Installatie Van De Pomp; Diameter Van De Pomp/Motor; Vloeistoftemperatuur/Koeling; Pijpaansluitingen - Grundfos SP Installation And Operating Instructions Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 6

4.2 Installatie van de pomp

Waarschuwing
Bij pompen die op een gemakkelijk toegankelijke
plaats worden geïnstalleerd, moet de koppeling
zodanig zijn afgeschermd dat niemand ermee in
aanraking kan komen. Een pomp kan daartoe
eventueel in een koelmantel worden gemonteerd.
Afhankelijk van het motortype kan de pomp vertikaal of horizon-
taal worden gemonteerd. Een complete lijst van motoren welke
voor horizontale montage geschikt zijn, is weergegeven in para-
graaf 4.2.1.
Indien de pomp horizontaal wordt gemonteerd, mag de pers-ope-
ning zich niet onder het horizontale vlak van de pomp bevinden,
zie afb. 8.
Afb. 8 Installatie van de pomp
Indien de pomp horizontaal wordt geïnstalleerd (bijv. in een reser-
voir), dient de pomp bij voorkeur in een koelmantel te worden
gemonteerd.
4.2.1 Motoren geschikt voor horizontale montage
Uitgangs-
vermogen
Motortype
MS
Gehele range
MMS 6000
MMS 8000
MMS 10000
MMS 12000
147 tot 220
Bij Franklin 4"-onderwatermotoren t/m 2,2 kW die vaker dan tien-
maal per dag worden gestart, is het raadzaam de motor iets
schuin te zetten (ten minste 15 ° boven het horizontale vlak) om
slijtage aan de axiaalschijf zoveel mogelijk te beperken.
Terwijl de pomp in bedrijf is, dient het zuigverbin-
dingsstuk van de pomp in de vloeistof onderge-
Voorzichtig
dompeld te zijn.
Waarschuwing
Als de pomp wordt toegepast voor warm water
(40 tot 60 °C), dienen voorzieningen getroffen te
worden om te voorkomen dat personen in con-
tact komen met de pomp of het leidingwerk, bijv.
door het installeren van een beschermkap.

4.3 Diameter van de pomp/motor

De maximale diameter van de pomp/motor kunt u aflezen uit de
tabellen op pagina 155 en 156.
Het is raadzaam het boorgat te controleren, zodat u zeker bent
dat de doorgang niet is geblokkeerd.
Toegestaan
Niet toegestaan
Uitgangs-
vermogen
50 Hz
60 Hz
[kW]
[kW]
Gehele range
3,7 tot 30
3,7 tot 30
22 tot 92
22 tot 92
75 tot 170
75 tot 170

4.4 Vloeistoftemperatuur/koeling

De maximale vloeistoftemperatuur en de minimale vloeistofsnel-
heid langs de motor kunt u aflezen uit onderstaande tabel.
Installeer de motor bij voorkeur boven de bronwand, zodat een
optimale koeling wordt gewaarborgd.
Wanneer de vermelde vloeistofsnelheid langs de
motor niet voldoende is, dient een koelmantel te
Voorzichtig
worden geïnstalleerd.
Bestaat er gevaar dat zich rond de motor sedimenten afzetten
(bijv. zand), dan dient een mantel te worden aangebracht om de
vereiste koeling te bewerkstelligen.
4.4.1 Maximale vloeistoftemperatuur
Met het oog op de rubber onderdelen in pomp en motor mag de
vloeistoftemperatuur niet hoger zijn dan 40 °C (~105 °F). Zie ook
onderstaande tabel.
Een vloeistoftemperatuur tussen de 40 °C en 60 °C (~105 °F en
140 °F) is toegestaan, mits de rubber onderdelen om de drie jaar
worden vervangen.
Vloeistof-
Motor
snelheid
langs motor
Grundfos
MS 402
0,15 m/s
MS 4000
MS 6000
Grundfos
MS 4000I*
0,15 m/s
MS 6000I*
Grundfos
0,15 m/s
MS6T30
Grundfos
1,0 m/s
MS6T60
0,15 m/s
Grundfos
MMS
0,50 m/s
Franklin
0,08 m/s
4"
Franklin
0,16 m/s
6" en 8"
* Bij een omgevingsdruk van minimaal 1 bar (1 MPa)
Voor 37 kW MMS 6000, 110 kW MMS 8000 en
170 kW MMS 10000 is de maximale vloeistoftem-
peratuur 5 °C lager dan de vermelde waarden in
N.B.
bovenstaande tabel.
Voor 190 kW MMS 10000 is de temperatuur 10 °C
lager.

4.5 Pijpaansluitingen

Als de kans bestaat dat door de pijpleidingen geluid door het
gebouw wordt getransporteerd, is het raadzaam kunststofleidin-
gen te gebruiken.
Kunststofleidingen alleen gebruiken bij 4"-pom-
N.B.
pen.
Wanneer kunststofleidingen worden gebruikt, dient u de pomp te
beveiligen met een onbelaste beveiligingskabel.
Waarschuwing
Vergewis u ervan dat de kunststofleidingen
geschikt zijn voor de actuele
vloeistoftemperatuur en de pompdruk.
Voor het aansluiten van een pomp op een kunststofleiding dient
een flexibele koppeling te worden gebruikt.
Installatie
Verticaal
Horizontaal
40 °C
40 °C
(~ 105 °F)
(~ 105 °F)
60 °C
60 °C
(~ 140 °F)
(~ 140 °F)
Koelmantel
Koelmantel
aanbevolen
aanbevolen
30 °C
30 °C
(~ 86 °F)
(~ 86 °F)
60 °C
60 °C
(~ 140 °F)
(~ 140 °F)
25 °C
25 °C
(~ 77 °F)
(~ 77 °F)
30 °C
30 °C
(~ 86 °F)
(~ 86 °F)
30 °C
30 °C
(~85 °F)
(~85 °F)
30 °C
30 °C
(~85 °F)
(~85 °F)
105

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents