Hulp Bij Storingen - Kessel Comfort 400V Mono Installation And Operating Manual

6

Hulp bij storingen

De onderhoudsdatum voor de installatie wordt via het menupunt
Tekst op display
|Accufout|
|Onderhoudsdatum|
pert)
|Te lage stroom 1
resp.
|Te hoge stroom 1
resp.
|Relaisstoring 1
resp.
|Stroomuitval|
|Temperatuurstoring 1a
2a|
resp.
|Temperatuurstoring 1b
resp. 2b|
|Niveaufout|
|Fase-uitval|
|Fasefout|
|Motorbeveiliging 1
resp. 2|
010-532_13
Poten- Mogelijke oorzaak
tiaal-
vrij
con-
tact
1
S Accu ontbreekt, is defect of voltage
lager dan 15,5 V.
(knip- - Onderhoudsdatum is bereikt.
Geen onderhoudsdatum opgege-
ven.
2|
- Minimale stroomopname van de
pomp niet gehaald.
Kabel tussen besturingskast en
pomp onderbroken.
Pomp defect.
2|
- Maximale stroomopname van de
pomp overschreden, mogelijk is het
schoepenwiel geblokkeerd.
2|
S Vermogensrelais schakelt niet uit.
- Energievoorziening uitgevallen.
Dunne smeltveiligheid van het
apparaat (S1) is doorgebrand.
Energievoorziening uitgevallen,
aardlekschakelaar van kabel is
geactiveerd.
Hoofdschakelaar defect, voe-
dingsleiding onderbroken.
S Zelf-resettende temperatuurbewa-
king is geactiveerd.
S NIET-zelf-resettende temperatuur-
bewaking is geactiveerd.
S Foutieve ordening resp. bekabeling
van de sonde
Sensoren in de besturingskast ver-
keerd geconfigureerd
- Fase L2 of L3 is niet meer aanwe-
zig.
S Fase verwisselig bij stroomvoorzie-
ning.
S Motorbeveiligingsschakelaar is
geactiveerd, motorveiligheidsscha-
kelaar foutief ingesteld.
Pompstroom vanwege defecte of
geblokkeerde pomp te hoog.
Te hoge stroom door fase-uitval.
Inbouw- en montagehandleiding
|1.4.2 Volgende onderhoud|
Remedie
Accu op laadstatus, vakkundige aan-
sluiting en beschadiging van de aan-
sluitklemmen van de accu controle-
ren.
Onderhoud uitvoeren.
Onderhoudsdatum opgeven.
Pomp volgens de handleiding laten
onderhouden, eventueel laten vervan-
gen.
Pomp volgens de handleiding laten
onderhouden, eventueel laten vervan-
gen.
Contact met onderhoudsmonteur
opnemen.
Geen: algemene stroomuitval.
Zekering controleren.
Hoofdschakelaar controleren.
Voedingsleiding controleren.
Bij bewuste uitschakeling bestu-
ringskast uitschakelen (zie "In- en
uitschakelen", pagina 107).
Zelf-resettend: als de motor is afge-
koeld, start de pomp weer automa-
tisch op. De foutmelding wordt auto-
matisch gereset. Bij frequent optre-
den van de temperatuurstoring de
pomp laten vervangen.
NIET-zelf-resettend: ook na het
afkoelen van de motor blijft de pomp
inactief. Uit- en weer inschakelen van
de besturingskast noodzakelijk. Bij
frequent optreden van de tempera-
tuurstoring de pomp laten vervangen.
Controleer de functionaliteit aan de
hand van de installatiedocumentatie.
Aansluiting stroomkabel en zekerin-
gen controleren.
De twee fasen van de stroomkabel
omwisselen.
Stroomwaarde conform pomp
instellen.
Blokkade verwijderen.
Pomp vervangen indien defect.
Stroomvoorziening controleren op
fase-uitval.
ingesteld.
109 / 140