Bosch SCT 815 S5 Original Operating Instructions page 168

Adjustment device
Table of Contents

Advertisement

nl | 168 | SCT 815 S5/S6
1 m
4712008-12_shd
(1) bereik, waarbinnen SCT 815 S5/S6 wordt opgesteld
(2) Opstelvlak SCT 815 S5/S6 (voorbeeld)
---
Kalibratie-omgeving
Metalen objecten storen de kalibratie van de
frontradarsensor.
• Oppervlak tussen voertuig en SCT 815 S5/S6 moet
vrij zijn van metalen objecten.
• Oppervlak om SCT 815 S5/S6 met een radius van
2 m moet vrij zijn van metalen objecten.
4712008-12_shd
1
(1) Fabrikantspecifiek oppervlak tussen voertuig en
SCT 815 S5/S6 (zie beknopte handleidingen)
(2) Oppervlak rondom SCT 815 S5/S6
(3) SCT 815 S5/S6
---
Diagnosesoftware
• Diagnosesoftware, om de frontradarsensor te kunnen
kalibreren
• Indien [ESI]tronic 2.0 als diagnosesoftware wordt ge‐
bruikt: informatietype SD (regeleenheid-diagnose) en
een KTS
---
2.5
Laserafstandsmeter GLM 100-25 C
Voor het uitlijnen van SCT 815 S5/S6 mag alleen
GLM 100- 25 C als laserafstandsmeting worden
gebruikt.
Met behulp van de laserafstandsmeter GLM 100-25 C
wordt SCT 815 S5/S6 voor het voertuig gepositioneerd
en de hoogte van de tripelspiegel ingesteld.
De laserafstandsmeter GLM 100- 25 C heeft de volgen‐
de eigenschappen, om SCT 815 S5/S6 exact conform
de specificaties in de voertuigspecifieke beknopte
handleidingen te kunnen positioneren:
• Continue afstandsmeting
• Weergave van de hellinghoek
• Achterkant als referentiepunt voor de afstandsmeting
---
1 689 989 475 | 2023-06-28
5 m
1
2
3
2
2.6
Omschrijving van de werking
De frontradarsensor van de merken Mazda, Honda,
Toyota, Kia en Hyundai moet met een tripelspiegel wor‐
den gekalibreerd. Om de frontradarsensor te kunnen
kalibreren, moet de tripelspiegel op een voertuigspeci‐
fieke afstand en een voertuigspecifieke hoogte voor het
voertuig worden gepositioneerd. Met behulp van de af‐
stelinrichtingSCT 815 S5/S6 wordt de tripelspiegel
exact in deze voertuigspecifieke positie geplaatst.
Zodra de tripelspiegel in de voertuigspecifieke positie
staat, moet met een diagnosesoftware de kalibratie
worden gestart. De frontradarsensor zendt signalen,
die door de tripelspiegel gebundeld worden en op de
frontradarsensor worden gereflecteerd. Bij exacte uitlij‐
ning van de tripelspiegel is de kalibratie succesvol. De
kalibratie kan mislukken, wanneer de tripelspiegel on‐
nauwkeurig is uitgelijnd of wanneer aan de voorwaar‐
den voor de meetplaats niet wordt voldaan.
---
3.
Eerste inbedrijfstelling
---
3.1
SCT 815 S5/S6 monteren
1. Waarborg, dat alle componenten uit de leveringsom‐
vang aanwezig zijn.
2. Geleidingsbuizen met buisverbinders
ringen in de grondplaat positioneren.
4 Nm
1 1
3
4
2
(1) Geleidingsbuis met buisverbinders
(2) Grondplaat
(3) Inbusbout
(4) Vulring
3. Buisverbinders met inbusbouten
op de grondplaat met 4 Nm bevestigen.
4. Voorgemonteerde klemhouder
buis schuiven en met kartelschroef
(1)
over de bo‐
(3)
(4)
en vulringen
(1)
op de geleidings‐
(2)
bevestigen.
Robert Bosch GmbH

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Sct 815 s6

Table of Contents