Aanbevolen Installatieruimte; Besturingsunit - OEG 650 001 330 Installation And Operating Instruction

138
3.1.4
Aanbevolen
Installatieruimte
3.1.5

Besturingsunit

3.2
Installatievoorbeelden
M
NL
OEG multifunctionele, vermogensgestuurde lucht/water­warmtepomp
OEG-warmtepompen zijn uitgerust met hoogwaardige componenten om geluidsemissies te
voorkomen en te verminderen. Desalniettemin kunnen bedrijfsgeluiden niet volledig worden
vermeden. Afh ankelijk van de installatielocatie en het model, worden de volgende mini-
mumafstanden tot gevoelige gebieden (bijv. slaapkamerramen) aanbevolen voor nachtelijk
gebruik.
gebaseerd op DIN 4109­1, 32e BImSchV en TA Lärm
Afstand in meters, bedrijfsmodus: nachtmodus
Grenswaar­
Terreintype / installatielocatie
de dB (A)
Industriegebieden
Commerciële gebieden
Kerngebieden, dorpsgebieden,
gemengde gebieden
Algemene woongebieden,
kleine woonwijken
Woonwijken
Kuuroorden, ziekenhuizen,
verpleeghuizen
Het apparaat is uitgerust met een elektronische kabelgebonden besturingsunit. De
besturingsunit wordt in het huis geïnstalleerd. Om functiestoringen te voorkomen, mag de
aansluitkabel van de besturing niet direct naast de hoofdaansluitleiding worden gelegd.
Op de besturingsunit kan een grote hoeveelheid informatie worden opgevraagd. Bovendien
zijn alle noodzakelijke instelmogelijkheden beschikbaar voor operators en installateurs.
De besturingsunit wordt gebruikt tijdens installatie en onderhoud.
Onder normale bedrijfsomstandigheden hoeft de besturingsunit niet toegankelijk te zijn
voor bewoners.
Er zijn verschillende opties voor hydraulische integratie voor de vijf verschillende
bedrijfsmodi (zie Hoofdstuk 2 „Systeembeschrijving").
Bij de standen voor ruimtekoeling moeten alle watervoerende componenten tegen
diff usie worden geïsoleerd en tegen corrosie worden beschermd.
De volgende toepassingsvoorbeelden zijn slechts schematische weergaven. Ze moeten
worden aangevuld met ontbrekende veiligheidsmodules enz.
De veiligheidsvoorzieningen voor de warmwaterbereiding moeten conform DIN EN
12828 worden geïnstalleerd. Bij alle installaties moet de minimale volumestroom in het
verwarmingscircuit van de warmtepomp in acht worden genomen. Het niet in acht nemen
leidt tot storingen.
Symbolen en betekenis:
Verwarmings-
Verwarmingsmenger
M
circuitset
/ Omschakelklep
Thermometer
T Veiligheidsklep
M
M
Membraan
Veiligheids-
expansievat
ventiel
Minimale afstand tot de warmtepomp
650001330 650001331
6 kW 9 kW
70 1 1
50 1 1
45 2 2
40 3 4
35 5 7
35 5 7
M
T *
W
F
K
U
M
Circulatiepomp
Manometer
M
Filter/vuilaf-
scheider
(met magneet)
T *
W
650001332 650001333
12 kW 18 kW
1 1
1 2
2 3
4 5
7 9
7 9
Ventilator Vloer-
M
verwarming
/ radiator
Temperatuur-
sensor
M
+
Verswater-
Aftap
FZ
circulatieset