Audio Technica AT-MX381 SmartMixer Installation And Operation Manual page 34

Microfoons met prioriteit en de blokkeringsbus (kanalen 1-8)
Nadat de regelaars voor ingangsniveau op de juiste stand zijn ingesteld, wordt
de blokkeringsbus geactiveerd wanneer in een van de kanalen een audiosig-
naal verschijnt. De prioriteitsinstellingen die aan elk ingangskanaal gekoppeld
zijn bepalen vervolgens of een bepaalde microfoon wel of niet wordt beïnvloed
door blokkeringen die door andere microfoons worden gegenereerd.
Wanneer de prioriteit van een bepaald kanaal UITgeschakeld is, kunnen
andere kanalen de daaraan gekoppelde microfoon blokkeren.
Wanneer de prioriteit van een bepaald kanaal INgeschakeld is, is blokkering
van de daaraan gekoppelde microfoon niet mogelijk.
* Voor alle duidelijkheid: elke microfoon die als "geblokkeerd" of "uit-
geschakeld" wordt aangeduid, is in werkelijkheid alleen gedempt met een
waarde tussen 12 en 96 dB vanaf het niveau dat anders wordt bepaald door de
betreffende instellingen voor niveau en trim, de gevoeligheid en de plaats. Zie
voor meer informatie het hoofdstuk "Mixers doorlussen" op pagina 35.
De wijze waarop prioriteit aan de ingangskanalen wordt toegekend, is bepal-
end voor wijze waarop het automatisch mengen als geheel functioneert.
Wanneer u de prioriteitsinstellingen integreert met externe besturing en pc-
besturing (RS232), kan de SmartMixer probleemloos complexe toepassingen
verwerken. De drie meest gebruikte "modussen" van een op prioriteitskeuze
gebaseerde automatische werking zijn:
Modus 1... Geen enkele ingang heeft prioriteit.
In deze modus kan slechts één microfoon tegelijk ingeschakeld zijn. De
blokkeringsbus schakelt alle andere microfoons uit totdat de eerste
spreker pauzeert. Zodra de aansturende microfoon stil valt, keert de
blokkeringsbus naar ruststand terug en kan elke andere microfoon
geactiveerd worden. Het hele schakelproces vindt plaats zonder dat er
één woord wegvalt en zonder plop- en klikgeluiden.
Deze modus is bijzonder nuttig wanneer de versterkingsregeling van de
geluidsinstallatie als geheel dichtbij de rondzingdrempel moet liggen en
extra microfoons die geactiveerd worden rondzingen in het systeem
kunnen veroorzaken. In deze modus voorkomt de SmartMixer dat
meerdere microfoons tegelijk geactiveerd worden. Dit schakelproces
verloopt zo snel en geruisloos dat de vergadering volledig interactief
kan plaats vinden.
Modus 2... Een of meer ingangen hebben prioriteit De aangewezen pri-
N
oriteitsmicrofoons kunnen op elk moment geactiveerd worden en elke
E
andere microfoon zonder prioriteit onderdrukken. (Let wel, er kunnen
omstandigheden zijn waarbij aan meer dan één microfoon prioriteit
moet worden toegekend; de sprekers die prioriteit hebben, kunnen op
elk moment spreken en daardoor de microfoons zonder prioriteit onder-
drukken.)
Modus 3... Aan alle ingangen is prioriteit toegekend.
De blokkeringsbus wordt door elk binnenkomend audiosignaal geac-
tiveerd maar geen van de microfoons wordt geblokkeerd... omdat geen
ervan op de blokkeringsbus aangesloten is.
Let op: Als meerdere SmartMixers van het type AT-MX381 onderling met
AT8325/1.0 linkkabels zijn doorverbonden, veroorzaken
prioriteitsvoorkeuzeschakelaars op alle in gebruik zijnde kanalen de hiervoor
beschreven stuureffecten op het gehele systeem.
UITZONDERING: prioriteitsmicrofoons onderdrukken alleen andere microfoons
binnen eenzelfde unit.
NOMA
Number of Open Microphones Attenuated (Aantal geopende gedempte
microfoons)
In een systeem dat uit meerdere microfoons bestaat, kan naarmate meer
microfoons ingeschakeld (geopend) worden, de toegenomen systeemver-
sterking een mogelijke bron van rondzingen vormen. Het NOMA-systeem helpt
rondzingen te onderdrukken door de verhoogde systeemversterking te com-
penseren. Een ingebouwde matrix in de AT-MX381 herkent hoeveel micro-
foons open staan en past de systeemversterking daarbij automatisch aan
Omdat de inschakeling van de NOMA-functie niet altijd geschikt of wenselijk is,
wordt de AT-MX381 geleverd met in de fabriek uitgeschakelde NOMA-functie. De
NOMA-functie kan via de RS232-interface geactiveerd worden met behulp van een
pc waarop de SmartMixer software draait.
