Machines Met Kaartprogrammering - Primus R6 User Manual

E: VERLENGING VAN HET HELE WASPROGRAMMA MET 10 MINUTEN
Door deze toets intedrukken wordt het voorwasprogramma ongeveer met 1 minuut, het
hoofdwasprogramma met 5 minuten en de eindcentrifuge met 2 minuten verlengd. Deze toets kan iedere
keer tijdens het wasprogramma ingedrukt worden.
F: LAAG WATERPEIL TELKENS BIJ HET WATEROPNEMEN
Deze functie begint direct na het indrukken van de toets.
G: UITSCHAKELING VAN DE VERVOLG VAN HET PROGRAMMA
Deze functie begint direct na het indrukken van de toets. Het programma stopt in de huidige positie, de
motor stoptmet te draaien, de programmering stopt, het waterinnemen loopt af, verwarming gaat door en
de machine is stil. Indien deze toets, bijvoorbeeld, tijdens het wasprogramma ingedrukt is, gaat het weken
en verwarmen van wasgoed door, net zo lang tot de toets voor de tweede keer ingedrukt is. Alleen daarna
loopt het programma verder.
H: EXTRA KORT WASPROGRAMMA
Door deze toets in te drukken kan men een extra kort wasprogramma kiezen, dat uit 7,5 minuten wassen
en 5,5 minuten centrifugeren bestaat.
Indien de machine met de pomp voor vloeibare wasmiddelen is uitgerust, zal het programma na indrukken
van deze toets de pomp voor vloeibare wasmiddelen gedurende de ingestelde tijd onafhankelijk
controleren. Door het opnieuw indrukken van deze toets kan de pomp voor vloeibare wasmiddelen
uitgeschakeld worden.
I: SCHAKELAAR VOOR DE ROTATIETIJD
Door deze toets in te drukken kan men de rotatie- en rusttijd van de wastrommel van een normale stand
na een fijne stand veranderen.
J:NOODSTOP
In noodsituatie kan men deze toets altijd indrukken.
7.Het einde van de wascyclus is duidelijk te zien op de aanwijzer van het wasprogramma. Zodra het
onderste controlelampje op het bedieningspaneel uitgaat, kan men de deur met behulp van de handgreep
openmaken en het wasgoed uit de trommel halen.

4.5. MACHINES MET KAARTPROGRAMMERING

6. Controleer of de temperatuurinstelling op de thermostaat (6) met de gekozen kaart overeenkomstig is.
7. Zet de schakelaar (1) in positie "0".
Leg de programmakaart (2) in de programmeringsinstallatie op zo een manier, dat de dikke blauwe streep
niet te zien is.
8. Zet de schakelaar (1) in positie "1" en druk de groene toets (3) in om het wasprogramma te starten. Het
controlelampje (9) brandt indien de programmeringsinstallatie in werking is. Het is uit tijdens het
waterinnemen en verwarmen.
– Indienmen wenst het programma te onderbreken, zet de schakelaar (1) in positie "0". Om een bepaald
gedeelte van het programma over te slaan of te herhalen, zet de schakelaar (1) in positie "0", door het
draaien van het wieltje (4) verplaats de kaart naar voren of naar achteren en zet de schakelaar terug in
positie "1".
– De wasautomaat kan in volle gang gestopt worden door het indrukken van de rode toets (5). Indien
gewenst de was- automaat opnieuw te starten, druk de groene toets (3) in.
– De "CENTRAALSTOP" toets (7) wordt ALLEEN in geval van gevaar of bedreiging van de personeel of
ernstig beschadiging van de machine gebruikt.
– Door het indrukken van de "CENTRAALSTOP" toets (7) worden alle op dat moment draaiende functies van
de machine gestopt. Geen controlelampje zal branden, de
deur blijft vergrendeld en kan niet opengemaakt worden.
– Om de machine na het verwijderen van de oorzaken van het stoppen opnieuw te starten, dient men de
"CENTRAALSTOP" toets (7) op de rechter kant van het bedieningspaneel met de wijzers van de klok mee
te draaien en uit te trekken. Daarna dient men de "START" toets (3) in te drukken.
– Het controlelampje (10) gaat aan indien in volle werking van de machine een defect aan de
deurvergrendeling is ontstaan.
9.Het einde van de wascyclus wordt door een geluidssignaal aangekondigd. Daarna gaat het controlelampje
("programmeringsinstallatie in werking") uit en de groene toets gaat branden.
Druk de groene toets (8) in, maak de deur met behulp van de handgreep open en haal het wasgoed uit de
trommel. Het is mogelijk om de kaart te verwijderen uit de kaartlezer na het veranderen van de knop (1)
naar de "0" positie.
508 761 UITGAVE 01/03
Afb.4.5. Kaartprogrammering
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE MACHINE 27