MSA OptimAir 3000 Instructions For Use Manual page 30

Wettelijke waarschuwingen
Deze instructies dienen gelezen te wor
den in samenhang met de instructies
van het OptimAir aanblaassysteem en
de tester, welke in combinatie met een
van de onderstaande luchtkappen
bescherming bieden die voldoet aan EN
12941, OptiHood Demi en OptiHood Full
TH2, OptiTop TH3.
Luchtkappen zijn ontworpen voor
gebruik door bekwaam personeel dat
bekend is met gevaren in de werk
omgeving en alleen samen met het
OptimAir 3000 aanblaassysteem.
Niet voor gebruik in een atmosfeer met
een gewijzigd zuurstofgehalte [toeges
taan gehalte is 19 23 %, zie plaat
selijke voorschriften] of indien het
besmettingsniveau mogelijk een onmid
dellijk gevaar voor de gezondheid
oplevert.
Gebruik de apparatuur niet indien de
luchtkap of slang beschadigd is, con
troleer deze op barsten, spleten en
scheuren welke lekkages kunnen
veroorzaken.
Bescherming kan alleen bereikt worden
indien het apparaat correct is aange
bracht; haar en brillen e.d. mogen geen
inbreuk maken op de afsluiting aan het
gezicht.
Het beschermingniveau kan verminderd
worden door een windsnelheid hoger
dan 2 meter per seconde en bij een erg
hoog arbeidstempo kan er onderdruk
ontstaan bij een maximale luchtstroom.
In zulke gevallen dienen andere vormen
van ademhalingsbescherming in over
weging genomen te worden.
26
1. Informatie over goedkeuringen
Alle luchtkappen voldoen aan EN 12941,
zoals aangegeven via de aangemelde
instantie BIA CE 0121.
De helm voldoet aan EN 397, zoals
aangegeven via de aangemelde instantie
Inspec CE 0194.
Het vizier voldoet aan EN 166, zoals
aangegeven via de aangemelde instantie
Inspec CE 0194.
2. Vóór gebruik
2.1 OptiHood Demi en OptiHood Full
Vóór het in gebruik nemen dient het hoofd
harnas aangepast te worden door de nek
band tot een goed sluitende pasvorm aan te
trekken waarna de slang aangesloten dient
te worden.
2.2 OptiTop
Monteer de luchtkap op de helm & lucht
managementring (zie tekeningen). Monteer
daarna de connector op de achterzijde van
de managementring, waarbij de luchtkap op
de ring wordt vastgeklemd en verzegeld;
sluit ten slotte de klem stevig op de slang
aan met de juiste richting tussen de luchtkap
en het aanblaassysteem.
Controleer vóór gebruik altijd de luchtstroom
van het aanblaassysteem.
3. Het dragen
3.1 OptiHood Demi (Fig. 1 3)
Plaats het gelaatsscherm op het hoofd zodat
het vizier aan de voorzijde zit en breng de
elastieken gezichtsafsluiting onder de kin
aan. Indien nodig kunnen de banden die
over het hoofd en in de nek lopen, aan
getrokken worden tot een comfortabele
pasvorm zonder openingen tussen gezicht
en luchtkap. Zorg ervoor dat de elastieken
rand van de luchtkap goed aansluit op het
gezicht, vooral aan de zijkant van het gezicht
rond de oren.