De verbinding mag door de therapie
niet loslaten.
4.2 Masker afnemen
1. Masker zonder verandering van de in-
stellingen afnemen.
2. Maskerslang van beademingsslang van
het therapieapparaat loskoppelen.
4.3 Masker demonteren/monteren
1. Afsluitdop van drukmeetaansluiting
lostrekken (afb. F).
2. Maskerslang met de draaihuls 11 van
de hoek losmaken.
3. Neuskussen van de maskereenheid los-
maken.
4. Voorhoofdvulling losmaken door aan
de zijkant van de voorhoofdsteun te
trekken (afb. D).
5. Hoofdbanden van de bandenclips en
de voorhoofdsteun losmaken.
6. Maskerdelen en hoofdbanden hygi-
ënisch voorbereiden.
7. Masker na de hygiënische voorber-
eiding in omgekeerde volgorde monte-
ren.
Tip:
• De klittenbandstrips op de
voorhoofdband 15 zijn lichtblauw, de
klittenbandstrips op de wangenband 16
zijn donkerblauw (afb. E).
• Voer de voorhoofdband van de
hoofdbanden altijd in de sleuf a
(afb. Ea) van de voorhoofdsteun en de
slangfixatieclip in sleuf b (afb. Eb) van
de voorhoofdsteun.
5 Hygiënische voorbereiding
5.1 Werkwijze
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel door onvoldoende
reiniging!
Door resten kunnen masker en maskers-
lang verstopt raken. Zij kunnen het geïn-
tegreerde uitademsysteem belemmeren
en het succes van de therapie in gevaar
brengen.
– Bij patiënten met een verzwakt immuun-
systeem of een bijzondere ziektege-
schiedenis de maskerdelen na overleg
met de arts dagelijks desinfecteren of
steriliseren.
– Contactoppervlakken tussen hoek en
draaihuls zorgvuldig reinigen.
5.1.1 Dagelijks
1. Masker volgens de beschrijving
demonteren.
2. Masker in warm water met een mild
reinigingsmiddel (bijv. afwasmiddel)
reinigen.
3. Alle delen zorgvuldig met helder water
afspoelen.
De delen moeten vrij zijn van residuen.
4. Delen aan de lucht laten drogen.
39
NL