Carrier 42QHC007D8S Installation Manual page 59

Wall mounted air conditioner
Hide thumbs Also See for 42QHC007D8S:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
6. LAATSTE CONTROLE EN TESTBEDRIJF
6.1 CHECKLIST VOOR LAATSTE CONTROLE
Ter afronding van de installatie dient u voorafgaand aan het testbedrijf de volgende controles uit te voeren.
Sterkte van de installatielocatie voor zowel binnen als buiten; vergewis u ervan dat de luchtuitlaat of de
luchtretouropening niet worden geblokkeerd.
Dichtheid van de aansluiting van de koudemiddelleiding en controleer op lekkage
Elektrische kabelaansluitingen zijn correct gemaakt en unit is met de aarde verbonden
Controleer de totale lengte van de leiding en registreer de hoeveelheid extra koudemiddel
De voedingsspanning dient te corresponderen met de nominale stroom
van de airconditioner
Leidingisolatie
Afvoerleiding
6.2 HANDMATIGE BEDIENING
De unit kan handmatig worden bediend door te drukken op de toets Handmatige bediening
Druk herhaaldelijk op de handmatige toets om de modus te wijzigen. Dit gebeurt als volgt;
Een keer = AUTO-modus [heat, cool of fan, 24 °C en automatische ventilatorsnelheid]
Twee keer = COOLING-modus [schakelt na 30 minuten over naar AUTO-modus (voornamelijk gebruikt om te
testen)]
Drie keer = OFF (UIT)
6.3 TESTBEDRIJF
Schakel met de afstandsbediening (of met de toets handmatige bediening) de airconditioner in de COOLING-
modus en controleer de werking van de binnenunit en de buitenunit. Los eventuele storing op aan de hand van
het hoofdstuk 'Problemen oplossen' in de 'Handleiding voor reparatie en onderhoud'.
Binnenunit
Of de toetsen (bijv. ON/OFF, MODE, TEMPERATURE, FAN SPEED etc.) op de afstandsbediening correct
werken.
Of de lamellen zich normaal bewegen.
Of de kamertemperatuur goed wordt geregeld.
Of de indicatorlampjes op het display normaal werken.
Of de toets handmatige bediening goed werkt.
Of de afvoer normaal verloopt.
Of er sprake is van trillingen of abnormale geluiden tijdens bedrijf.
Of de binnenunit goed werkt in de modus COOLING of HEATING.
Buitenunit
Of er sprake is van trillingen of abnormale geluiden tijdens bedrijf.
Of de luchtstroom, het geluid of het condenswater afkomstig van de airconditioner zorgt voor burenoverlast.
Of er sprake is van lekkend koudemiddel.
VOORZICHTIG
Als de unit opnieuw wordt opgestart, dan gebeurt dit om veiligheidsredenen met ongeveer
3 minuten vertraging.
15
7. ONDERHOUDSINFORMATIE
7.1 CONTROLE VAN DE BEDRIJFSRUIMTE
Voordat er kan worden gewerkt aan systemen die ontvlambare koudemiddelen bevatten, moeten er
veiligheidscontroles worden uitgevoerd om het risico op ontsteking tot een minimum te beperken. De volgende
voorzorgsmaatregelen dienen in acht te worden genomen voordat er reparaties aan het koelsysteem worden
uitgevoerd.
7.2 WERKPROCEDURE
De werkzaamheden moeten volgens een gecontroleerde procedure worden uitgevoerd om het risico op de
aanwezigheid van een ontvlambaar gas of een ontvlambare damp tijdens de werkzaamheden tot een minimum
te beperken.
7.3 ALGEMENE WERKOMGEVING
Al het onderhoudspersoneel en alle overige personen in de werkomgeving moeten worden geïnformeerd
Toets handmatige bediening
over de aard van de werkzaamheden die worden uitgevoerd. Werkzaamheden in besloten ruimtes moeten
worden voorkomen. Het gebied rond de werkomgeving moet worden afgesloten. Zorg ervoor dat er veilig in de
werkomgeving kan worden gewerkt door te controleren op de aanwezigheid van ontvlambare stoffen.
7.4 CONTROLEREN OP DE AANWEZIGHEID VAN KOUDEMIDDEL
De omgeving moet voor en tijdens de werkzaamheden worden gecontroleerd met een geschikte
koudemiddeldetector, zodat de monteur weet of er ontvlambare stoffen aanwezig zijn. Zorg ervoor dat de
apparatuur voor lekdetectie geschikt is voor detectie van ontvlambare koudemiddelen , d.w.z. geen vonken
afgeeft, goed is afgedicht en intrinsiek veilig is.
7.5 AANWEZIGHEID VAN EEN BRANDBLUSSER
Als er heet werk aan de koelapparatuur of bijbehorende onderdelen moet worden uitgevoerd, moet er geschikte
blusapparatuur aanwezig zijn. Zorg dat er een CO
aanwezig is.
7.6 GEEN ONTSTEKINGSBRONNEN
Niemand die aan een koudemiddelsysteem werkzaamheden verricht waarbij leidingen worden blootgelegd
die ontvlambaar koudemiddel bevatten of hebben bevat, mag ontstekingsbronnen op zo'n manier gebruiken
dat deze een risico op brand of explosie vormen. Alle mogelijke ontstekingsbronnen, waaronder brandende
sigaretten, moeten op voldoende afstand worden gehouden van de omgeving waar installatie, reparatie,
verwijdering of afvoer plaatsvindt, waarbij de mogelijkheid bestaat dat ontvlambaar koudemiddel vrijkomt. Vóór
begin van de werkzaamheden moet het gebied rond de apparatuur worden gecontroleerd op de aanwezigheid
van ontbrandingsgevaren en ontstekingsrisico's. Er moeten borden worden geplaatst met de tekst "NIET
ROKEN".
7.7 GEVENTILEERDE OMGEVING
Zorg ervoor dat de werkomgeving in de buitenlucht is of voldoende wordt geventileerd, voordat het systeem
wordt geopend of heet werk wordt uitgevoerd. Tijdens de werkzaamheden moet er voortdurend ventilatie zijn.
De ventilatie moet ervoor zorgen dat vrijgekomen koudemiddel wordt verspreid en bij voorkeur wordt afgegeven
naar de buitenlucht.
7.8 CONTROLE VAN DE KOELAPPARATUUR
Bij de vervanging van elektrische componenten moeten componenten worden gebruikt die geschikt zijn voor het
doel en die de juiste specificaties hebben. De onderhouds- en reparatiehandleidingen van de fabrikant moeten te
allen tijde worden gevolgd. Neem in geval van twijfel contact op met de technische afdeling van de fabrikant. De
volgende controles moeten worden uitgevoerd bij de installatie van apparatuur met ontvlambaar koudemiddel:
- of poederblusser in de buurt van de werkomgeving
2
16

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents