Briggs & Stratton 2691351-00 Operator's Manual page 171

Hide thumbs Also See for 2691351-00:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Onderhoud
Veilig omgaan met benzine
1. Doof alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere ontstekings-
bronnen.
2. Gebruik uitsluitend houders die zijn goedgekeurd om benzi-
ne te bevatten.
3. Verwijder nooit de brandstofdop en vul nooit brandstof bij
terwijl de motor draait. Laat de motor afkoelen vóór u benzi-
ne bijvult.
4. Vul de machine nooit binnenshuis bij.
5. Berg de machine of de benzinehouder nooit op in een ruimte
met een open vlam of waakvlam, zoals in de buurt van een
watergeiser of ander toestel.
6. Vul houders nooit in een voertuig of in een laadbak met plas-
tic bekleding. Plaats houders steeds op de grond en uit de
buurt van uw voertuig voor u ze vult.
7. Haal toestellen die op benzine werken van de vrachtwagen
of aanhangwagen en vul ze op de grond bij. Als dat niet
mogelijk is, vult u de toestellen op een aanhangwagen bij
met een draagbare houder in plaats van met een benzine-
pomppistool.
8. Houd het mondstuk steeds in contact met de rand van de
brandstoftank of houder tot het bijvullen is voltooid. Gebruik
geen voorzieningen die het mondstuk vanzelf open houden.
9. Als u brandstof op uw kleding hebt gemorst, trek dan onmid-
dellijk iets anders aan.
10. Doe de brandstoftank nooit te vol. Breng de dop weer aan
en draai ze stevig vast.
11. Wees extra voorzichtig bij de omgang met benzine en ande-
re brandstoffen. Zij zijn ontbrandbaar en de dampen zijn
ontplofbaar.
12. Als u brandstof hebt gemorst, mag u de motor niet proberen
te starten maar verplaatst u de machine weg van de plaats
waar u hebt gemorst en vermijdt u het ontstaan van enige
ontstekingsbron tot de brandstofdampen zijn vervlogen.
13. Breng de dop van de brandstoftank en van de brandstofhou-
der weer stevig aan.
Onderhoud
1. Laat het toestel nooit draaien in een gesloten ruimte waar
zich koolmonoxidedampen kunnen verzamelen.
2. Zorg ervoor dat alle moeren en bouten, in het bijzonder de
bevestigingsbouten van de maaibladen, goed vastzitten en
houd het toestel in een goede toestand.
3. Knoei nooit met de veiligheidsvoorzieningen. Controleer
regelmatig of de veiligheidsvoorzieningen naar behoren
functioneren en voer de nodige reparaties uit als ze niet naar
behoren werken.
4. Zorg ervoor dat zich geen gras, bladeren en ander afvalma-
teriaal opstapelen of afzetten in en op het toestel. Neem
gemorste olie of brandstof op en verwijder alle met brand-
stof doordrenkte afval. Laat de machine afkoelen voor u ze
opbergt.
5. Als u een voorwerp raakt, stopt u en inspecteert u de machi-
ne. Herstel indien nodig alvorens opnieuw te starten.
6. Voer nooit aanpassingen of herstellingen uit terwijl de motor
draait.
7. Inspecteer veelvuldig de onderdelen van de grasopvangzak
en afvoerbescherming en vervang waar nodig door onderde-
len die door de fabrikant worden aanbevolen.
8. Maaibladen zijn scherp. Omwikkel de bladen of draag hand-
schoenen en wees extra voorzichtig wanneer u aan de maai-
bladen werkt.
9. Controleer veelvuldig de remwerking. Regel bij en herstel
waar nodig.
10. Houd de veiligheids- en instructielabels in goede staat of
vervang ze waar nodig.
11. Verwijder de brandstoffilter niet wanneer de motor warm
is. Gemorste brandstof kan immers ontbranden. Spreid de
klemmen van de brandstofleiding niet verder dan noodzake-
lijk. Zorg ervoor dat de klemmen de leidingen stevig op de
filter geklemd houden na de installatie.
12. Gebruik geen benzine die METHANOL bevat, geen gasohol
met meer dan 10% ETHANOL en ook geen benzine-additie-
ven of superbenzine. Deze kunnen immers de motor of het
brandstofsysteem beschadigen.
13. Als u de brandstoftank moet aftappen, moet u dat in de open
lucht doen.
14. Vervang defecte knaldempers/knalpotten.
15. Gebruik uitsluitend door de fabrikant toegelaten reserveon-
derdelen wanneer u reparaties uitvoert.
16. Houd u altijd aan de specificaties van de fabrikant voor
instellingen en bijregelingen.
17. Doe voor grote onderhoudsbeurten en reparaties uitsluitend
een beroep op erkende servicepunten.
18. Probeer nooit grote reparaties aan deze machine uit te
voeren tenzij u daarvoor de nodige opleiding hebt genoten.
Onjuiste onderhouds- en herstellingsprocedures kunnen
leiden tot gevaar tijdens het gebruik, beschadiging van het
toestel en het vervallen van de fabrieksgarantie.
19. Pas goed op bij maaiers met meerdere bladen: als u een
blad laat draaien, kan dat andere bladen doen draaien.
20. Wijzig de toerenregelaar van de motor niet en drijf de motor
niet op. De motor gebruiken met een te grote snelheid kan
het risico op persoonlijke letsels doen toenemen.
21.Schakel de aandrijfappendages uit, leg de motor stil, haal
de sleutel uit het contact en maak de ontstekingsbougieka-
bel(s) los alvorens blokkeringen van de appendages en de
afvoertrechter te verwijderen, onderhoud of reparaties uit te
voeren, bij het raken van een voorwerp of wanneer de machi-
ne abnormaal trilt. Wanneer u een voorwerp hebt geraakt,
inspecteert u de machine op schade voor u ze opnieuw start
en ze gebruikt.
22. Blijf als de zitmaaier draait altijd met uw handen altijd uit de
buurt van bewegende onderdelen, zoals de koelventilator van
de hydropomp. (De koelventilator van de hydropomp bevindt
zich normaal op de bovenkant van de aandrijfas).
23. Machines met hydraulische pompen, leidingen en motoren:
WAARSCHUWING: Hydraulische vloeistof die onder druk
ontsnapt kan voldoende kracht hebben om door de huid
te dringen en ernstige verwondingen te veroorzaken. Als
lichaamsvreemde vloeistof onder de huid terecht is gekomen,
moet ze binnen de paar uren chirurgisch worden verwijderd
door een arts die vertrouwd is met dit soort letsels. Anders
kan gangreen (koudvuur) optreden. Blijf met uw lichaam en
handen uit de buurt van de pengaten of vulopeningen die
hydraulische vloeistof onder hoge druk uitstoten. Gebruik
papier en karton in plaats van uw handen om lekken op te
sporen. Controleer of alle hydraulische vloeistofaansluitingen
goed dicht zijn en alle hydraulische slangen en leidingen in
goede staat verkeren voor u het systeem onder druk zet. Als
er lekken optreden, laat u uw machine onmiddellijk door een
erkend verdeler herstellen.
24. WAARSCHUWING: Apparaat met verzamelde energie. De
foutieve ontspanning van veren kan tot ernstige lichamelijke
verwondingen leiden. Veren moeten door een bevoegd tech-
nicus worden verwijderd.
25. Modellen die zijn uitgerust met een motorradiator:
WAARSCHUWING: Apparaat met verzamelde energie. Om
ernstig lichamelijk letsel door warme koelvloeistof of ontsnap-
pende stoom te voorkomen, mag u de dop van de radiator
nooit proberen verwijderen terwijl de motor draait. Leg de
motor stil en wacht tot hij is afgekoeld. Zelfs dan moet u nog
erg voorzichtig zijn wanneer u de dop verwijdert.
nl
11

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

2691357-002691352-002691353-002691359-00

Table of Contents