Enerpac Pro Series Instruction Sheet page 74

4.4 Elektrische aansluitingen
WAARSCHUWING: De pomp werd in de fabriek
uitgerust met de gewone elektrische plug voor een
bepaalde spanning. Het plugtype mag alleen worden
gewijzigd door een bevoegd elektricien, met in achtneming van
alle gangbare plaatselijke en nationale reglementeringen.
Opmerking: Voor 3-fasige ZE4 en ZE5 pompen wordt geen
stroomplug geleverd.
1. De loskoppeling- en lijncircuitbescherming moet door de
klant worden voorzien. De lijncircuitbescherming moet
115% van de motor bij volle belasting bedragen aan de
maximale druk van toepassing.
2. Voor meer informatie, raadpleeg het pompvermogen op het
naamplaatje van de pomp en/of de motornaamplaat.
4.5 Hydraulische slangaansluitingen
Sluit de slangen aan zoals beschreven voor uw pomptype (-E) of
(-Q). Raadpleeg fi guur 5.
1. (-E)-pomptype voor gebruik met Enerpac SQD en HXD-
momentsleutels: Zorg ervoor dat slangen worden gebruikt
met de markering "ENERPAC THC-700 SERIES - 800
bar/11,600 psi max". De koppelingen op deze slangen zijn
op de fabriek "gepolariseerd" om de juiste sleutelwerking te
verzekeren.
De (-E) pomp vrouwelijke koppelingen zijn zelfborgend. Druk
de gepaarde koppelingen samen totdat de sluitring van de
koppeling naar voren klikt. Om te ontkoppelen draait u de
sluitring van de koppeling naar rechts en duwt u hem van de
aansluiting weg.
2. (-Q)-pomptype voor Enerpac S- en W-momentsleutels en
andere merken: Gebruik slangen met de markering "Enerpac
THQ-700 series-700 bar/10,000 psi max.". Voor de juiste
sleutelwerking moeten de koppelingen gepolariseerd zijn,
zoals afgebeeld in fi guur 5. Zorg er vóór gebruik voor dat
de koppelingen volledig aangesloten en vastgedraaid zijn.
Gedeeltelijke aansluiting van de koppelingen verhindert een
juiste sleutelwerking.
WAARSCHUWING: Bij gebruik van (-Q) pompen met
verdeelstukken met meerdere sleutels en voordat de
pomp wordt gestart, moet u ervoor zorgen dat de
beschermkappen volledig op de ongebruikte koppelingen zijn
aangebracht.
Opmerking: Wanneer de sleutel de eerste keer op de pomp wordt
aangesloten zal er lucht in het hydraulische circuit opgesloten
zitten. Verwijder de lucht door de sleutel en rechtgetrokken
slangen onder de pomp te legg en, en de sleutel zonder belasting
te laten werken totdat hij draait zonder hapering.
Achteruit
(-E)
Pompen
Vooruit
Achteruit
(-Q)
Pompen
Vooruit
Pompklep
B
A
B
A
Figuur 5, Slangdetails
5.0 WERKING
1. Zorg ervoor dat de ontluchtingsdop en verloopstuk zijn
geïnstalleerd. Zie sectie 4.2.
2. Controleer het oliepeil van de pomp, en voeg indien nodig
olie toe. Zie sectie 4.3.
3. Sluit het apparaat op de netspanning aan. Wacht totdat
"READY" op de LCD wordt weergegeven, voordat er een
knop wordt ingedrukt op de behuizing of afstandsbediening.
Opmerking: N.B.: Tijdens de opstartsequentie identifi ceert de
microprocessor elke knopwerking als een mogelijk defect, en
verhindert dat de motor start. Opnieuw instellen door de stroom
20 seconden lang uit te schakelen.
4. Stel de druk van de ontlastklep in. Zie sectie 5.2.
5. Met behulp van het LCD-bedieningspaneel, stel de gewenste
maximale vooruitdruk of het moment in. Raadpleeg secties
6.1 tot 6.5 van dit document voor de gebruiksaanwijzing van
het LCD-bedieningspaneel.
WAARSCHUWING: Als de motor wordt gestart, wordt
de momentsleutel
Verifi eer voordat de motor wordt gestart dat de
momentsleutel zodanig geplaatst is, dat letsel of schade aan
aparatuur wordt vermeden.
6. Start de motor en trek de sleutel in door op de Aan-/Uit-knop
op de afstandsbediening te drukken. De LCD toont de druk
in het achteruitcircuit (B-poort-bypass): ongeveer 173 – 193
bar [2,500-2,800 psi ].
7. Laat de momentsleutel vooruit gaan door op de vooruit-
pijlknop van de afstandsbediening te drukken en deze
ingedrukt te houden.
8. Schakel de motor uit door te drukken op de aan/uit knop
van de afstandsbediening of de aan/uit (motor) knop van de
behuizing. Indien gedurende een opeenvolgende periode van
20 seconden geen afstandsbediening - of behuizingsknoppen
worden ingedrukt, schakelt de ingebouwde timer van de
pomp de motor automatisch uit.
Opmerking: Nadat de motor uitgeschakeld is en niet langer
draait, schakelen de kleppen automatisch om het hele
hydraulische circuit drukloos te maken in zowel de A als
B-poorten.
Opmerking: Pompen uitgerust met warmtewisselaars: Waar
mogelijk, laat de timer de pomp automatisch uitschakelen. De
20 seconden vertraging is een extra tijdschakeling om de olie
door de warmtewisselaar te laten doorstromen voor een betere
oliekoeling.
ENERPAC THC-700 SERIES - 800 BAR/11,600 PSI MAX.
ENERPAC THC-700 SERIES - 800 BAR/11,600 PSI MAX.
ENERPAC THQ-700 SERIES - 700 BAR/10,000 PSI MAX.
ENERPAC THQ-700 SERIES - 700 BAR/10,000 PSI MAX.
74
automatisch teruggetrokken.
Momentsleutel