Motorbeveiliging; Bedrijf Op Statische Frequentieomvormer; Inschakelwijzen - Homa TP 28 Original Instruction Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

5.8. Motorbeveiliging

De minimale eis is een thermisch relais/motorbeveiliging-
schakelaar met temperatuurcompensatie, differentiaaluit-
schakeling en blokkering tegen herinschakeling volgens
VDE 0660 resp. overeenkomstige nationale voorschriften.
Worden de machines aangesloten op stroomnetten waar-
in regelmatig storingen optreden, dan adviseren wij extra
beveiligingssystemen in te bouwen (bijv. overspannings-,
onderspannings- of faseuitvalrelais, bliksembeveiliging,
etc.). Bij het aansluiten van de machine moeten de plaat-
selijke en wettelijke voorschriften worden nageleefd.
Éénfasemotor
TP30-pompen met 230 V/éénfase motoren hebben stan-
daard een schakeltoestel met motorbeveiligingschakelaar
en bedrijfscondensator. Bij toepassing van andere scha-
keltoestellen moet bij de configuratie van de motorbevei-
ligingschakelaar worden gelet op de nominale stroom van
de motor.
In de TP28... en de TP48 met 230V/1Ph motoren, de con-
densator is geïnstalleerd in de pomp.
Pomptype
TP28/TP30 tot 0,9 kW (P2), TP48... 25
TP30 meer dan 1,0 kW (P2)
Driefasenmotor
TP28...D(A) en TP30...D(A) met 3Ph motoren hebben
standaard een schakeltoestel met motorbeveiligingscha-
kelaar. Bij toepassing van andere schakeltoestellen moet
bij de configuratie van de motorbeveiligingschakelaar
worden gelet op de nominale stroom van de motor (zie
typeplaatje).

5.9. Bedrijf op statische frequentieomvormer

Voor het bedrijf op de frequentieomvormer moet op de
volgende punten worden gelet:
De pomp moet zijn ontworpen voor bedrijf op een fre-
quentieomvormer volgens DIN EN 60034-17 alvorens
te bestellen. De standaardpomp is niet geschikt voor
bedrijf op een frequentieomvormer.
Spanningspieken op de motorwikkeling moeten be-
slist worden vermeden, evt. moeten geschikte filters
in de motorkabel worden aangebracht
Er moet op worden gelet dat het totale systeem naar
behoren geaard is
De gegevens van de frequentieomvormer moeten in
acht worden genomen
Eventueel is een afgeschermde kabel nodig voor het
naleven van de EMC-richtlijnen
Het informatieblad "Toepassing van HOMA-pompen
op een frequentieomvormer" moet in acht worden
genomen
Minimaal toerental bij afvalwater- en vuilwaterpom-
pen
Bij afvalwater- en vuilwaterpompen is geen minimaal
toerental voorgeschreven. Er moet echter op worden
gelet dat het aggregaat, vooral in het onderste toerent-
albereik, schok- en trillingsvrij werkt. Anders kunnen de
glijringafdichtingen beschadigd raken en ondicht wor-
den. Daarnaast moet erop worden gelet dat de minimale
stroomsnelheid van 0,7 m/s niet wordt onderschreden.
Bedrijfscondensator
µF
VAC
450
30
450

5.10. Inschakelwijzen

Inschakelwijzen bij kabels met vrije uiteinden (zonder
stekker)
Inschakeling direct
Bij volledige belasting moet de motorbeveiliging worden
ingesteld op de nominale stroom. Bij deellastbedrijf wordt
aanbevolen de motorbeveiliging 5% boven de gemeten
stroom op het werkpunt in te stellen.
Inschakeling ster-driehoek
Indien de motorbeveiliging in de kabel geïnstalleerd is: De
motorbeveiliging instellen op 0,58 x nominale stroom. De
aanlooptijd in de sterschakeling mag max. 3 s bedragen.
Indien de motorbeveiliging niet in de kabel geïnstalleerd
is: Bij volledige belasting de motorbeveiliging instellen op
nominale stroom.
Inschakeling aanlooptransformator/soft starter
Bij volledige belasting moet de motorbeveiliging worden
ingesteld op de nominale stroom. Bij deellastbedrijf wordt
aanbevolen de motorbeveiliging 5% boven de gemeten
stroom op het werkpunt in te stellen. De aanlooptijd bij
verminderde spanning (ca. 70%) mag max. 3 s bedragen.
Bedrijf met frequentieomvormers
De machine kan op frequentieomvormers bedreven wor-
den. Zie hiervoor hoofdstuk 5.9 van deze handleiding.
Inschakelwijzen met stekker/schakeltoestellen
Stekker in de daartoe bestemde contactdoos steken en
de in-/uitschakelaar op het schakeltoestel bedienen.
5.10.1. Na het inschakelen
De nominale stroom wordt bij het opstartproces geduren-
de korte tijd overschreden. Na beëindiging van dit proces
mag de bedrijfsstroom de nominale stroom niet meer
overschrijden. Wanneer de motor na het inschakelen niet
meteen start, moet de machine onmiddellijk worden uit-
geschakeld. Voordat er een nieuwe inschakeling plaats-
vindt, moeten de schakelpauzes volgens de Technische
gegevens worden aangehouden. Als de storing zich op-
nieuw voordoet, moet de machine onmiddellijk weer wor-
den uitgeschakeld. Een nieuwe inschakelpoging mag pas
worden gestart als de fout is verholpen.
De volgende punten moeten worden gecontroleerd:
Bedrijfsspanning (toegestane afwijking +/- 5% van de
nominale spanning)
Frequentie (toegestane afwijking -2% van de nomi-
nale frequentie)
Stroomverbruik (toegestane afwijking tussen de fa-
sen max. 5%)
Spanningsverschil tussen de verschillende fasen
(max. 1%)
Schakelfrequentie en -pauzes (zie Technische gege-
vens)
Binnendringen van lucht bij de toevoer, evt. moet er
een stootplaat worden aangebracht
Minimale afdekking door water, niveauregeling,
droogloopbeveiliging
Rustige loop
Op lekkages controleren, evt. de nodige stappen on-
dernemen volgens hoofdstuk "Onderhoud"
nEDlErlanDS | 63

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Tp 30P 48

Table of Contents