Aansluiten - DAITEM 221-21 Series Manual

6. Aansluiten

6.1 De aansluitklemmen n° 1 en n° 2 beschikken over 3 klemmen
• De zelfbeveiliging (ZB1 en ZB2): de klem voor het aansluiten van
het zelfbeveiligingscircuit (beveiliging in geval van
draaddoorsnijding van een contact(en) op afstand).
• Gemeenschappelijk (G1 en G2): de gemeenschappelijke klem.
• Circuit (C1 en C2): de klem voor het aansluiten van het
detectiecircuit of het bedieningscircuit in functie van de
doorgevoerde parameterring (zie hoofdstuk "Parameterring").
Aansluitklem
Aansluitklem
n° 1 n° 1
ZP1
G1
C1
Aansluitklem
n° 2
Aansluitkle
m n° 2
6.2 Aansluiten van verschillende contacttypes op afstand
• Gekabelde NG contacten in serie:
- overhangende of ingebouwde
deur- en raamsensoren
- piëzo-elektrische
glasbreukmelder
- schokmelder
- andere specifieke
melders
• Gekabelde zelfbeveiligde NG contacten in serie:
overhangende of ingebouwde
zelfbeveiligde deur-
en raamsensoren
• Gekabelde NO contacten parallel aangesloten:
contacttapijt
ZP2
G2
C2
OPGELET
• Het aansluiten van een zelfbeveiligd circuit moet gebeuren vóór het
aansluiten van de lithiumblok.
• De herkenning van het zelfbeveiligd circuit gebeurt dan automatisch
tijdens het aansluiten van de lithiumblok.
Max. 5
contacten in serie
ZP1/ZP2
G1/G2
C1/C2
Max. lengte van
het circuit: 10 m
ZP1/ZP2
Zelfbeveiligings -
circuit
G1/G2
C1/C2
ZP1/ZP2
G1/G2
C1/C2
85