Trekplaat (9); Snelsluitingen (1:N); Bandenspanning; Toebehoren - Stiga PARK Series Instruction Manual

Ride-on lawnmower with seated operator
Hide thumbs Also See for PARK Series:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 75
(Vertaling van de oorspronkelijke instructies)
als volgt te werk.
Monteer de bus (8:B) op de stuurkolom en zet
1.
hem vast door één van de pennen (8:C) er voor
ongeveer 1/3 van zijn lengte in te steken.
2.
Trek de bus en de stuurkolom omhoog.
3.
Controleer of de vulring van 0,5 mm, de vulring
van1 mm of beide ringen in de opening kunnen
worden geplaatst die ontstaat in het punt (8:A).
Forceer de ring(en) niet, er moet een klein bé-
tje speling zijn.
4.
Haal de pen (8:C) naar buiten met de pons
(8:D) en demonteer de bus.
Plaats de ring(en) zoals aangegeven bij punt 3
5.
hierboven.
6.
Plaats de stuurkolombus op de stuurkolom en
vergrendel deze door de beide pennen er volle-
dig in te steken. Blokkeer de stuurkolom.
5.6

TREKPLAAT (9)

Monteer de trekplaat (9:B) aan de achterzijde van
de machine.
Gebruik de schroeven en moeren (9:A; 9:C).
Klemkoppel: 22 Nm.
5.7

SNELSLUITINGEN (1:N)

De snelsluitingen en installatie-instructies worden in
een aparte doos geleverd. Deze zit in de verpakking
van de machine.
Monteer de snelsluitingen op de voorste assen van
de machine.
5.8

BANDENSPANNING

Zie voor de bandenspanning "0 TABEL TECHNI-
SCHE GEGEVENS"
5.9

TOEBEHOREN

Voor de montage van accessoires kijkt u in de
aparte montagehandleiding die bij iedere accessoire
wordt geleverd.
Opmerking: In dit geval wordt de
maaisysteemgroep als een accessoire
beschouwd.

6 BEDIENINGEN

6.1
PEDAAL
MECHANISCHE
SCHAPSBEVESTIGING (10:C)
Bediend met de hendel (10:C1), dient om de
accessoires van de werkstand in de transportstand
te brengen.
• Transportstand: trap het pedaal helemaal in en
NEDERLANDS
haal uw voet weg, het pedaal blijft omlaag staan.
• Werkstand: druk op het pedaal en laat het
langzaam omhoog komen.
6.2
De krachtoverbrenging kan dan oververhit ra-
Het pedaal (10:B) heeft de volgende standen:
geactiveerd.
Volledig ingetrapt. Voorwaarts rijden uitgeschakeld.
De parkeerrem is geactiveerd maar niet vergrendeld.
Deze stand wordt ook gebruikt als noodrem.
6.3
hellingen, tijdens transport enz., als de motor niet
draait.
Vergrendelen:
1.
Trap het pedaal (10:B) volledig in.
2.
Verplaats de vergrendeling (10:A) naar rechts.
3.
Laat het pedaal (10:B) los.
4.
Laat de vergrendeling (10:A) los.
Ontgrendelen:
1.
Trap het pedaal (10:B) volledig in en laat het
weer los.
6.4
Als de machine niet remt zoals verwacht als het
pedaal wordt losgelaten, moet het linkerpedaal (=
snelheid) als noodrem worden gebruikt.
Wanneer het pedaal losgelaten is, is de dienstrem
GEREED-
ingeschakeld.
Schakel de transportstand niet in terwijl
het aangekoppelde accessoire in wer-
king is. Hierdoor zou de aandrijfriem wor-
den vernield.

KOPPELING-PARKEERREM (10:B)

Druk nooit op het pedaal tijdens het be-
drijf.
ken.
Omhoog. De aandrijving is ingeschakeld.
De parkeerrem is niet geactiveerd.
Voor de helft ingetrapt. Voorwaarts rijden
uitgeschakeld. De parkeerrem is niet

BLOKKEERHENDEL PARKEERREM (10:A)

Vergrendelt het koppelings-/rempedaal in de
volledig ingetrapte stand. Deze functie wordt
gebruikt om de machine te vergrendelen op

BEDRIJFSREM-AANDRIJVING (10:F)

- Pedaal voorwaarts, – de machine gaat
vooruit.
- Pedaal onbelast – de machine staat stil.
- Pedaal achterwaarts – de machine rijdt
achteruit.
NL
13

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents