Carrier 42QHC007D8S Installation Manual page 60

Wall mounted air conditioner
Hide thumbs Also See for 42QHC007D8S:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
7. ONDERHOUDSINFORMATIE
de hoeveelheid koudemiddel moet in overeenstemming zijn met de omvang van de ruimte waarin de apparatuur
met koudemiddel wordt geplaatst;
de ventilatieapparatuur en -afvoer werken naar behoren en worden niet geblokkeerd;
als een indirect koudemiddelcircuit wordt gebruikt, moeten de secundaire circuits worden gecontroleerd op de
aanwezigheid van koudemiddel; markeringen op de apparatuur moeten zichtbaar en leesbaar zijn en blijven.
markeringen en tekens die onleesbaar zijn, moeten worden vervangen;
koudemiddelleidingen of -componenten moeten worden geïnstalleerd op een plaats waar de kans klein is
dat ze zullen worden blootgesteld aan stoffen waardoor koudemiddelhoudende componenten kunnen gaan
roesten, tenzij deze componenten zijn gemaakt van materiaal dat bestand is tegen corrosie of een geschikte
bescherming hebben tegen corrosie.
7.9 CONTROLE VAN ELEKTRISCHE APPARATUUR
Als onderdeel van reparatie- en onderhoudswerkzaamheden van elektrische componenten moeten vooraf
veiligheidscontroles worden uitgevoerd en moeten de componenten worden geïnspecteerd. Indien een defect
wordt geconstateerd dat de veiligheid in gevaar kan brengen, mag er geen stroomtoevoer op het circuit worden
aangesloten, voordat het defect adequaat is verholpen. Indien het defect niet direct kan worden verholpen, maar
de bedrijfswerkzaamheden niet langer kunnen worden onderbroken, moet er een adequate tijdelijke oplossing
worden gevonden. Van deze tijdelijke oplossing moet melding worden gemaakt bij de eigenaar van het apparaat,
zodat alle partijen op de hoogte zijn.
Tot de veiligheidscontroles behoren:
de condensatoren moeten worden ontladen: dit moet op een veilige manier worden gedaan om de kans op
vonken te voorkomen
er mogen geen actieve elektrische componenten en draden blootliggen tijdens opladen, herstellen of spoelen
van het systeem;
het systeem moet continu geaard zijn.
7.10 REPARATIE VAN AFGEDICHTE COMPONENTEN
10.1 Tijdens de reparatie van afgedichte componenten moet alle stroomtoevoer worden losgekoppeld van het
apparaat waaraan wordt gewerkt, voordat afdichtingen mogen worden verwijderd. Indien het absoluut
noodzakelijk is dat er tijdens onderhoudswerkzaamheden stroomtoevoer naar het apparaat is, moet
er een permanent werkende lekdetector worden geplaatst op het meest kritieke punt, zodat deze kan
waarschuwen als er een gevaarlijke situatie optreedt.
10.2 Op de volgende punten moet bijzonder goed worden gelet om te voorkomen dat de behuizing van
elektrische componenten tijdens werkzaamheden zijn beschermende functie niet verliest. Hiertoe
behoort beschadiging van kabels, te veel aansluitingen, terminals die niet voldoen aan de oorspronkelijke
specificaties, beschadiging van afdichtingen, niet goed passende wartels, enz.
Zorg ervoor dat het apparaat veilig is bevestigd.
Zorg ervoor dat afdichtingen of afdichtingsmateriaal niet in zodanig slechte staat verkeren dat ze de
overdracht van ontvlambare dampen of gassen niet meer verhinderen. Vervangende onderdelen moeten
voldoen aan de specificaties van de fabrikant.
OPMERKING: Het gebruik van siliconen als afdichtingsmiddel kan een negatief effect hebben op de effectiviteit
van bepaalde typen lekdetectoren.
Intrinsiek veilige componenten hoeven vóór de werkzaamheden niet te worden geïsoleerd.
7.11 REPARATIE VAN INTRINSIEK VEILIGE COMPONENTEN
Stel het circuit niet bloot aan permanente inductie- of condensatorbelasting zonder van tevoren te controleren of
deze belasting de toegestane stroomsterkte en het voltage van het apparaat niet overschrijdt. Intrinsiek veilige
componenten zijn de enige componenten waaraan kan worden gewerkt als er stroom op staat en er ontvlambare
gassen of dampen aanwezig zijn. Het testapparaat moet de juiste rating hebben. Vervang componenten
uitsluitend met door de fabrikant gespecificeerde componenten. Andere componenten kunnen ontsteking van
gelekt koudemiddel tot gevolg hebben.
17
7. ONDERHOUDSINFORMATIE
7.12 BEKABELING
Controleer of de bekabeling niet onderhevig is aan slijtage, corrosie, excessieve druk, trillingen, scherpe randen
of andere nadelige factoren in de bedrijfsomgeving. Houd ook rekening met de effecten van veroudering en de
continue trillingen van bronnen als compressors en ventilatoren.
7.13 DETECTIE VAN ONTVLAMBAAR KOUDEMIDDEL
Onder geen enkele omstandigheid mogen er ontstekingsbronnen worden gebruikt voor het zoeken naar of
detecteren van lekkend koudemiddel . Er mogen geen lekzoeklampen of andere detectoren met open vlam
worden gebruikt.
7.14 METHODEN VOOR LEKDETECTIE
De volgende lekdetectiemethoden zijn geschikt bevonden voor systemen die ontvlambaar koudemiddel bevatten.
Er moeten elektronische lekdetectors worden gebruikt om ontvlambare koudemiddelen te detecteren. Het komt
echter voor dat de gevoeligheid niet adequaat is, of opnieuw moet worden gekalibreerd. (Detectieapparatuur
moet worden gekalibreerd in een ruimte die geen koudemiddel bevat.) Zorg ervoor dat de detector geen
ontstekingsbron kan zijn en geschikt is voor het type koudemiddel. Lekdetectieapparatuur moet worden
afgesteld op een percentage van de LFL van het koudemiddel en moet worden gekalibreerd voor het gebruikte
koudemiddel en het bijbehorende gaspercentage (maximaal 25%). Lekdetectievloeistoffen zijn geschikt voor de
meeste typen koudemiddel. Er mag geen reinigingsmiddel met chloor worden gebruikt, omdat het chloor kan
reageren met het koudemiddel en de koperen leidingen kan corroderen. Bestaat het vermoeden dat er een lek
is, moeten alle open vlammen worden verwijderd of gedoofd. Indien een koudemiddellek wordt gevonden en er
gesoldeerd moet worden, moet al het koudemiddel uit het systeem worden verwijderd of met behulp van ventielen
worden geïsoleerd in een deel van het systeem dat zich op afstand bevindt van het lek. Zowel vóór als tijdens het
solderen moet het systeem worden gespoeld met zuurstofvrije stikstof.
7.15 VERWIJDEREN EN VACUÜM ZUIGEN
Er worden algemene procedures gehanteerd voor reparatie- of andere werkzaamheden aan het
koudemiddelcircuit. Houd met het oog op de ontvlambaarheid van koudemiddelen de volgende maatregelen in
acht. De volgende procedure moet worden gevolgd:
verwijder het koudemiddel;
spoel het circuit met inert gas;
zuig het systeem vacuüm;
spoel opnieuw met inert gas;
open het circuit met een snij-, knip- of soldeergereedschap.
Het verwijderde koudemiddel moet worden opgevangen in de juiste verzamelcilinders. Het systeem moet worden
doorgespoeld met zuurstofvrije stikstof om het systeem veilig te maken. Het komt voor dat dit proces enkele
malen moet worden herhaald.
Hiervoor mag geen gebruik worden gemaakt van perslucht of zuurstof.
Het doorspoelen gebeurt door het vacuüm in het systeem op te heffen met zuurstofvrije stikstof tot de bedrijfsdruk
is bereikt, de stikstof te laten ontsnappen in de omgevingslucht en het systeem vervolgens opnieuw vacuüm te
zuigen. Dit proces moet worden herhaald tot er geen koudemiddel meer in het systeem aanwezig is.
Wanneer er voor het laatst zuurstofvrije stikstof is toegepast, moet dit worden vrijgegeven aan de omgevingslucht
tot de omgevingsdruk is bereikt. Vervolgens kan er met de werkzaamheden worden begonnen. Deze handelingen
zijn absoluut noodzakelijk wanneer er aan de leidingen soldeerwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Zorg
ervoor dat de afvoer van de vacuümpomp zich niet in de buurt van ontstekingsbronnen bevindt en er voldoende
ventilatie aanwezig is.
18

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents