Datacommunicatie en Solar Net
Solar Net en data-
Voor individueel gebruik van de systeemuitbreidingen is door Fronius het Solar Net ont-
verbinding
wikkeld. Het Solar Net is een datanetwerk dat de koppeling van meerdere inverters aan
de systeemuitbreidingen mogelijk maakt.
Het Solar Net is een bussysteem met ringtopologie. Voor de communicatie van een of
meer op Solar Net aangesloten inverters met een systeemuitbreiding is één kabel toerei-
kend.
Verschillende systeemuitbreidingen worden door Solar Net automatisch herkend.
Om tussen meerdere identieke systeemuitbreidingen onderscheid te kunnen maken,
moet op de systeemuitbreidingen een individueel nummer worden ingesteld.
Om elke inverter eenduidig in het Solar Net te definiëren, de betreffende inverter even-
eens een individueel nummer toewijzen.
Toewijzen van een individueel nummer volgens rubriek 'Het Setup menu'.
Meer informatie over de afzonderlijke systeemuitbreidingen staan in de overeenkomstige
gebruiksaanwijzingen aangegeven of op internet op www.fronius.com.
Meer informatie over de bekabeling van DATCOM-componenten vindt u onder:
Beschrijving van
De LED 'Solar Net' brandt:
de LED 'Solar Net'
Voeding voor de datacommunicatie binnen het Fronius Solar Net / Interface Protocol is in
orde
De LED 'Solar Net' knippert om de 5 seconden kort:
Storing bij de datacommunicatie in het Fronius Solar Net
-
-
Na uitschakeling vanwege een te hoge stroom of een te lage spanning tracht de inverter
elke 5 seconden de stroomtoevoer naar het Fronius Solar Net weer te herstellen, zolang
de storing nog bestaat.
Als de storing is verholpen, wordt de stroomtoevoer naar het Fronius Solar Net binnen 5
seconden hersteld.
136
http://www.fronius.com/QR-link/4204101938
Te hoge stroom (een stroom van > 3 A, bijvoorbeeld veroorzaakt door kortsluiting in
het Fronius Solar Net Ring)
Te lage spanning (geen kortsluiting, de spanning in het Fronius Solar Net < 6,5 V, bij-
voorbeeld als er in het Fronius Solar Net te veel DATCOM-componenten zijn en de
voeding onvoldoende is)
In een dergelijk geval is een extra voeding van de DATCOM-componenten via een ex-
terne voedingseenheid aan een van de DATCOM-componenten noodzakelijk.
Voor het vaststellen van een te lage spanning zo nodig ook andere DATCOM-compo-
nenten op storingen controleren.