Briggs & Stratton 2691351-00 Operator's Manual page 175

Hide thumbs Also See for 2691351-00:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Olie controleren/bijvullen
Voordat u olie bijvult of het oliepeil
controleert
Zet de motor waterpas.
Reinig rond de olievulopening.
1. Verwijder de peilstok (A, afbeelding 3) en veeg deze met een
schone doek af.
2. Installeer de peilstok en draai deze vast.
3. Verwijder de peilstok en lees het oliepeil af. De olie moet op
de markering VOL (B, afbeelding 3) op de peilstok staan.
4. Als het peil te laag is, vul dan langzaam olie bij via de vulo-
pening (C, afbeelding 3). Voeg niet te veel brandstof toe.
Wacht na het bijvullen van de olie één minuut en controleer
het oliepeil nogmaals.
N.B.: Voeg geen olie toe via de plug voor snel olie
aftappen (indien aanwezig).
5. Breng de peilstok weer aan en draai hem vast.
Oliedruk
Als de oliedruk te laag is, zal een drukschakelaar (indien aanwe-
zig) de motor stoppen of een waarschuwingsvoorziening active-
ren. Als dit gebeurt, stop dan de motor en controleer het oliepeil
met de peilstok.
Als het oliepeil tot onder de markering BIJVULLEN is gedaald,
moet u olie bijvullen tot aan de markering VOL. Start de motor en
controleer of de juiste druk aanwezig is voordat u doorgaat.
Als het oliepeil tussen de markeringen BIJVULLEN EN VOL staat,
start de motor dan niet. Neem contact op met een erkende dea-
ler en laat het oliedrukprobleem verhelpen.
Aanbevolen brandstof
De brandstof moet aan deze eisen voldoen:
Schone, verse, loodvrije benzine.
Minimaal 87 octaan/87 AKI (91 RON). Zie hieronder voor
gebruik op grote hoogte.
Benzine met tot 10% ethanol (gasahol) is toegestaan.
LET OP
Gebruik geen benzines die niet zijn goedgekeurd zoalsE15 en
E85. Meng geen olie in de benzine en pas de motor niet aan voor
alternatieve brandstoffen. Gebruik van niet-goedgekeurde brand-
stoffen beschadigt de motoronderdelen en maakt de garantie
ongeldig.
Voeg een brandstofstabilisator aan de brandstof toe om het
brandstofsysteem tegen gomvorming te beschermen. Zie
Opslag. Niet alle brandstof is hetzelfde Verander bij start- of
prestatieproblemen van tankstation of merk. Deze motor is gecer-
tificeerd om op benzine te lopen. Het emissieregelsysteem voor
deze motor is EM (Engine Modifications).
Grote hoogte
Op hoogtes van meer dan 1524 meter (5.000 voet) is benzine
met minimaal 85 octaan/85 AKI (89 RON) toegestaan. Voor
machines met carburator is afstelling voor werken op grote hoog-
te noodzakelijk om aan de emissienormen te blijven voldoen.
Gebruik zonder deze afstelling leidt tot verminderde prestaties,
hoger brandstofverbruik en hogere emissies. Raadpleeg een
erkende Briggs & Stratton servicedealer voor instructies over de
afstelling voor grote hoogtes.
Het gebruik van de motor op hoogtes van minder dan 762 meter
(2.500 feet) met de set voor grote hoogtes wordt niet aanbevolen.
Voor machines met elektronische brandstofinspuiting (EFI) is
geen afstelling voor werken op grote hoogte nodig.
Brandstof bijvullen
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar
en explosief.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of dodelijk
letsel veroorzaken.
Bijvullen van brandstof
Schakel de motor uit en laat de motor ten minste gedurende
3 minuten afkoelen voordat u de benzinedop verwijdert.
Vul de brandstoftank buiten of in een goed geventileerde
ruimte.
Vul de brandstoftank niet te veel. Vul de brandstoftank niet
tot boven de onderkant van de nek zodat de brandstof kan
uitzetten.
Houd de brandstof uit de buurt van vonken, open vlammen,
waakvlammen, hitte en andere ontstekingsbronnen.
Controleer brandstofleidingen, tank, vuldop en koppelin-
gen regelmatig op barsten of lekken. Vervang deze, indien
noodzakelijk.
Indien brandstof wordt gemorst, dient u te wachten tot deze
verdampt is voordat u de motor start.
1. Reinig het gebied rond de tankdop Verwijder de dop van de
brandstoftank (A, Afb. 4).
2. Vul de brandstoftank met brandstof. Vul de brandstoftank
niet tot boven de onderkant van de nek zodat de brandstof
kan uitzetten (B, afbeelding 4).
3. Draai de tankdop weer vast.
De motor starten
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar
en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de
dood veroorzaken.
Bij het starten van de motor
Zorg dat de bougie, de geluiddemper, de benzinedop en het
luchtfilter (indien aanwezig) gemonteerd zijn en goed vast-
zitten.
Tracht de motor niet te starten terwijl de bougie verwijderd
is.
Als de motor verzuipt, zet dan de choke (indien aanwezig)
in de stand OPEN/DRAAIEN, zet de gashendel (indien
aanwezig) in de stand SNEL en start de motor totdat deze
aanslaat.
nl
15

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

2691357-002691352-002691353-002691359-00

Table of Contents