Schoonspuiten Met Reinigingsvloeistoffen; Onderhoud; Oliepeil; Olie Verversen - Nilfisk-Advance N/G-6900A/C Operating Manual

Table of Contents

Advertisement

Schoonspuiten met reinigings-
vloeistof
Gebruik alléén reinigingsvloeistoffen die
speciaal voor gebruik met hogedrukreini-
gers vervaardigd zijn. Deze vloeistoffen
zijn voordelig in het gebruik en ontzien
het te reinigen voorwerp en de hogedruk-
reiniger.
1.
Breng de slang van de toevoer met
het reinigingsvloeistoffilter (3.1) aan

Oliepeil

Controleer regelmatig het oliepeil op het
oliepeilglas. Het oliepeil dient op de
"max"-streep te staan. Het oliepeil kan
alleen gecontroleerd worden als de
reiniger buiten bedrijf is (Raadpleeg de
technische gegevens voor olietypen)
Gelekte olie/water wordt opgevangen in
het lekoliereservoir (2.37). Het
lekoliereservoir kan naar behoefte
geleegd worden door het deksel (2.36) er
af te schroeven.

Olie verversen

De olie in de pomp moet na maximaal
300 bedrijfsuren of minstens een keer per
jaar ververst worden. Wordt er water in de
pompolie gekonstateerd, dan moet de
verontreinigde olie worden ververst (soort
olie: zie technische gegevens).
.

Waterfilter

Maak het waterfilter naar behoefte
schoon. Demonteer eerst de watertoe-
voerslang en daarna het waterfilter.
Maak het waterfilter van de boileringang
schoon wanneer nodig.

Brandstoffilter

Wanneer er water in het brandstoffilter
(2.13) wordt geconstateerd, moet de
brandstoffilter en de brandstoftank (2.11)
geleegd en schoongemaakt worden. De
brandstoftank kan geleegd worden via de
bodemplug.

Turbo Laser

Maak het filter van de Turbo Laserlans
(2.7) geregeld schoon. Het filter is in de
aansluiting van het drukregelhandvat
gemonteerd en vangt kleine deeltjes kalk
en zand op, zodat deze niet in de Turbo
Laser kunnen doordringen waardoor over-
matige slijtage, lekkage of - in het ergste
geval - bedrijfsstoringen voorkomen wor-
den.
Het kan noodzakelijk zijn het filter te ver-
nieuwen. Steek een schroevendraaier
o.i.d. door het filter, waarna dit er uitge-
trokken kan worden. Monter een 0-ring op
het nieuwe filter en druk deze in de aan-
sluiting van de Turbo Laserlans. Let erop
dat het filter met het grootste aansluitings-
oppervlak in de richting van de Turbo
Laserkop wordt gemonteerd.
Bij controle of vernieuwing van onderde-
len in de Turbo Laser, moeten de metalen
delen bespoten worden met "Pronto
Universal", "Servisol", "Caramba" of een
in het reservoir met reinigingsvloei-
stof. Controleer of het filter in de rei-
nigingsvloeistof is ondergedom-
peld.
2.
De gewenste hoeveelheid reini-
gingsvloeistof kan geregeld worden
met de reinigingsvloeistofinjektor
(2.17).
Na gebruik van reinigingsvloeistof dient u

ONDERHOUD

gelijkwaardig produkt met de volgende
eigenschappen:
a.
Vochtverdringend
b.
Roestbeschermend
c.
Smerend en reinigend
Wij bevelen dezelfde behandeling aan bij
langdurige perioden van stilstand.

Beveiliging tegen vorst

U kunt de hogedrukreiniger het best
tegen vorst beschermen door de machine
in een vorstvrije ruimte te bewaren. Is dit
niet mogelijk dan kan de hogedrukreiniger
op de volgende manier tegen vorst bevei-
ligd worden.
1.
Demonteer de carrosserie en sluit
de watertoevoer af.
2.
Start de machine, activeer het pis-
tool en laat de machine het water-
reservoir legen.
3.
Giet 2 liter antivries in het waterre-
servoir (2.7).
4.
Start de machine door de
start/stopknop op "1" te zetten,
activeer het pistool en laat de
machine draaien met open drukre-
gelhandvat, tot er antivries uit de
sproeiers (2.1) en (2.2) komt. Laat
de trekker een paar keer los, zodat
de antivries ook in het circulatiesys-
teem doordringt.
Indien uw machine uitgerust is met
een stoommogelijkheid, zet deze
stoommogelijkheid ann en herhaal
de procedure om het stoomsys-
teem te beschermen.
De antivries kan opgevangen en opnieuw
gebruikt worden.
Ontkalken
Het wordt aanbevolen om de machine
geregeld te ontkalken. Het ontkalken is
eveneens vereist bij drukstijgingen van 5
.
bar of meer
1.
Breng het reinigingsvloeistoffilter
aan in een reservoir met ketelsteen-
zuur.
2.
Demonteer de lans tussen het pis-
tool (2.26).
de pomp door te spoelen, door hem te
laten draaien terwijl het filter in schoon
water ondergedompeld is.
NB! Als er geen reinigingsvloeistof
gebruikt wordt, dient het ventiel (217) op
"0" gezet te worden, om het inzuigen van
valse lucht via de pomp te voorkomen.
3.
Start de hogedrukreiniger
(start/stopknop op "1") en laat deze
± 1 minuut draaien.
4.
Laat de trekker op het pistool (2.26)
enige malen los zodat het circula-
tiesysteem ook ontkalkt wordt.
5.
Stop de reiniger en laat het ketel-
steenzuur 5 minuten inwerken.
6.
Start de reiniger opnieuw.
Als de druk hierna nog steeds hoger is
dan de bedrijfsdruk, dient het proces her-
haald te worden. Na het ontkalken moet
de installatie met schoon water worden
doorgespoeld om ketelsteenzuur en kalk-
resten te verwijderen. Laat ook hier de
trekker op het pistool enige malen los,
zodat het circulatiesysteem ook schoon-
gespoeld wordt. Denk eraan dat het reini-
gingsvloeistofsysteem ook doorgespoeld
wordt (dompel het filter in een emmer met
schoon water). Hierna is de reiniger weer
klaar voor gebruik.
WAARSCHUWING Ketelsteenzuur is een
bijtende stof!! Gebruik daarom passende
bescherming voor handen, gezicht enz.

Schoonmaken

Houd de hogedrukreiniger altijd schoon.
Hierdoor kunt u de levensduur en de
functie van de verschillende onderdelen
aanmerkelijk verlengen.
Demonteren/destructie
Alle vervangen onderdelen zoals brand-
stoffilters, waterfilters, zandfilters en Turbo
Laserfilters, alsmede verontreinigde olie,
brandstof, antivries en ketelsteenzuur die-
nen bij een lokale, goedgekeurde instan-
tie/instelling ingeleverd te worden om op
verantwoorde wijze gestort/vernietigd te
worden.
Wanneer de hogerukreiniger niet langer
gebruikt moet worden, wordt hij geleegd
van reinigingsmiddel en eveneens pomp-
en startolie, die volgens bovenstaande
ingeleverd wordt. De hogedrukreiniger
wordt eveneens ingeleverd bij een plaat-
selijk goedgekeurd instelling voor
destructie.
Eventuele onderdelen die tijdens een ser-
vicebezoek vervangen zijn, kunnen aan
het servicepersoneel gegeven worden en
zullen door hen bij een bevoegde instel-
ling afgegeven worden.
55

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents