JB Systems Matrix LED Operation Manual page 14

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 3
NEDERLANDS
OPHANGEN VAN HET APPARAAT
 Belangrijk: De installatie van het toestel mag uitsluitend door bekwaam onderhoudspersoneel
uitgevoerd worden. Onjuiste plaatsing kan ernstige letsels en/of schade aan eigendommen tot
gevolg hebben. Het ophangen vergt veel ervaring. U behoort de grenzen te respecteren aan de
werklast; erkende installeringmaterialen moeten worden gebruikt; de veiligheid van het
geïnstalleerde toestel moet regelmatig worden gecontroleerd.
 Overtuig U ervan dat het gebied onder installatieplaats vrij is van ongewenste personen tijdens het
plaatsen, het weghalen en het onderhoud.
 Installeer het toestel op een goed geventileerde plaats, ver van brandbare stoffen en/of vloeistoffen. Het
toestel moet worden bevestigd op minstens 50 cm van de omringende muren.
 Het toestel moet worden geïnstalleerd buiten het bereik van iedereen en weg van plaatsen waar men mag
lopen en zitten.
 Alvorens tot plaatsen over te gaan, moet men controleren dat de minimum puntbelasting van de
installatieplaats 10 keer het gewicht van het toestel bedraagt.
 Gebruik bij het installeren van het toestel altijd een gewaarmerkte veiligheidskabel die 12 keer het gewicht
van het toestel kan dragen. Deze bijkomende veiligheidsbevestiging moet zo worden aangebracht dat
geen deel van het toestel meer dan 20 cm vallen kan als de hoofdbeveiliging faalt.
 Het apparaat moet goed worden vastgezet; aan een vrij zwaaiende montage mag zelfs niet gedacht
worden.
 Bedek geen ventilatieopeningen, anders zou dit oververhitting tot gevolg kunnen hebben.
 De gebruiker moet er zich van verzekeren dat de installaties met betrekking tot de veiligheid en de
technische mechaniek door een expert zijn goedgekeurd alvorens ze voor de eerste keer te gebruiken. Elk
jaar moeten de installaties worden gekeurd door een vakman om te controleren of de veiligheid nog steeds
perfect is.
ELEKTRISCHE INSTALLATIE + ADRESSERING
Belangrijk: De elektrische installatie zou alleen uitgevoerd moeten worden door een bekwaam
persoon volgens de voorschriften voor elektrische en mechanische veiligheid in uw land.
Electrishe installatie van 1 standalone toestel:
 Verbind gewoon de stroomkabel met het net. Het toestel start onmiddellijk op in stand-alone mode.
Opmerking1: u kunt een CA-8 remote controller aansluiten indien u een betere controle over het toestel
wilt hebben. Zie "how to operate the unit".
Opmerking2: indien er niets gebeurt moet u controleren of het toestel wel degelijk in master mode staat,
(zie vorig hoofdstuk)
Electrische installatie van 2 of meer toestellen in master/slave:
 Verbind 2 tot maximum 16 toestellen met mekaar door middel van symmetrische microfoonkabels van
goede kwaliteit. Zet het eerste toestel in Master Mode, alle andere toestellen moeten in slave mode (SL1
of SL2) staan . Zie vorig hoofdstuk voor meer informatie.
 Controleer of alle toestellen op het stroomnet zijn aangesloten.
 Klaar!
Opmerking: u kunt een CA-8 remote controller op het 'Master' toestel aansluiten indien u een betere
controle over het toestel wenst te hebben.
Electrische installatie in DMX modus
 Het DMX-protocol is een breed gebruikt hogesnelheidssignaal om
moet uw DMX bediening en alle units met een gebalanceerde kabel van goede kwaliteit doorverbinden.
 Zowel de XLR-3pin als XLR-5pin connector worden gebruikt, echter de XLR-3pin is populairder want
deze kabels zijn compatible met gebalanceerde audio kabels.
Pin layout XLR-3pin: Pin1 = GND ~ Pin2 = Negatief signaal (-) ~ Pin3 = Positief signaal (+)
Pin layout XLR-5pin: Pin1 = GND ~ Pin2 = Negatief signaal (-) ~ Pin3 = Positief signaal (+) ~
Pins4+5 niet in gebruik.
 Om vreemd gedrag van de lichteffecten, veroorzaakt door storing, te voorkomen,
moet u een afsluitweerstand van 90Ω
tot 120Ω aan het eind van de keten
gebruiken. Gebruik nooit een Y-splitkabel, dit zal eenvoudig niet werken!
 Weet zeker dat alle units op het lichtnet zijn aangesloten.
JB SYSTEMS
23/57
®
HANDLEIDING
lichtuitrustingen te bedienen. U
MATRIX LED
NEDERLANDS
 Elk lichteffect in de keten heeft een eigen DMX startadres nodig zodat het weet welke commando's van
de bediening het moet ontcijferen. In de volgende sectie zal u leren hoe het DMX adres in te stellen.
 HOE HET CORRECTE STARTADRES INSTELLEN:
In het volgende hoofdstuk wordt beschreven hoe u het adres op dit toestel moet instellen (DMX-512 adres
instellen). Het startadres van elk toestel is zeer belangrijk. Het is echter onmogelijk u mede te delen welk
start adres u zou moeten gebruiken aangezien dit volledig afhangt van de controller die u gaat gebruiken...
Gelieve hiervoor de handleiding van uw DMX-controller te raadplegen.
Voorbeelden van instellingen voor de verschillende kanaalconfiguraties:
 1 kanaalsmodus: 001 (toestel1), 002 (toestel2), 003 (toestel3), ...
 4 kanaalsmodus: 001 (toestel1), 005 (toestel 2), 009 (toestel3), ...
 256 kanaalsmodus: 001 (toestel1), 257 (toestel2)
DMX-CONFIGURATIE VAN DE MATRIX LED:
1 KANAAL
256 KANALEN
JB SYSTEMS
24/57
®
HANDLEIDING
 intervals van 1 kanaal
 intervals van 4 kanalen
 intervals van 256 kanalen
4 KANALEN
MATRIX LED

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents