Status-Led" (6); Instellingen En Functies Van De „Functieschakelaar S1" (10) En „Positieschakelaar S2" (11) - Conrad Electronic 75 15 32 Operating Instructions Manual

7. „Status-LED" (6)
De „Status-LED" (6) knippert steeds 60 seconden nadat de positie van de „Functieschakelaar S1" (10) is
veranderd.
Daarnaast knippert de „Status-LED" (6) bij bewegingsherkenning steeds 10 seconden.
De betreffende functies van de „Status-LED" (6) worden in hoofdstuk 8 beschreven.
8. Instellingen en functies van de
„Functieschakelaar S1" (10) en
„Positieschakelaar S2" (11)
a) „Functieschakelaar S1" (10)
"Functieschakelaar S1" (10) in positie 1:
In deze positie is het relaiscontact „RELAY" van de „aansluitterminal" (4) continu gesloten. Bij een bewe-
gingsherkenning licht noch de rode "Status-LED" (6) op noch wordt de relaisuitgang "RELAY" geacti-
veerd.
De camera draait in deze positie met tussenpozen van 1 seconde achter elkaar door de 6 verschillende
cameraposities (de instelling van de „Positieschakelaar" (11) is hierbij niet relevant).
"Functieschakelaar S1" (10) in positie 2:
In deze positie is het relaiscontact van de „aansluitterminal" (4) gesloten.
Zodra een bewegingsherkenning via de „Bewegingssensoren" (7) plaatsvindt, draait de camera naar de
betreffende positie en gelijktijdig wordt het relaiscontact "RELAY" geactiveerd. Het relaiscontact
"RELAY" blijft 10 seconden lang actief (gedurende deze tijd knippert voor optische signalering de rode

"Status-LED" (6)).

Als na 10 seconden geen beweging meer wordt waargenomen, keert de camera weer terug in de uit-
gangspositie (afhankelijk van de "Positieschakelaar" (11)), de rode LED stopt met knipperen.
49