Inschakelwijzen; Onderhoud; Algemeen; Onderhoudstermijnen - Homa Saniquick UF Original Instruction Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

5.8. Inschakelwijzen

Inschakelwijzen met stekker/schakeltoestellen
Stekker in de daartoe bestemde contactdoos steken en
de in-/uitschakelaar op het schakeltoestel bedienen.
Inschakelwijzen bij kabels met vrije uiteinden (zonder
stekker)
Inschakeling direct
Bij volledige belasting moet de motorbeveiliging worden
ingesteld op de nominale stroom. Bij deellastbedrijf wordt
aanbevolen de motorbeveiliging 5% boven de gemeten
stroom op het werkpunt in te stellen.
Inschakeling ster-driehoek
Indien de motorbeveiliging in de kabel geïnstalleerd is: De
motorbeveiliging instellen op 0,58 x nominale stroom. De
aanlooptijd in de sterschakeling mag max. 3 s bedragen.
Indien de motorbeveiliging niet in de kabel geïnstalleerd
is: Bij volledige belasting de motorbeveiliging instellen op
nominale stroom.
5.8.1. Na het inschakelen
De nominale stroom wordt bij het opstartproces geduren-
de korte tijd overschreden. Na beëindiging van dit proces
mag de bedrijfsstroom de nominale stroom niet meer
overschrijden. Wanneer de motor na het inschakelen niet
meteen start, moet de machine onmiddellijk worden uit-
geschakeld. Voordat er een nieuwe inschakeling plaats-
vindt, moeten de schakelpauzes volgens de Technische
gegevens worden aangehouden. Als de storing zich op-
nieuw voordoet, moet de machine onmiddellijk weer wor-
den uitgeschakeld. Een nieuwe inschakelpoging mag pas
worden gestart als de fout is verholpen.
De volgende punten moeten worden gecontroleerd:
Bedrijfsspanning (toegestane afwijking +/- 5% van de
nominale spanning)
Frequentie (toegestane afwijking +/- 2% van de no-
minale frequentie)
Stroomverbruik (toegestane afwijking tussen de fa-
sen max. 5%)
Spanningsverschil tussen de verschillende fasen
(max. 1%)
Schakelfrequentie en -pauzes (zie Technische gege-
vens)
Binnendringen van lucht bij de toevoer, evt. moet er
een stootplaat worden aangebracht
Minimale afdekking door water, niveauregeling,
droogloopbeveiliging
Rustige loop
Op lekkages controleren, evt. de nodige stappen on-
dernemen volgens hoofdstuk "Onderhoud"
62 | nEDErlanDS

6. Onderhoud

6.1. Algemeen

De complete installatie moet regelmatig worden gecon-
troleerd en onderhouden.
De volgende punten moeten worden nageleefd:
De handleiding moet beschikbaar zijn voor het onder-
houdspersoneel en in acht genomen worden. Er mo-
gen alleen onderhoudswerkzaamheden en -maatre-
gelen worden uitgevoerd die hier worden vermeld.
Alle onderhouds-, inspectie- en reinigingswerkzaam-
heden aan de machine en de installatie moeten met
grote zorgvuldigheid, op een veilige werkplek en
door geschoold vakpersoneel worden uitgevoerd.
De benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen
moeten worden gedragen. De machine moet voor
alle werkzaamheden van het stroomnet worden ges-
cheiden. Een onbedoelde inschakeling moet worden
verhinderd. Daarnaast moeten bij werkzaamheden
in bekkens en/of reservoirs absoluut de relevante
voorzorgsmaatregelen volgens ARBO/VCA worden
getroffen.
Elektrische werkzaamheden aan de machine en de
installatie moeten door een vakman worden uitgevo-
erd. Bij machines met Ex-goedkeuring moet u ook
het hoofdstuk "Explosiebeveiliging" in de bijlage in
acht nemen!
Bij toepassing van licht ontvlambare oplos- en reinig-
ingsmiddelen is open vuur, open licht en roken ver-
boden.
Controleer of het benodigde gereedschap en mate-
riaal beschikbaar is. Orde en reinheid garanderen veil-
ig en probleemloos werken aan de machine. Verwi-
jder na de werkzaamheden gebruikt poetsmateriaal
en gereedschap van de machine. Bewaar alle mate-
rialen en gereedschappen op de daarvoor bestemde
plaats.
Vloeistoffen voor het bedrijf (bijv. olie, smeermid-
delen, etc.) moeten in geschikte reservoirs worden
opgevangen en volgens de voorschriften worden af-
gevoerd (volgens richtlijn 75/439/EEG en verordenin-
gen §§5a, 5b volgens AbfallGesetz (Duitse afvalwet)).
Bij reinigings- en onderhoudswerkzaamheden moet
de juiste beschermende kleding worden gedragen.
Deze moet volgens de Duitse afvalsleutel TA 524 02
en EG-Richtlijn 91/689/EEG worden afgevoerd. Al-
leen de door de fabrikant aanbevolen smeermiddelen
mogen worden gebruikt. Oliesoorten en smeermid-
delen mogen niet worden gemengd. Gebruik alleen
originele onderdelen van de fabrikant
Een testloop of een functietest van de machine mag al-
leen onder de algemene bedrijfsvoorwaarden plaats-
vinden!

6.2. Onderhoudstermijnen

Halfjaarlijks:
Visuele controle van de stroomtoevoerkabels
Reservoir reinigen

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents