkanalen in overeenstemming met
afb. n, pagina 6 en afb. o, pagina 6.
6. Neem het wateraansluitschema in acht: afb. p, pagina 6.
7. Monteer de veiligheids- en aftapklep en sluit deze aan op de koudwa-
tervoorziening in overeenstemming met afb. q, pagina 6 tot
afb. r, pagina 7.
8. Sluit de warmwateruitlaat aan in overeenstemming met
afb. s, pagina 7.
9. Sluit de ontluchtingsslang aan in overeenstemming met
afb. t, pagina 7.
10. Zorg ervoor dat de bedrijfsdruk van de gastoevoer overeenkomt met
die van het toestel, zie typeplaatje.
11. Sluit het toestel aan op de gastoevoer in overeenstemming met
afb. u, pagina 7.
12. Sluit het toestel aan op de stroomvoorziening in overeenstemming
met afb. v, pagina 7.
– U kunt de D+-aansluiting gebruiken als er geen veiligheidsgas-
klep (conform VN/ECE-reglement nr. 122) is gemonteerd.
– Zorg ervoor dat er ten minste 12 V beschikbaar is op het toestel.
Legenda bij afb. v, pagina 7
Nr. Beschrijving
1 Vensterschakelaar (optioneel accessoire)
2 Ruimtetemperatuursensor
13. Gebruik een kabelbinder om de gelijkstroomvoedingskabel, de
kabel van het bedieningspaneel en de kabel van de temperatuursen-
sor te bevestigen aan het oog van de kabelgeleider aan de binnen-
kant van de behuizing.
Dit verlicht de spanning en lijnt de kabels uit met het uitgangsgat in
de elektrische afdekking.

Eerste inbedrijfstelling

1. Bevestig de bijgeleverde sticker in overeenstemming met
afb. w, pagina 7.
2. Als het typeplaatje na de montage niet meer zichtbaar is, breng dan
het bijgeleverde typeplaatje (kopie) aan op een goed toegankelijke
plek in de buurt van het toestel.
3. Laat na de montage door een specialist controleren of de gastoevoer-
leiding goed vastzit met behulp van de drukvalmethode en laat een
keuringscertificaat uitgeven (bijvoorbeeld in Duitsland conform
DVGW werkblad G 607).
4. Stel de waarde in voor de onderspanningswaarschuwing in overeen-
stemming met afb. x, pagina 8.
5. Stel de volgende instellingen in (zie gebruiksaanwijzing):
– Max. ventilatorsnelheid in stille modus
– Min. ventilatorsnelheid in ventilatiemodus
6. Noteer het jaar van montage op het typeplaatje.
7. Overhandig de gebruiksaanwijzing aan de eigenaar van het voertuig.
8. Controleer alle functies van het toestel, met name het legen van de
boiler.
Als een nieuw toestel voor het eerst in bedrijf wordt gesteld, kan er voor
korte tijd rook- en geurontwikkeling ontstaan.
4445103144
NL