• Het hartslaghorloge moet de hoofdweergave van een van de vier modi (Kompas-modus, Tijd-
modus, Trainings-modus, Navigatie-modus) weergeven. Er mag geen submenu voor instellingen
worden weergegeven.
• De hartslagmonitor mag niet verder dan 3 m van het hartslaghorloge zijn verwijderd. Anders wordt
deze niet gedetecteerd.
• Houd de toets „MODE" (2) gedurende 3 seconden ingedrukt totdat „Menu:" wordt weergegeven.
Met de toetsen „ST. / STP" (3) en „LAP / RESET" (5) selecteert u de afzonderlijke
menuopties, met de toets „VIEW" (4) opent u de desbetreffende submenu's resp.
schakelt u naar de status van de desbetreffende instelling. Met de toets „MODE" (3),
keert u terug naar het vorige menu.
• Selecteer het „Menu:" → „HRM" → „Paring".
• Raak binnen de komende seconden met beide handen de contactpunten voor hartslagmeting (10)
en houd deze gedurende ca. 3 seconden ingedrukt.
• Als het signaal met succes is gedetecteerd, wordt „Done!" op het hartslaghorloge weergegeven,
herhaalt u de stappen opnieuw.
• Druk op de toets „MODE" (2), om de instellingen op te slaan.
Het apparaatkoppeling moet altijd worden uitgevoerd, als bij de hartslagmonitor het
vervangen van de batterij is uitgevoerd.
135