Wilo RexaLift FIT L1 Installation And Operating Instructions Manual page 146

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 29
Nederlands
GEVAAR door vallen!
Bij het inbouwen van de opvoerinstallatie en
de toebehoren ervan wordt er in sommige
gevallen direct aan de putrand gewerkt. On-
oplettendheid en/of verkeerde kledingkeuze
kunnen leiden tot vallen. Er bestaat risico op
dodelijk letsel! Tref de nodige veiligheids-
maatregelen om dat te vermijden.
• Grove vaste stoffen moeten worden verwijderd.
• De put moet indien nodig worden ontsmet.
• Er moet voor de veiligheid een tweede persoon
aanwezig zijn.
• Bestaat er gevaar voor de vorming van giftige
of verstikkende gassen, dan moet u hiertegen
de nodige maatregelen nemen!
• De putgrootte en de afkoeltijd van de motor
moeten worden bepaald door de planner van de
installatie aan de hand van de omgevingsom-
standigheden tijdens bedrijf.
• Houd rekening met de diagonale afmeting van
de opvoerinstallatie.
• Er moet gegarandeerd zijn dat een hefwerk-
tuig probleemloos gemonteerd kan worden,
omdat dit voor de montage/demontage van de
opvoerinstallatie nodig is. De gebruiks- en op-
stellingsplaats voor de opvoerinstallatie moet
met het hefwerktuig zonder gevaar bereik-
baar zijn. De opstellingsplaats moet een vaste
ondergrond hebben. Voor het transport van de
opvoerinstallatie moeten er als hijsmiddelen
twee transportbanden worden gebruikt. Deze
moeten aan het reservoir worden bevestigd. Er
mogen alleen bouwtechnisch goedgekeurde
bevestigingsmiddelen worden gebruikt. Neem
eveneens alle voorschriften, regels en wetten
voor het werken met zware lasten en onder
hangende lasten in acht. Draag geschikte be-
schermende kleding.
5.3.1. Algemene aanwijzingen voor de bevestiging van
de opvoerinstallatie
Opvoerinstallaties moeten draai- en afhanke-
lijk van de gebruikslocatie opdrijfzeker worden
gemonteerd. Hiertoe moet de opvoerinstallatie
aan de bodem van de bedrijfsruimte worden ver-
ankerd. De montage kan hierbij op verschillende
bouwwerken (beton, kunststof enz.) plaatsvin-
den. Daarom moet het juiste bevestigingsma-
teriaal voor het betreffende bouwwerk door de
gebruiker worden geleverd.
Neem de volgende aanwijzingen voor het beves-
tigingsmateriaal in acht:
• Let op de juiste randafstand om scheuren en het
afspringen van de bouwstof te vermijden.
• De diepte van het boorgat is afhankelijk van de
schroeflengte. Wij adviseren een boordiepte voor
een schroeflengte van +5 mm.
• Boorstof heeft een nadelige invloed op de houd-
kracht. Daarom geldt: Boorgat altijd uitblazen of
uitzuigen.
• Let er bij de montage op dat het bevestigingsma-
teriaal niet beschadigd raakt.
146
5.3.2. Stationaire droge opstelling in gebouwen en
schachten
Werkstappen
De installatie van de opvoerinstallatie gebeurt in
de volgende stappen:
• Opvoerinstallatie positioneren en aan de bodem
verankeren
• Persleiding aansluiten
• Hoofdtoevoerleiding DN 100/DN 150 aansluiten
• Ontluchtingsleiding aansluiten
• Toevoer DN 50 aansluiten
• Legen in noodsituaties aansluiten
Opvoerinstallatie positioneren en aan de bodem
verankeren
Fig. 2.: Opvoerinstallatie monteren
1 Isolatiestrips
2 Bevestigingsplaten
De opvoerinstallatie wordt met twee hoeken aan
de bodem verankerd.
1.
Opvoerinstallatie op de gewenste plek neerzetten
en uitlijnen.
2.
Montagehoeken in de beide bevestigingspla-
ten (aan beide korte zijden) leggen en boringen
aftekenen.
3.
Opvoerinstallatie aan de kant zetten en boringen
maken aan de hand van het gebruikte bevesti-
gingsmateriaal.
4.
Isolatiestrips aan de onderkant van de opvoerin-
stallatie aanbrengen.
5.
Opvoerinstallatie opnieuw positioneren, mon-
tagehoeken plaatsen en met het bijbehorende
bevestigingsmateriaal bevestigen.
Persleiding aansluiten
PAS op voor drukpieken!
Door optredende drukpieken kan de maximaal
toegestane bedrijfsdruk met een veelvoud
worden overschreden. Daardoor kan de pers-
leiding barsten! Probeer drukpieken al bij het
aanleggen van de persleiding te vermijden. De
gebruikte leidingen en verbindingselementen
moeten voldoende drukbestendig zijn!
LET op
• Volgens DIN EN 12056‑4 moet de stroomsnel-
heid op het bedrijfspunt tussen 0,7 m/s en
2,3 m/s bedragen.
• Een reductie van de leidingdiameter in de pers-
leiding is niet toegestaan.
Bij het aansluiten van de persleiding moet het
volgende in acht genomen worden:
• De persleiding moet zelfdragend zijn.
• De persleiding moet trillingsvrij, geluidsgeïsoleerd
en flexibel worden aangesloten.
• De aansluiting en alle verbindingen moeten abso-
luut dicht zijn.
OPSTELLING
3 Montagehoeken
WILO SE 01/2014 Ed.05 DIN A4

Advertisement

Table of Contents
loading
Need help?

Need help?

Do you have a question about the RexaLift FIT L1 and is the answer not in the manual?

This manual is also suitable for:

Rexalift fit l2

Table of Contents