Enerpac Pro Series Instruction Sheet page 80

Electric torque wrench pumps
Hide thumbs Also See for Pro Series:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
6.6 F Oliepeilfout
"OIL LEVEL FAULT"
SCHERM:
Opmerking: Het LCD-scherm geeft
deze fout alleen weer als de pomp is
uitgerust met de optionele oliepeil/
temperatuurschakelaar
beschikbaar op de 10, 20 en 40 liter
reservoirs).
De oliepeilfout treedt op
(Zie scherm 23)
wanneer het oliepeil daalt tot minder dan
34 mm [1.3"] boven de bodem van het
reservoir.
6.7 LCD Laagspanningswaarschuwing
and
"LOW VOLT"
SCHERM:
EEN "Low Voltage" conditie
(Zie scherm 24)
wordt gedefi nieerd als een werkingsconditie
waarbij de wisselstroomlijn zich op of onder
de 80% van de nominale spanning bevindt.
Tijdens de werking van de pomp onder deze
voorwaarde, knippert "Low Voltage" op
het LCD-scherm en de laagspanningsuren
worden geteld en opgeslagen door de
microcontroller.
De microcontroller laat de pomp toe te blijven werken op verlaagde
spanning, op voorwaarde dat er geen storingen optreden (zie sectie
6.6). De laagspanningswaarschuwing wist automatisch eenmaal de
laagspanningsconditie verdwijnt.
BELANGRIJK: Werking van de pomp tijdens een laagspanningsconditie
wordt niet aanbevolen. Motor RPM en hydraulische stroom worden
verminderd. Te hoog stroomverbruik kan de interne stroomonderbreker van
de pomp doen uitschakelen, wat resulteert in een motoroverbelastingsfout
(zie sectie 6.6 D.
7.0 ONDERHOUD
Inspecteer alle systeemonderdelen regelmatig op lekken of schade.
Repareer of vervang beschadigde onderdelen. Elektrische componenten,
zoals het netsnoer, mogen alleen worden gerepareerd of vervangen door
een erkend elektricien, volgens alle geldende lokale en nationale normen.
WAARSCHUWING: Schakel de netspanning op de pomp uit
voor het onderhoud of reparaties uit te voeren.
7.1 Oliepeil controleren
Vóór de pomp te starten, controleer het oliepeil. Als het oliepeil laag is,
verwijder de SAE#10 dop uit de afdekplaat en voeg olie toe naargelang
dat nodig is (zie fi guren 3 en 4). Zorg er altijd voor dat de momentsleutel
zich volledig in achterwaartse stand bevindt vooraleer olie aan het
reservoir toe te voegen.
7.2 Olie verversen en reservoir reinigen
Enerpac HF-olie heeft een helderblauwe kleur. Controleer de conditie
van de olie regelmatig op verontreiniging door de olie van de pomp te
vergelijken met verse Enerpac-olie. Over het algemeen moet het reservoir
om de 250 uur volledig worden afgetapt en gereinigd, of vaker wanneer in
vuile omgevingen wordt gewerkt.
Opmerking: Deze procedure vereist dat u de pomp uit het reservoir
verwijdert. Werk op een schone bank en voer de gebruikte olie volgens
alle gangbare wetten en regelingen af.
Scherm 23
OIL LEVEL
(alleen
FAULT
"Low Voltage"
Scherm 24
LOW VOLT
LOW
VOLTAGE
1. Verwijder de aftapplug en laat alle olie uit het reservoir vloeien. De
aftapplug schoonmaken en opnieuw installeren.
2. Schroef de 13 bouten los die de dekplaat op het reservoir vastmaken, en
til de pompeenheid uit het reservoir. Zorg ervoor dat u het fi lterscherm
niet beschadigt.
3. Maak het reservoir en de reservoirmagneet (indien aanwezig) grondig
schoon met een geschikt reinigingsmiddel.
4. Verwijder het uitneembare fi lterscherm om het te reinigen (niet aan het
scherm of de onderkant van de inlaat trekken om mogelijke schade
te voorkomen). Maak het scherm met een oplosmiddel en een zachte
borstel schoon Zet hem weer terug.
5. Monteer de pomp en het reservoir opnieuw, en installeer een nieuwe
pakkingring in het reservoir.
6. Vul het reservoir met verse hydraulische olie van Enerpac. Het reservoir is
vol zodra het oliepeil zich op het niveau bevindt zoals getoond in fi guur 4.
7.3 Koolborstels vervangen (ZU4-modellen alleen)
Om motorschade te voorkomen zijn de ZU4-koolborstels voorzien van
een automatische motorstop als een van de koolborstels tot minder dan 6
mm [0,25"] afslijt. Inspecteer beide koolborstels.
1.
Schakel de netspanning op de pomp uit.
GEVAAR: Om mogelijke elektrocutie te voorkomen en voordat
onderhoud aan de borstels wordt uitgevoerd, moet de pomp
volledig van de netspanning ontkoppeld zijn.
2.
Verwijder beide borstelkappen (A) door het afbuigen van de
borstelkapvergrendeling (B), en deze voorzichtig naar buiten te
wrikken. Zie fi guur 8.
3.
Verwijder de motorborstels door de zwarte dop naar links te draaien.
4.
Vervang beide borstels en voer de her-montage in omgekeerde
volgorde uit.
B
Figuur 8, Borstelkap verwijderen
A. Borstelkap
8.0 INSTALLATIE VAN ACCESSOIRES
• Voor warmtewisselaar ZU4 (optionele uitrusting) installatie-instructies,
raadpleeg het Enerpac instructieblad L2752.
• Voor warmtewisselaar ZE4 en ZE5 (optionele uitrusting) installatie-
instructies, raadpleeg het Enerpac instructieblad L2656.
• Voor oliefi lter ZE4 en ZE5 (optionele uitrusting) installatie-instructies,
raadpleeg het Enerpac instructieblad L2628.
• Voor drukopnemer vervanginstructies, raadpleeg het Enerpac
instructieblad L2627.
• Voor afstandsbediening vervanginstructies, raadpleeg het Enerpac
instructieblad L2625.
80
A
B. Borstelkap vergrendeling

Hide quick links:

Advertisement

Chapters

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Zu4Zu4-eZe4Ze5Ze4-qZe4-e ... Show all

Table of Contents