Craftsman 25672 Instruction Manual page 13

Table of Contents

Advertisement

1. Veiligheidsregels
Veilige
bedieningsmethoden
voor
zittrekkers
BELANGRIJK:
DEZE MAAIMACHINE
KAN HANDEN
El',} VOETEN
AMPUTEREN
EN VOORWERPEN
WEGSLINGEREN.
HET NIET
OPVOLGEN
VAN DEZE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
KAN ERNSTIG
OF DODELIJK
LETSEL
TOT GEVOLG
HEBBEN.
(_
I. TRAiNiNG
Lees de instructies
aandachtig.
Zorg dat u vertrouwd
bent
met de bedieningselementen
en het juiste
gebruik
van
de machine.
Laat kinderen
of mensen
die niet bekend
zijn met de in-
structies,
de maaimachine
niet gebruiken.
Het is mogelijk
dat plaatselijke
voorschriften
een beperking
stellen
aan
de leeftijd
van de bestuurder.
Maai nooit terwijl mensen,
vooral
kinderen,
of huisdieren
in de buurt zijn.
Bedenk
dat de bestuurder
of gebruiker
verantwoordelijk
is voor ongelukken
of risico's
die andere
mensen
of hun
eigendommen
kunnen
overkomen.
Geen
passagiers
vervoeren.
AIle bestuurders
dienen vakkundige
instructies
te ontvan-
gen.
Bij dergelijke
instructies
dient de nadruk
te worden
gelegd
op:
- de noodzaak
voor
aandacht
en concentratie
bij het
werken
met zittrekkers;
- een zittrekker
die op een helling wegglijdt,
kan niet onder
controle
worden
gehouden
door te remmen.
De hoofdredenen
voor
besturingsverlies
zijn:
a) onvoldoende
houvast;
b) te snel rijden;
c) ontoereikend
remmen;
d) het soort
machine
is niet geschikt
voor de taak;
e) gebrek
aan kennis van het effect van bodemcondities,
vooral
hellingen;
f) verkeerd
vastkoppelen
en verkeerde
verdeling
van
de lading.
II. VOORBEREIDING
Inspecteer
om brandgevaar
tevoorkomen,
of er afvaloph-
opingen
zijn bij de tractor, de maaier
en achter
alle beveil-
igingen
en verwijder
die- voor het gebruik,
als u brandstof
tankt en aan het einde van iedere
maaisessie.
Draag tijdens
het maaien
altijd stevige
schoenen
en een
lange broek. Gebruik
de machine
niet blootsvoets
of terwijl
u open sandalen
draagt.
Inspecteer
de plek waar de machine
zal worden
gebruikt,
grondig
en verwijder
alle voorwerpen
die door de machine
kunnen
worden
weggeslingerd.
WAARSCHUWlNG
- Benzine
is licht ontvlambaar.
Bewaar brandstof
in blikken die speciaal
voor dat doel
zijn bestemd.
Tank alleen
buiten
en rook niet tijdens
het tanken.
Tank voordat
u de motor start. Draai de dop nooit van
de benzinetank
af of tank nooit terwijl de motor draait
of heet is.
AIs benzine
is gemorst,
probeer
de motor dan niet te
starten
maar haal de machine
van de plaats vandaan
waar u benzine
heeft gemorst
en zorg dat u geen ont-
stekingsbron
teweeg
brengt totdat de benzinedampen
zijn verdreven.
- Draai de dop van alle brandstoftanks
en -blikken
weer
goed vast.
Vervang
defecte
geluiddempers.
Inspecteer
v66r
het gebruik
altijd
of de messen,
mes-
bouten
en maai-inrichting
niet versleten
of beschadigd
zijn. Vervang
versleten
of beschadigde
messen
en bouten
in sets om het evenwicht
in stand te houden.
Op machines
met meerdere
messen
dient
u eraan
te
denken
dat het draaien
van &en mes andere
messen
kan
doen
draaien.
III, BEDIENING
Laat de motor niet draaien in een besloten ruimte waar
gevaarlijke
koolmonoxydedampen
zich kunnen verza-
melen.
Maai alleen
bij daglicht
of goed
kunstlicht.
Voordat
u de motor
gaat starten,
moet
u alle meshulp-
stukkoppelingen
uitschakelen
en naar de vrijloop
schake-
len.
Gebruik
de trekker
niet op hellingen
van meer dan 5 °.
Denk eraan dater geen "veilige"
hellingen
bestaan.
Bij het
rijden op hellingen
met gras dient
men extra
voorzichtig
te zijn. Zo zorgt u ervoor
dat de trekker
niet omslaat:
stop en start niet plotseling
bij het op- of afrijden
van
een helling.
schakel
de koppeling
langzaam
in, houd de machine
altijd in de versnelling,
vooral
bij het afrijden
van een
heuvel;
de snelheid
van de machine
dient op hellingen
en in
scherpe
bochten
laag te worden
gehouden;
kijk uit voor
bulten
en kuilen
en andere
verborgen
gevaren;
maai nooit dwars op de helling
tenzij de maaier
voor
dit doel is ontworpen.
Wees
voorzichtig
bij het trekken
van
ladingen
of het
gebruik
van zwaar
materieel.
Gebruik
alleen
goedgekeurde
aanhaakpunten
voor
een trekstang.
Beperk
de lading tot hetgeen
u veilig kunt hanteren.
Maak
geen
scherpe
bochten.
Wees
voorzichtig
bij
achteruit
rijden.
Gebruik
contragewicht(en)
of wielgewichten
wanneer
dat in de handleiding
wordt
aangeraden.
Kijk uit voor
het verkeer
wanneer
u de weg oversteekt
of
zich nabij een weg bevindt.
Stop de messen
voordat
u andere
oppervlakken
dan gras
oversteekt.
Voer bij het gebruik
van hulpstukken
het materiaal
nooit
af in de richting
van omstanders
en laat niemand
in de
buurt van de machine
komen
terwijl deze
in bedrijf
is.
Gebruik
de maaimachine
nooit
met defecte
bescherm-
kappen
en schermen
of zonder
beveiligingsinrichtingen
op hun plaats.
Verander
de instelling
van de motorregelaar
niet en laat
de motor
niet met te hoge toeren
draaien.
AIs de motor
met te hoog toerental
draait,
kan het risico van lichamelijk
letsel groter
worden.
Voordat
u de bestuurdersstoel
verlaat:
de aftakas
uitschakelen
en de hulpstukken
neerla-
ten;
naar de vrijloop schakelen
en de parkeerrem
inschake-
len;
de motor stoppen
en de sleutel
verwijderen.
13

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents