A�C�® Advanced Drape Aanbrengen - Acelity V.A.C.ULTA Safety Information And Application Instructions

V.A.C.® ADVANCED DRAPE AANBRENGEN
LET OP: Controleer de huidconditie van de patiënt zorgvuldig (raadpleeg Voorzorgsmaatregelen,
sectie over Bescherming van de huid rondom de wond).
Afb. 8
1 Knip de V�A�C�® Advanced Drape zo af dat deze het foamwondverband en een extra rand van
3-5 cm van intact weefsel rondom de wond bedekt (Afbeelding 8)� De V�A�C�® Advanced Drape
kan in meerdere stukken worden geknipt om deze gemakkelijker te kunnen plaatsen� De resterende
V�A�C�® Advanced Drape kan zo nodig worden bewaard om moeilijke gebieden af te dichten�
2 Verwijder laag 1 voorzichtig zodat het klevende gedeelte bloot komt te liggen (Afbeelding 9)�
De V�A�C�® Advanced Drape moet worden vastgehouden aan de liniaal/handgrepen�
3 Plaats het kleefgedeelte met de kleefzijde omlaag over het foamwondverband en breng de V�A�C�®
Advanced Drape aan, zodat zowel het foamwondverband als de intacte huid worden bedekt�
Zorg dat de V�A�C�® Advanced Drape minimaal een rand van 3-5 cm van intact weefsel rondom de
wond bedekt�
4 Verwijder laag 2 en wrijf de V�A�C�® Advanced Drape aan, zodat er een occlusieve afdichting ontstaat
(Afbeelding 10)�
OPMERKING: Goede afdichting van de wond met de V.A.C.® Advanced Drape is essentieel om te
garanderen dat de therapie op de wond wordt toegepast. Gebruik van V.A.C. VeraFlo™ Therapy bij wonden
waarbij grote hoeveelheden instillatievloeistof naar de wond gaan, of bij wonden op anatomische locaties
die moeilijk kunnen worden afgedicht, vereist extra voorzorgsmaatregelen om te garanderen dat het
wondverband goed wordt afgedicht tijdens de therapie. Houd rekening met het verplaatsen van de patiënt
tijdens de instillatiecyclus; breng een extra laag folie aan in weefselplooien of gebieden waar mogelijk
lekkages kunnen optreden en ondersteun het wondgebied met oppervlakcontact of een kussen om het
opzwellen van folie te voorkomen als de wond zich in een afhankelijke positie bevindt.
Laag 1
Afb. 9
80
Afb. 10
Laag 2