Table of Contents
Advertisement
Available languages
Available languages
UUrmeter (optioneel)
De uurmeter (F, figuur 2) meet het aantal uur dat de sleutel in de
stand AAN heeft gestaan.
N.B.: De uurmeter registreert het verstrijken van de tijd ter-
wijl de motor draait. De uurmeter heeft een eigen voeding
zodat het totaal aantal uren altijd zichtbaar is.
Ontgrendelingshendels van de transmissie
De ontgrendelingshendels (G, Afbeelding 2) van de transmissie
schakelen deze uit zodat de machine met de hand kan worden
voortgeduwd (zie De machine met de hand duwen).
Dop brandstoftank
Draai de brandstoftankdop (H, Afbeelding 2) linksom om deze te
verwijderen.
De positie van de bestuurdersstoel
aanpassen
De stoel (I, afbeelding 2) kan vooruit of achteruit worden gescho-
ven (zie Stoelafstellingen).
Rijsnelheidshendels
De hendels waarmee de snelheid geregeld kan worden ((J,
afbeelding 2) bepalen de rijsnelheid en de rijrichten van de zit-
maaier. De linkerhendel regelt het aandrijfwiel linksachter en de
rechterhendel regels het aandrijfwiel rechtsachter.
Als u een hendel naar voren beweegt, wordt desnelheid
VOORUIT van het bijbehorende wiel verhoogd, de hendel achter-
uit bewegen verhoogt de snelheid ACHTERUIT.
Hoe verder een hendel weg van de neutrale stand wordt gezet,
hoe sneller het aandrijfwiel zal draaien.
Zie het hoofdstuk Gebruik voor de stuurinstructies.
Controle van het veiligheidsver-
grendelsysteem
Deze machine is uitgerust met veiligheidsvergrendelingen.
Probeer de veiligheidsschakelaars niet te omzeilen en knoei nooit
met de veiligheidsvoorzieningen.
Test 1 — de motor mag NIET aanslaan als:
•
de bestuurder niet op de stoel zit, OF
•
de PTO-schakelaar is ingeschakeld OF
•
de rijsnelheidshendels zijn niet vergrendeld in de stand
STARTEN/PARKEREN, OF
•
Parkeerrem is niet ingeschakeld.
Test 2 — de motor MOET aanslaan als:
•
de bestuurder op zijn stoel zit, EN
•
de PTO-schakelaar NIET is ingeschakeld EN
14
•
De rijsnelheidshendels zijn vergrendeld in de stand
STARTEN/PARKEREN, EN
•
Parkeerrem is ingeschakeld.
Test 3 — de motor moet AFSLAAN als:
•
de bestuurder van de stoel opstaat terwijl de PTO is inge-
schakeld, OF
•
De bestuurder staat op van de stoel terwijl de parkeerrem
gedeactiveerd is, OF
•
Bestuurder verlaat stoel terwijl rijsnelheidshendels niet zijn
vergrendeld in de stand STARTEN/PARKEREN .
Test 4 - Remtijd van het maaiblad controleren
De maaibladen en de aandrijfriem van het maaidek moeten vol-
ledig tot stilstand komen binnen de vijf seconden na het uitscha-
kelen van de elektrische PTO-schakelaar. Als de aandrijfriem van
de maaier niet binnen vijf seconden stopt, moet u contact opne-
men met uw dealer.
N.B.: Als de motor eenmaal is gestopt, moet de PTO-
schakelaar zijn uitgeschakeld, moeten de snelheidshen-
dels in de stand STARTEN/PARKEREN zijn vergrendeld
moet en de handrem zijn ingeschakeld om de motor te
kunnen starten.
WAARSCHUWING
Als uit een test blijkt dat niet alle veiligheidsvoorzieningen
correct werken, mag u de machine niet gebruiken. Raadpleeg
een erkende dealer.
Gebruik
Aanbevolen motorolie
Voor de beste prestatie raden wij het gebruik van Briggs &
Stratton Warranty Certified oliesoorten aan. Andere hoogwaardi-
ge soorten reinigingsolie zijn acceptabel als zij geschikt zijn voor
SF, SG, SH, SJ of hoger. Gebruik geen speciale additieven.
De buitentemperaturen bepalen de juiste olieviscositeit voor de
motor. Bepaal met behulp van de tabel de beste viscositeit voor
het verwachte buitentemperatuurbereik.
*
Onder 4°C (40°F) zal het gebruik van SAE 30 leiden tot pro-
blemen bij het starten.
** Boven 27°C (80°F) kan het gebruik van 10W-30 leiden tot
een hoger olieverbruik. Controleer het oliepeil vaker.
Advertisement
Chapters
Table of Contents
