EBARA OPTIMA Series Operating And Maintenance Manual page 23

Submersible motor-driven pumps
Hide thumbs Also See for OPTIMA Series:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 8
5.1. INSTALLATIE (FIG. 1-5)
Volg voor de installatie van de pompen hetgeen beschreven in
DEEL 1, hoofdstuk 7.2 en het volgende punt:
a) Het wordt aanbevolen onbuigzame leidingen te gebruiken
(metalen voor serie DW) voor vaste installaties, en fl exibile
leidingen voor tijdelijke installaties, met de afmetingen aan-
gegeven in hfdst. 4 en met inachtneming van de afstanden
die in de fi guren worden afgebeeld.
5.2. INSTALLATIE DW-POMP MET FLENS DN 50 (FIG. 6-7)
a) De steun met de daarvoor bestemde schroeven bevestigen
aan de contactvlakken;
b) de persleiding aan de steun vastschroeven;
c) de steun is voorzien van een as met een geleider, waarlangs
de haak voor het neerlaten van de pomp zich beweegt;
d) de elektrische pomp laten zakken en deze ondersteunen
met het koord dat aan het handvat is bevestigd, zodat de
fl ens niet op de steun komt;
e) de elektrische pomp wordt dankzij zijn eigen gewicht aan de
steun gekoppeld.
6. OPSTARTEN
Op de nieuwe pompen kan een kleine hoeveelheid olie aanwe-
zig zijn (van het type voor consumptie) die geen gevaar vormt
voor de gezondheid.
6.1. VERSIE MET DRIJVER (MA-MS) (ZIE FIGUREN)
De stekker aan het elektrische netwerk vastmaken en/of de
schakelaar activeren: de elektrische pomp begint te functione-
ren; wanneer de elektrische pomp het water heeft opgezogen
tot het minimumniveau (niveau "OFF"), geregeld door de drijver,
wordt de pomp automatisch gedeactiveerd.
De werkpositie van de drijver is reeds zo voorbereid door de
fabrikant, dat in de positie "OFF" een minimumniveau van on-
derdompeling wordt gegarandeerd.
N.B.: Een buitensporige vervuiling van de vloeistof kan de
werking van het magnetische type drijver in gevaar brengen
(MS-versies); het is daarom noodzakelijk voor de regelmatige
reiniging ervan te zorgen. Vermijd bovendien het gebruik ervan
in vloeistoffen die verontreinigd zijn met poeder van ijzer of
magnetisch materiaal, aangezien dit de werking van de drijver
in gevaar zou brengen.
6.2. VERSIE ZONDER DRIJVER
De stekker aan het elektrische netwerk vastmaken en/of de
schakelaar activeren: de elektrische pomp begint te functione-
ren; wanneer de elektrische pomp het water tot het minimumni-
veau heeft opgezogen, de stekker van het elektrische netwerk
loskoppelen en/of de schakelaar deactiveren.
6.3. RIGHT/DW-POMPEN
a) In de versies RIGHT en DW is naast het pomphuis een ont-
luchtingsopening aanwezig voor de toevoerpomp. Tijdens de
werking is een kleine recirculerende straal aanwezig.
b) De driefasige versie van de DW-pompen is voorzien van een
driepolige stroomtoevoerkabel met massa en daarnaast van
twee kabeltjes, wit en grijs, met een kleinere diameter aan-
gesloten op de thermobeveiliging in de motor (FIG. 13):
– de geel/groene draad van de spanningskabel aansluiten
op een effi ciënt aardingssysteem dat voldoet aan de gel-
dende normen in het land van de gebruiker;
– de beveiliging tegen de overbelasting moet door de ge-
bruiker worden uitgevoerd, evenals het gebruik van het
door de thermobeveiliging geleverde signaal;
– de beveiligingen tegen de overbelasting moeten beschik-
ken over passende magneetthermische inrichtingen ge-
ijkt op basis van de geïnstalleerde elektrische pomp;
– voor de thermische sonde is het nodig de twee draden,
wit en grijs, aan te sluiten op een elektrisch circuit waar-
mee de stroomtoevoer van de elektrische pomp kan wor-
den onderbroken.
7. ONDERHOUD
Voor een correcte werking van de elektrische pomp en om
de levensduur ervan te garanderen, is het noodzakelijk dat
de fi lter en/of de aanzuigdoorsnede niet verstopt zijn en dat
de rotor schoon is.
Tijdens de onderhoudswerkzaamheden van de elektrische
pomp, de stroomvoorziening onderbreken.
7.1. ELEKTRISCHE POMP OPTIMA - BEST ONE - ONE VOX (FIG. 8)
Om toegang te verkrijgen tot de rotor, als volgt te werk gaan:
– werkhandschoenen dragen om snijden in de handen te
voorkomen;
– de twee bevestigingsschroeven (1) van de fi lter losdraaien;
– de fi lter (2) verwijderen;
– de twee afstandsringen (3) losdraaien en het spiraalhuis (5)
verwijderen;
– met een kleine rechte schroevendraaier de nylon borgringen
(4) verwijderen en door nieuwe vervangen;
– erop letten de dichtingsring (6) niet te vernielen.
De rotor is nu onbedekt: controleren of deze schoon is.
7.2. ELEKTRISCHE POMPEN BEST 2-5 (FIG. 9)
Om toegang te verkrijgen tot de rotor, als volgt te werk gaan:
– werkhandschoenen dragen om snijden in de handen te
voorkomen;
– de drie bevestigingsschroeven (1) van de fi lter losdraaien;
– de fi lter (2) verwijderen;
– de drie afstandsringen (4) en de drie moeren (5) losdraaien
en de borgring van de achterzijde (3) verwijderen;
– met een kleine rechte schroevendraaier de nylon borgrin-
gen (6) verwijderen en deze vervangen alvorens opnieuw
te monteren, want door het verwijderen van het spiraalhuis
gaan zij stuk;
– erop letten de dichtingsring (7) niet te vernielen.
7.3. ELEKTRISCHE POMP RIGHT (FIG. 10)
a) Als de aanzuigdoorsnede verstopt is, dient u bij het reinigen
hiervan altijd werkhandschoenen te dragen om snijden in de
handen te voorkomen.
b) Als de rotor vuil is, als volgt te werk gaan:
– werkhandschoenen dragen om snijden in de handen te
voorkomen;
– de drie schroeven (1) losdraaien waarmee de voetjes en
de zijde van de aanzuigdeksel (2) bevestigd zijn;
– erop letten de dichtingsring (3) niet te vernielen;
– de rotor is nu onbedekt: controleren of deze schoon is; con-
troleren of ook de ruimte tussen rotor en carter schoon is.
c) Op het pomphuis bevindt zich een kleine gleuf voor de ont-
luchting: houd deze vrij en schoon. In de toevoerfase is vloei-
stofverlies normaal.
7.4. ELEKTRISCHE POMP DW (FIG. 11)
a) Als de aanzuigdoorsnede verstopt is, dient u bij het reinigen
hiervan altijd werkhandschoenen te dragen om snijden in de
handen te voorkomen.
b) Als de rotor vuil is, als volgt te werk gaan:
– werkhandschoenen dragen om snijden in de handen te
voorkomen;
– de zes schroeven (1) die het pomphuis sluiten, losdraaien
(niet de moer, want deze is aan het pomphuis gesoldeerd);
– het pomphuis verwijderen door dit eruit te trekken (2);
– erop letten de dichtingsring (3) niet te vernielen;
– de rotor is nu onbedekt: controleren of deze schoon is; con-
troleren of ook de ruimte tussen rotor en carter schoon is.
7.5. OPNIEUW MONTEREN
Voor het opnieuw monteren, de opgesomde handelingen in om-
gekeerde volgorde uitvoeren.
NL
19

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents