Chicco oasys 0+ UP Instructions Manual page 49

ens aan de voor- als de achterkant op te tillen.
ere 6. Pak de diagonale gordel van de auto vast
en laat hem door de speciale geleiding (O)
op aan de achterkant van de rugleuning van
ili- het autostoeltje lopen (Fig. 13). LET OP! De
gs diagonale gordel moet tijdens het vervoer
us- ALTIJD in deze geleiding blijven zitten.
em 7. Span de gordel zo veel mogelijk aan zon-
sel der te veel band over te laten en verzeker
are u ervan dat hij niet verdraaid zit.
dit 8. Draai de greep op stand A1 (Fig. 14).
LET OP! Controleer na de installatie ALTIJD
met of de autogordel correct gespannen is en of
8). hij over alle punten gelijk is verdeeld, zonder
het verdraaid te zijn. Laat de autogordels NOOIT
op andere plaatsen lopen dan de aange-
ie- duide. Om het autostoeltje los te koppelen
zit en de basis in de auto geïnstalleerd te laten:
ers 1. Haal de diagonale gordel uit de geleiding
te op de rugleuning zonder hem uit de gesp
te nemen.
2. Zet de handgreep weer op de verticale
stand B (Fig. 5).
(E) 3. Koppel het autostoeltje los, zoals voor-
de heen werd toegelicht, door op de druk-
rij- knop P te drukken.
2.2 INSTALLATIE ZONDER BASIS
Om het autostoeltje zonder basis te instal-
au- leren handelt u als volgt:
gt: 1. Plaats het stoeltje op de gekozen zitplaats
sis in de auto (Fig. 15) tegen de rijrichting in.
an 2. Trek aan de veiligheidsgordel van de auto
ek- en haak hem aan zijn gesp vast. Laat het
de horizontale gedeelte van de gordel (buik-
gordel) door de twee speciale blauwe
tie geleidingen (K) van het autostoeltje lopen
in (Fig. 15).
en 3. Pak het diagonale gedeelte van de auto-
t. gordel vast en laat hem door de speciale
uto blauwe geleiding (O) aan de achterkant
het van de rugleuning van het autostoeltje lo-
oor pen (Fig. 16). LET OP! De diagonale gordel
en moet tijdens het vervoer ALTIJD in deze
lijk geleiding blijven zitten.
4. Span de gordel zo veel mogelijk aan zon-
ng der te veel band over te laten en verzeker
het u ervan dat hij niet verdraaid zit.
ng) 5. Draai de greep op stand A (Fig. 17).
Om het autostoeltje los te koppelen:
de 1. Maak de autogordel los door op de gesp
wel te drukken.
2. Zet de handgreep weer op stand B (ver-
ticaal).
3. Haal de gordel uit de diagonale en hori-
zontale geleidingen.
3. VERDERE HANDELINGEN
3.1 HET KIND IN HET AUTOSTOELTJE
ZETTEN EN DE POSITIE VAN DE GOR-
DELS AFSTELLEN
Handel als volgt om de gordels te verplaatsen:
1. Houd de verstelknop (Fig. 2 – I) ingedrukt
en trek aan de gordels van het autostoeltje
om ze losser te maken (Fig. 18).
2. Open de gesp door op de rode knop te
drukken (Fig. 19A) en haal de gordels uit
elkaar (Fig. 19B).
3. Zet het kind in het autostoeltje. LET OP!
De gordels moeten altijd aan de groei
van het kind worden aangepast. Voordat
u het autostoeltje in de auto installeert,
moet u ze op de juiste hoogte plaatsen.
Voor een goede afstelling moeten de
gordels ter hoogte van de schouders van
het kind uit de rugleuning komen (Fig.
20). De hoofdsteun en de gordels worden
tegelijkertijd in de hoogte afgesteld in 6
standen met de drukknop Q (Fig. 4-A)
naarmate het kind groeit.
4. Leg de twee lipjes van de gesp op elkaar
en steek ze vervolgens in de gesp tot
u een klik hoort (Fig. 21). LET OP! Steek
de lipjes nooit één voor één in de gesp,
noch slechts één van beide. Druk op de
knop Q om de afstelling van de gordels
uit te voeren.
5. Span de veiligheidsgordels van het
autostoeltje aan door aan de speciale
verstelband te trekken (Fig. 22). LET OP!
Het verkleinkussen garandeert dat het
kind vanaf de geboorte tot 6 kg goed
ondersteund wordt en dat de nek en rug
de ideale houding hebben.
3.2 GEBRUIK ALS LIGSTOELTJE
Als het stoeltje niet in de auto wordt ge-
bruikt, kan het ook worden gebruikt als
ligstoeltje.
Zet het alleen op een stevige en horizontale
ondergrond.
LET OP! Voordat u het stoeltje vervoert,
zet u de handgreep altijd weer op stand
49