Manitou MRT-X 2150 Privilege Plus ST3A S2 User Manual page 34

IT
RICONOSCIMENTO AUTOMATICO
DELL'ACCESSORIO "E-RECO"
La macchina è equipaggiata con un sistema
elettronico di riconoscimento accessorio
che identi ca al momento dell'aggancio il
tipo di accessorio installato.
Questo sistema facilita e velocizza le opera-
zioni di cambio accessorio.
Il sistema è caratterizzato da 2 dispositivi si-
tuati uno sul braccio della macchina (rif.1a
Fig. A) e uno sull'accessorio.
(rif.1b Fig. A).
Il sistema di riconoscimento, dopo l'identi-
cazione del tipo di accessorio e la confer-
ma dell'operatore, imposta la macchina per
operare con l'accessorio agganciato. Questa
modalità è de nita automatica.
Tuttavia la macchina può operare con una
accessorio privo di dispositivo di identi -
cazione ma in questo caso è responsabilità
dell'operatore identi care e confermare il
tipo di accessorio agganciato. Questa mo-
dalità è de nita manuale.
1b
EN
AUTOMATIC IDENTIFICATION OF
THE ATTACHMENT "E-RECO"
The vehicle is equipped with an electronic
attachment identi cation system which
identi es the type of attachment connec-
ted.
This system makes the attachment change
operations easier and faster.
The system is characterised by 2 devices,
one on the (Ref.1a Fig. A) vehicle boom and
the other on the attachment.
(Ref.1b Fig. A).
After identi cation of the type of attach-
ment and con rmation by the operator,
the identi cation system sets the vehicle
to operate with the attachment connected.
This mode is de ned as automatic.
However, the vehicle can operate with an
attachment devoid of the identi cation
device, but in this case it is the operator's
responsibility to identify and con rm the
type of attachment connected. This mode is
de ned as manual.
A
1a
1-10
NL
AUTOMATISCHE HERKENNING
VAN HET WERKTUIG "E-RECO"
De machine is uitgerust met een elektro-
nisch herkenningssysteem dat het type
werktuig herkent wanneer het aangekop-
peld wordt.
Dit systeem vergemakkelijkt en versnelt de pro-
cedure voor het verwisselen van het werktuig.
Het systeem wordt gekenmerkt door 2 ele-
menten, één op de arm van de machine (ref.
1a Fig. A) en één op het werktuig.
(ref. 1b Fig. A).
Na de herkenning van het type werktuig en
de bevestiging van de bestuurder, stelt het
herkenningssysteem de machine in om met
het aangekoppelde werktuig te werken. Dit
is de automatische modaliteit.
De machine kan evenwel ook met een
werktuig zonder het herkenningssysteem
werken. In dit geval is de bestuurder ver-
antwoordelijk voor het identi ceren van het
aangekoppelde werktuig en de bevestiging
ervan. Dit is de handmatige modaliteit.