Stiga T 92 Series Operator's Manual page 596

Ride-on lawnmower with seated operator
Hide thumbs Also See for T 92 Series:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 260
6.5.3 Achteruitversnelling
BELANGRIJK Het inschakelen van
de achteruitversnelling dient uitgevoerd
te worden als de machine stilstaat.
1. Schakel het pedaal in (par. 5.1) 
tot de machine stil staat;
2. schakel de achteruitversnelling in door 
op het koppelingspedaal in de richting 
"achteruitversnelling" te duwen (par. 5.3).
6.5.4 Het gras maaien
Doe als volgt om met de machine te werken:
1. breng de versnellingshendel naar de
stand van het maximaal toerental ("haas"); 
tijdens het gebruik van de machine moet 
deze stand steeds gebruikt worden;
2. plaats de snijgroep op de maximale hoogte;
3. de snij-inrichtingen inschakelen (par. 
5.9), enkel op het grasveld, vermijd 
de snij-inrichtingen in te schakelen op 
grond met grind of te hoog gras;
4. Begin geleidelijk aan en zeer 
voorzichtig te rijden en te maaien, 
zoals eerder al werd beschreven;
5. Pas de snelheid en de maaihoogte aan (par. 
5.11) aan de toestand van het gras (hoogte, 
densiteit en vochtigheid van het gras) en 
aan de hoeveelheid verwijderd gras; 
6. Het uitzicht van het grasveld zal
mooier zijn als de maaibeurten altijd op 
dezelfde hoogte worden uitgevoerd, en 
afwisselend in beide richtingen (afb. 27).
BELANGRIJK Om achteruit te kunnen rijden
met de snij-inrichtingen ingeschakeld, moet men
de toets voor toelating ingedrukt houden (par.
5.10) om te vermijden dat de motor stilvalt.
Elke keer als een afname in het aantal 
toeren van de motor wordt waargenomen, 
moet men de snelheid te vertragen, denk 
eraan dat er nooit een mooi maaibeeld 
verkregen wordt als de rijsnelheid te hoog 
is ten opzichte van de hoeveelheid gras.
Schakel de snij-inrichtingen uit en breng 
de snijgroep naar de hoogste stand.
– Tijdens verplaatsingen tussen werkzones
– Bij het oversteken van 
oppervlaktes zonder gras.
– Elke keer wanneer men een 
hindernis moet overkomen.
6.5.5 Tips om altijd een mooi
gazon te hebben
• Voor een mooi, groen en zacht gazon is het 
nodig dat het gras regelmatig gemaaid wordt. 
Het gazon kan van verschillende soorten 
gras zijn. Bij regelmatige maaibeurten, groeit 
het gras sneller, waardoor meer wortelgroei 
ontstaat en een mooi dicht gazon bekomen 
wordt; indien minder vaak gemaaid wordt, 
wordt ook de groei van hoog en wild gras 
bevorderd (klaver, margrieten, enz.) De 
maaifrequentie wordt bepaald aan de hand 
van de groei van het gras, waarbij vermeden 
moet worden dat het gras te hoog wordt.
• De optimale hoogte van het gras van een 
goed verzorgd gazon bedraagt ongeveer
4-5 cm en met een enkele maaibeurt wordt 
het best niet meer dan een derde van de 
volledig lengte gemaaid. Als het gras erg 
hoog is, raden wij aan om het gazon, met 
tussenpoos van één dag, in twee keer te 
maaien, de eerste keer met de snijgroep op 
de maximale hoogte, en de twee keer met de 
snijgroep op de gewenste hoogte (afb. 26).
• Een te lage maaihoogte kan het 
grasveld schaden, zodat "vlekken" 
kunnen gevormd worden.
• In de warmste en droogste tijden van het jaar 
is het beter om het gras iets hoger te laten 
worden zodat het gazon niet uitdroogt.
• Het is beter het gras te maaien als het gazon 
goed droog is. Maai het gras niet wanneer 
het nog nat is; dit kan de doeltreffendheid 
van het draaisysteem verminderen omdat 
het gras zou blijven kleven en het gras 
dus zou kunnen weggerukt worden.
• De snij-inrichtingen dienen geen gebreken 
te vertonen en goed scherp te zijn, zodat het
gras op de juiste manier wordt afgesneden 
zonder uitgerukt te worden. Dit kan namelijk 
tot vergeling van de punten leiden.
• De motor dient op volle toeren te draaien 
om zowel het gras op de juiste manier af te 
snijden als een goede afvoer van het gras
naar het uitwerpkanaal te verkrijgen.
• Als het uitwerpkanaal telkens met gras 
verstopt, is het beter om de snelheid te 
vertragen zodat het maaien niet te snel 
gebeurt ten opzichte van de toestand
van het gazon; mocht het probleem 
aanhouden dan kan het ook zijn dat de snij-
inrichtingen niet goed geslepen zijn of dat
het profiel van de vleugels vervormd is.
• Pas erg goed op bij het maaien langs struiken 
en boorden. Deze kunnen de stand van de 
snijgroep ontregelen en de zijkant van de 
snijgroep en de snij-inrichtingen beschadigen.
NL - 20

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents