Download Print this page

GEM FlowCOUPLER GEM1020M Manual page 40

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
OPMERKING: De patiënt wordt op de volgende manieren van de AC-voeding geïsoleerd: Ten eerste
wordt er een externe voeding voor medische toepassingen gebruikt voor het leveren van DC-werkstroom
voor het FlowCOUPLER-systeem. Beide leidingen van de DC-uitgang vanaf de voeding worden
geïsoleerd van de AC-voeding in de DC-stroomtoevoer. Er bestaat geen verbinding tussen de "groene"
veiligheidsaarding en de monitor. De geïmplanteerde sonde wordt bovendien geïsoleerd met behulp van
een RF-isolatietransformator die zowel de signaal- als de aardeleidingen tussen de monitor en de sonde
isoleert. Het coaxiale schild van de sonde is verbonden met de aarding van het monitoronderstel middels
twee veiligheidscondensatoren. Zowel de condensatoren als de isolatietransformator hebben een diëlektrische
weerstandsspanning van 4000 VAC. Het laatste isolatiemechanisme is de kabelisolatie en inkapseling van de
sonde die voor een extra isolatielaag tussen de geïsoleerde elektrische signalen en de patiënt zorgt.
3.
Plaats de monitor op een geschikte standaard, kar of tafel buiten de steriele zone, vlakbij de arts die
het FlowCOUPLER-systeem zal gebruiken. De monitor mag niet worden gebruikt in de buurt van
apparatuur die gebruik maakt van hoge frequenties, waaronder chirurgische HF-generatoren. De
monitor valt in de klasse IPX-0. Houd de monitor uit de buurt van alle open vloeistoffen.
OPMERKING: Indien de externe kabel zich in de nabijheid van elektrisch actieve geleiders bevindt, zoals
elektrochirurgische kabels of een elektronisch apparaatonderstel, kunnen de signalen van de kabels of het
onderstel door de monitor worden opgepikt en ongewenste hoorbare signalen produceren. Deze interferentie
is eenvoudig van de bloeddoorstroom te onderscheiden en kan worden verholpen door de externe kabel weg
van de interferentiebron de leiden.
4. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het GEM FlowCOUPLER-instrument- en systeem voor
informatie over het hanteren van het FlowCOUPLER-instrument.
5. Verplaats de vrije aansluiting van de externe kabel (meegeleverd bij het FlowCOUPLER-
instrument) naar buiten de steriele zone. Plaats deze vrije aansluiting in hetzij recipiënt A of
recipiënt B op het voorpaneel van de monitor.
6. Schakel de monitor in door de Aan/Uit-schakelaar in te drukken.
7. Controleer of de kanaalselectieschakelaar (A of B) overeenkomt met de gekozen recipiënt.
8. Luister naar de bloeddoorstroom. Er kan enige achtergrondruis hoorbaar zijn.
OPMERKING: Als er postoperatief geen bloedstroom gedetecteerd wordt met de monitor, vertrouw dan op
klinische indicaties voor de patiëntstatus.
9. Pas het volume aan door de schakelaar Volume omhoog of Volume omlaag ingedrukt te houden tot
het gewenste niveau is bereikt. Indien er geen sterk hoorbaar signaal kan worden geïdentificeerd,
irrigeer de anastomotische locatie dan met een zoutoplossing. Tijdens de irrigatie bevestigt een
hoorbaar signaal van de monitor dat het instrument correct functioneert.
SPECIALE INSTRUCTIES:
Onderhoud en reiniging:
De monitor vereist een minimaal onderhoud. Houd hem schoon en stofvrij. De buitenkant kan aan
de hand van de volgende stappen worden gereinigd:
1. Controleer de monitor na elk gebruik op tekenen van schade of slijtage.
2. Neem de monitor af met een droge of met water bevochtigde zachte doek.
3.
Neem de monitor af met een met isopropylalcohol (70%) bevochtigde zachte doek. Zorg dat eventueel
organisch restmateriaal wordt verwijderd. Giet geen 70% isopropylalcohol rechtstreeks op de monitor. Laat
voor het gebruik aan de lucht drogen.
4. Plaats geen vloeistof in de buurt van de luidspreker.
Het vervangen van de batterij:
Controleer of de monitorvoeding is uitgeschakeld door de Aan/Uit-drukknop in te drukken zodat er
geen indicatielampjes meer branden.
Schroef de batterijdeksel los en verwijder deze van de monitor, zodat de batterijhouder binnen het
batterijcompartiment zichtbaar wordt. Schuif de batterijhouder uit het compartiment. Verwijder
beide deksels van de batterijhouder zodat de oude batterijen zichtbaar worden. Vervang de oude
batterijen door nieuwe, alkalinebatterijen van het type AA (LR6). Let op de in de batterijhouder
aangebrachte markeringen voor de batterijpolen. Plaats de deksels van de batterijhouder terug op het
batterijcompartiment. Plaats de deksel van het batterijcompartiment terug en draai de schroeven vast.
Voer de oude batterijen op de juiste wijze af in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften.
OPMERKING: Verwijder de batterijen in geval van langdurige opslag. Installeer de batterijen niet
achterstevoren, laad ze niet op, verbrand ze niet en combineer ze niet met batterijen van een ander type. De
batterijen kunnen exploderen of lekken en dientengevolge letsel veroorzaken. Vervang alle batterijen tegelijkertijd.
DE VOLGENDE PARAGRAFEN ZIJN VAN TOEPASSING OP DE FLOWCOUPLER 20
MHZ DOPPLER-SONDE
Akoestische uitgangssignalen:
Er zijn geen bedieningselementen voor de gebruiker die de akoestische uitgangssignalen kunnen
beïnvloeden. Alle akoestische uitgangssignalen bevinden zich beneden de toepassingsspecifieke
akoestische uitgangslimiet vóór aanpassing van I
Verklaring van derivatie van reductiefactor
De berekeningen van de gereduceerde intensiteit zijn gebaseerd op de gemeten centrumfrequentie
van het akoestische signaal (f, MHz) en de afstand vanaf de geteste transducer tot de hydrofoon
(z, cm) aan de hand van de reductiefactor e
40
van 94 mW/cm
en een MI van 1,9.
2
spta.3
.
-0,069 fz

Advertisement

loading