Onderhoud - Honda HF1211 Original Instruction

Hide thumbs Also See for HF1211:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1

6. ONDERHOUD

Haal het sleuteltje uit het contact en lees de des-
LET OP!
betreffende aanwijzingen voordat u reinigings-, onderhouds- of re-
paratiewerkzaamheden aan de machine verricht. T rek hierbij ge -
schikte kleding en werkhandschoenen aan.
Gooi afgewerkte olie en oude benzine of andere ver-
BELANGRIJK
vuilende stoffen nooit achteloos weg. Deze zijn namelijk schadelijk voor
het milieu!
TOEGANG TOT DE MECHANISCHE DELEN
Om de motor en de mechanische de-
len te bereiken moet u de motorkap (1)
openen.
Ga als volgt te werk:
– plaats de machine op een vlakke
bodem, zet het maaidek in de hoog-
ste stand en breng steunblokken
(2) met een dikte van 65-70 mm
aan onder de rand, om het maaidek
gedurende de volgende handelin-
gen te steunen;
Bij modellen met
mechanische aandrijving:
– zet de machine op de handrem;
Bij modellen met
hydrostatische aandrijving:
– zet de koppelingshendel op
stand INGESCHAKELD (zie
hoofdstuk 4, nr.23); omdat de
hendel van de snelheidsregel-
aar niet voldoende beweegbaar
is wanneer de machine op de
handrem staat;
– verwijder de opvangbak of de
steenbeschermkap;
– draai de knop van de hendel (3) los
en zet de hendel in de vrije stand
bij modellen met mecha-
«N» (
nische aandrijving) , of op «R»
bij modellen met hydrostatische
(
aandrijving);
– open het toegangsdeurtje (4) en
draai de bevestigingsmoer (5) los
met een sleutel van 13mm;
– plaats de hendel (6) zodat het maai-
dek op de steunblokken rust en
houd de hendel ietwat opzij om te
voorkomen dat hij in een inkeping
vast komt te zitten. Pak de stoel (7)
aan de onderkant vast en klap de
kap naar achteren.
Voor het sluiten:
– verzeker u ervan dat het kanaal (8) goed op de steun (9) zit en op de ge-
leider steunt zoals aangegeven door de pijl (12);
– zet de hendel (3) op stand «R» en laat de kap (1) zakken naar de hen-
dels (3) en (6);
– plaats eerst hendel (6) in zijn zitting, dan hendel (3) en laat dan kap zak-
ken tot de bevestigingsschroef (5) is gecentreerd.
Wanneer u de kap heeft neergelaten moet u zeker
LET OP!
stellen dat de monding van het kanaal (8) goed in de opening van
de achterste plaat (10) steekt en op de steun (11) rust.
De steun (9) mag nooit worden verwijderd of gewijzigd.
Het voorgaande is bijzonder belangrijk, omdat grasrestanten die in
aanraking komen met de motor zeer nadelige gevolgen voor de pres-
taties van de motor kunnen hebben.
En vervolgens:
– draai de bevestigingsmoer (5) vast;
– zet de hendel (6) vast op stand «7» van de inkepingen;
– verwijder de steunblokken (2) en monteer opnieuw de knop (3) van de
hendel en het deurtje (4).
MOTOR
Het onderhoudsschema en de daarmee verbonden afstellingen dienen om
de motor in een optimale werkingstoestand te houden. Volg voor de in-
spektie en het onderhoud het schema in het hieronder aangegeven over-
zicht.
Zet de motor uit voor u onderhoud van welke soort
LET OP!
dan ook gaat uitvoeren. Als de motor toch moet draaien, let er dan
op dat de ruimte goed geventileerd moet zijn. Uitlaatgas bevat het
giftige koolmonoxide gas; blootstelling hieraan kan leiden tot ver-
lies van bewustzijn of zelfs de dood.
Allen originele Honda-wisselstukken of gelijkwaardige
BELANGRIJK
onderdelen gebruiken. Bij het gebruik van wisselstukken, welke niet aan
de kwaliteitseisen voldoen, kan de motor beschadigd worden.
OLIE VERVERSEN
De olie bij nog warme motor aftappen,
om er zeker van te zijn, dat deze snel
en volledig uitlkoopt.
1. Olievuldop (1) en aftapstop verwij-
deren om de olie af te tappen (2).
Als u de dop er weer op doet moet
u controleren of de afdichting goed
op zijn plaats zit (2).
2. Vul bij met de aanbevolen olie (zie
pag. 32 ) en kontroleer het oliepeil.
INHOUD MOTOROLIE: 1,1 liters
Was uw handen met water en zeep nadat u met afgewerkte olie in aanra-
king bent ge ko men.
Ontdoet u zich alstublieft van de afgewerkte motorolie op
OPMERKING
een manier die in overeenstemming is met de milieuregelgeving. Brengt u het
bijvoorbeeld in afgesloten jerrycan naar een plaatselijke garage waar het
eventueel voor hergebruik ingeleverd kan worden. Gooi het niet weg met het
gewone afval en giet het niet in de grond of in een afvoerput.
13 NL

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents