Nederlands
vorming van giftige gassen moet voor voldoende
ventilatie worden gezorgd.
6.1. Controle van de installatie/het systeem
De inbedrijfname mag alleen plaatsvinden, wan-
neer de installatie compleet is, aan alle relevante
veiligheidsvoorschriften (bijv. VDE-voorschriften
in Duitsland) en plaatselijke voorschriften is vol-
daan en alle punten gecontroleerd zijn.
PAS op voor materiële schade!
Indien de installatie en de volgende controles
niet volgens voorschrift zijn uitgevoerd, kan de
opvoerinstallatie tijdens het werk aanzienlijke
schade oplopen. Controleer de installatie en
voer de volgende controles uit.
6.1.1. Controle van de installatie
Controleer de installatie op de correcte uitvoering
van alle vereiste werkzaamheden:
• Bodembevestiging
• Mechanische aansluitingen
• Toevoer met afsluitarmatuur
• Persleiding met afsluitarmatuur
• Ontluchting via het dak
• Elektrische aansluiting:
• Rechtsdraaiend draaiveld beschikbaar.
• De opvoerinstallatie moet volgens de voor-
schriften worden beveiligd en geaard.
• Montage van de schakelkast
• Montage van de CEE-contactdoos
• Aanleg van de stroomtoevoerleidingen
• Montage van de externe alarmmelder (optio-
neel)
• Montage van de handmembraanpomp voor
noodleging
• De installatie compleet gereinigd, met name
verwijdering van vaste stoffen.
6.1.2. Controleren van de installatie
De volgende punten moeten voor de inbedrijfna-
me worden uitgevoerd:
Opstelling van de beluchtingsschroef op de
geïntegreerde terugslagklep
Fig. 9.: Opstelling van de beluchtingsschroef
De beluchtingsschroef moet voor een veilige
werking van de installatie minimaal 25 mm zijn
uitgedraaid. Controleer de lengte van de beluch-
tingsschroef.
Als de beluchtingsschroef te ver is ingedraaid,
kunnen de klep en de installatie beschadigen
en kan er zo een sterke geluidsontwikkeling
optreden!
Functietest van de niveauregeling
De niveauregeling moet op een foutloze mecha-
nische toestand gecontroleerd worden.
1.
Open de revisiedeksel.
2.
Controleer de vlotterschakelaar op bewegings-
vrijheid en een goede pasvorm op de arm.
3.
Sluit de revisieopening opnieuw.
150
6.2. Bediening
De opvoerinstallatie wordt bediend via de
gemonteerde schakelkast. In-/uitschakelen, au-
tomatische bediening evenals de weergave van de
afzonderlijke bewakingsinrichtingen vindt plaats
via de LED's aan de voorkant en de knoppen aan
de zijkant.
De schakelkast is voor de bediening van de instal-
latie reeds vooringesteld. Alleen de nalooptijd van
de pomp moet worden ingesteld tijdens de eerste
inbedrijfname.
Alle benodigde informatie over de bediening
van de schakelkast en de afzonderlijke weerga-
ven vindt u in de inbouw- en bedieningsvoor-
schriften van de gemonteerde schakelkast.
6.3. Draairichtingcontrole
De controle van de draairichting geschiedt via de
schakelkast.
Alle benodigde informatie over de controle
van de draairichting en een eventueel verhel-
pen van storingen gelieve u uit de inbouw- en
bedieningsvoorschriften van de gemonteerde
schakelkast te halen.
6.4. Niveauregeling
De schakelpunten van de niveauregeling zijn vast
ingesteld en kunnen niet worden gewijzigd.
6.5. Bedrijf
6.5.1. Bedrijfsomstandigheden
De opvoerinstallatie mag alleen onder de volgen-
de omstandigheden worden gebruikt:
• Max. toevoer/h:
• RexaLift FIT L1: 1050 l
• RexaLift FIT L2: 3000 l
• Max. toevoerhoogte: 5 m
• Max. toegestane druk in persleiding: 3 bar
• Max. mediumtemperatuur: 40 °C, 60 °C geduren-
de max. 3 min
• Omgevingstemperatuur: 3...40 °C
• Bedrijfssituatie: S3 10%, 120 s
• Transportmedium is aanwezig.
Drooglopen kan leiden tot schade aan de motor
en is ten strengste verboden!
6.5.2. Eerste inbedrijfname
Voordat de opvoerinstallatie in bedrijf kan worden
genomen, moet deze worden gevuld en moet er
een testloop worden uitgevoerd. Een testloop
moet een complete pompcyclus van alle pompen
omvatten. Op die manier kan de dichtheid van de
installatie worden gecontroleerd.
Verder moet de nalooptijd van de pompen inge-
steld worden om een optimale werking van de
installatie te waarborgen.
INBEDRIJFNAME
WILO SE 01/2014 Ed.05 DIN A4
Need help?
Do you have a question about the RexaLift FIT L1 and is the answer not in the manual?