NOMA houdt de algehele systeemversterking in stand door het uit-
gangsniveau van de mixer verhoudingsgewijs te verlagen naarmate er meer
microfoons open gaan. Dit kan in geluidsversterkinginstallaties helpen de
rondzingmarge en de systeemstabiliteit in stand te houden. Deze ingreep ver-
laagt echter noodzakelijkerwijs het geluidsniveau van elke spreker afzonder-
lijk, wat niet altijd wenselijk is. Uiteindelijk berust de toepassing van NOMA op
de voorkeuren van de systeemontwerper en/of –bedieningstechnicus. In het
algemeen is de toepassing van NOMA niet aan te bevelen voor toepassingen
als televergaderen, opnamen en uitzendingen.
Versterking voorversterker
De SmartMixer heeft een zeer groot versterkingsbereik waardoor hij veel ver-
schillende microfoons en lijn-ingangssignalen kan accepteren. In situaties
waarin microfoons met een groot uitgangsvermogen worden gebruikt voor
spraak op korte afstand ("close talk") kan het echter noodzakelijk zijn de ver-
sterking van de voorversterker te verlagen. Draai de regelknop voor het trim-
men van de ingangen (Input Trim) die aan elk ingangskanaal gekoppeld is
naar links (CCW) om de versterking te verlagen. Op dezelfde wijze wordt door
de regelknop naar rechts (CW) te draaien de versterking verhoogd van bron-
nen met een laag uitgangsvermogen. Bovendien kan de ingang voor
lijnsignalen met 35 dB worden gedempt door tweemaal op de verzonken knop
voor "Input Attenuator Select" (Selectie ingangsdemping) te drukken; hierdoor
zal het ATT. led-signaallampje van het gekozen kanaal oplichten. (Let erop dat
wanneer u demping inschakelt het fantoomvermogen automatisch wordt uit-
geschakeld).
Fantoomvermogen
Elke ingang van de SmartMixer kan +48 V gelijkstroom-fantoomvermogen lev-
eren (standaard uitgeschakeld). Om het fantoomvermogen voor een bepaalde
ingang in of uit te schakelen, hoeft u alleen maar met een spits toelopend
gereedschap op de verzonken knop P48/ATT. te drukken die aan elk kanaal
gekoppeld is. Wanneer u voor een bepaald kanaal het fantoomvermogen
inschakelt, licht de P48 LED die aan het kanaal gekoppeld is op in het kanaal-
statusdisplay. Hoewel de meeste dynamische microfoons met gebalanceerde
uitgang voor een normale werking geen fantoomvermogen nodig hebben, kun-
nen ze toch zonder deactivering van het fantoomvermogen van de SmartMixer
gebruikt worden.
Uitgangsbegrenzer
De AT-MX381 is voorzien van een schakelbaar circuit voor uitgangsbegrenz-
ing. Wanneer dit circuit geactiveerd is, helpt de uitgangsbegrenzing vervorm-
ing door krachtige geluidspieken te voorkomen. De begrenzer is in de fabriek
voor een optimale werking geconfigureerd (geen instellingen door gebruiker)
en wordt IN- of UITgeschakeld met een pc die de software van de SmartMixer
draait.
Uitgangsniveau
Het uitgangsvermogen van de SmartMixer is in de fabriek ingesteld op "geen
uitgangsdemping" (lijnniveau). Wanneer u een gedempt uitgangsvermogen
(microfoonniveau) wenst, drukt u eenvoudig met een spits toelopend stukje
gereedschap de verzonken ATT. knop in naast de hoofdregeling voor
niveau/drempel (Master Level/Threshold). Het ATT. led-signaallampje licht op
in het uitgangsdisplay.
Led VU-meter
De led VU-meter is in de fabriek ingesteld op aanwijzing van het geluidsniveau
vóór de hoofdniveauregeling. Daardoor kunt u de meter gebruiken voor het
configureren van de SmartMixer terwijl de hoofdniveauregeling uitgeschakeld
is en in de hoofduitgang geen audiosignaal aanwezig is. Als het wenselijk is
dat de meter wordt beïnvloed door de hoofdvolumeregeling, kunt u dit met een
pc via de RS232-poort wijzigen. (Zie het hoofdstuk over hoofdregeling
SmartMixer software.)
Last Mic On
Het is vaak wenselijk dat de laatst gebruikte microfoon open blijft om de sfeer
in de vergaderruimte doorlopend weer te geven. Deze functie kan via de soft-
ware worden gekozen (de standaardinstelling is "ingeschakeld") en ze wordt
doorgekoppeld naar alle aangekoppelde mixers zodat slechts één microfoon
in het hele systeem open blijft.
33