Onderhoud - Honda HRD536 Owner's Manual

Pedestrian-controlled lawnmower
Hide thumbs Also See for HRD536:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
• Als uw terrein niet regelmatig is van vorm of veel hindernissen
bevat, verdeelt u het best in percelen waarbinnen u in de
aanbevolen richting kunt maaien:
[1]
Met grasopvang: draai
rechtsom om zo efficiënt
mogelijk te maaien.
[2]
Mulching (optioneel,
zie
Blz
14): draai linksom.
GRASVANGZAK
LEDIGEN
Wanneer de grasvanger vol raakt, is de grasopvang
niet meer optimaal (het geluid van de maaier
verandert en de grasvanger wordt niet meer
opgeblazen door de luchtwerveling van het draaiende maaimes).
1. Zet de motor af.
2. Demonteer de grasvangzak
(zie Blz
5).
3. Ledig de grasvangzak als volgt:
• Pak de grasvangzak bij handgreep
beet [3].
• Til de achterkant van de
grasvangzak op [4] en schud de zak
leeg.
4. Bevestig de grasvangzak
VOORZICHTIG:
• Composterend tuinafval ontwikkelt
namelijk warmte, waardoor er
brandgevaar kan ontstaan. Wanneer het langdurig in de
grasvangzak of in een schuur of garage wordt opgeslagen,
ontstaat er brandgevaar.
Kontroleer voor het gebruik van de machine of de afsluiting
van de zak goed is geblokkeerd (uitwerpkap).

ONDERHOUD

Regelmatig onderhoud verlengt de
levensduur van uw gazonmaaier.
Voordat
onderhouds-werkzaamheden
worden gepleegd, moet het
contact worden uitgezet, de
kap van de bougie [5].
VOORZICHTIG:
• Bij onderhoud of reparatie mogen alleen originele
Honda-onderdelen of producten van gelijkwaardige kwaliteit
worden gebruikt.
• De motor en de uitlaat worden tijdens het maaien heet. Houd
brandbare stoffen en materialen dus verre van de gazonmaaier.
Wacht met reparatie of onderhoud tot de machine volledig is
afgekoeld. Over het algemeen is een kwartier voldoende.
• Om een lange levensduur en een hoog rendement te garanderen, is het
onontbeerlijk om de onderzijde van de maaimachine schoon en zonder
grasresten te houden, door hem na gebruik met een staalborstel en een
krabber te reinigen. Wij bevelen ook aan om alle roestsporen te
verwijderen en daar een anti- roestmiddel op aan te brengen. Voor de
seizoensmatige opslag moet grondig worden schoongemaakt en
eenbescherming tegen roestvorming worden aangebracht.
• De regelmatige controles en afstellingen hebben allen tot doel om
de prestaties van de machine op topniveau te houden.
Regelmatig onderhoud is de garantie voor een lange levensduur.
De intervallen tussen de onderhoudsbeurten en de aard van de
beurten zelf staan aangegeven in de tabel op de volgende
[1]
[2]
VEILIGHEID
[4]
(zie Blz
5).
B3
C19
VEILIGHEID
[5]
ONDERHOUD LUCHTFILTER
Als het luchtfilter vuil is, zuigt de carburateur minder lucht aan en
loopt het motorvermogen terug. Kontroleer het filter dus regelmatig.
Gebruik nooit benzine of ontvlambare oplosmiddelen om
luchtfilters te reinigen: dit kan brand of een explosie veroorzaken.
1. Verwijder de vieugelmoeren
[6] en kap [7].
2. Demonteer de filterelementen
[8] en [9]. Kontroleer ze op
scheuren, gaten e.d. Vervang
ze eventueel.
3. Schuimrubber element [8]:
reinigen in warm zeepwater,
uitspoelen en volledig laten
C12
drogen. Het element kan ook
worden gereiningd in een niet
brandbaar oplosmiddel,
waarna het ook moet worden
gedroogd. Dompel het
element onder in schone
motorolie en knijp het uit om
de overtollige olie af te voeren.
Bij het starten zal de motor
rokenals er te veel olie in het
element is achtergebleven.
Reinigen
[3]
4. Papieren element [9]: wordt voorzichtig schoongeklopt. Reinigen
met perslucht mag ook (altijd van binnenuit blazen!). Gebruik
nooit een borstel, want dat werkt het vuil alleen maar in de vezels.
C1
OLIE VERVERSEN
D7
D8
Olie kan men het best (en snelst) verversen
terwijl de motor nog warm is.
VOORZICHTIG:
• Bij langdurig kontakt kan afgewerkte olie huidkanker veroorzaken. Tenzij u jarenlang
dagelijks met afgewerkte olie bezig bent, zult u weinig risico lopen. Het is niettemin
maar beter, na het olie verversen de handen grondig met water en zeep te reinigen.
1. Zet de gashendel in de stand
STOP en draai de benzinekraan
dicht. Dit voorkomt mogelijke
brandstoflekkage
2. Veeg de omgeving rond de
olievulhals schoon en verwijder
de olievuldop/peilstok [10].
3. Plaats een geschikte opvangbak
[11] naast de maaier om de
gebruikte olie op te vangen en
kantel de maaier vervolgens op
zijn rechterkant. De gebruikte
olie stroomt uit de vulhals.
Laat de olie helemaal uitstromen.
4. Vul de motor bij met olie van het
aanbevolen type
niet te veel olie bij.
Vulhoeveelheid motorolie: 0,65 ℓ
5. Controleer na het verversen
van de motorolie eerst het
oliepeil voordat u de motor
start. Plaats de maaier hiervoor
op een vlakke ondergrond. Als
het oliepeil te laag is, vul dan
olie bij tot aan het bovenste
merkteken [13] op de peilstok.
Blz
13.
6. Plaats de olievuldop/peilstok
terug en draai deze stevig vast.
[6]
[7]
[9]
[8]
Uitknijpen en drogen
In olie dompelen
Niet uitwringen.
(zie Blz
7).
[10]
(zie Blz
7). Vul
[12]
Uitknijpen
Niet uitwringen.
C19
D8
VEILIGHEID
[13]
[11]
[13]
9 NL

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents