Advertisement
Available languages
Available languages
Waarschuwingen
5.
Installatie
5.1.
Keuze van de installatieplaats
•
Plaats de boiler op een vorstvrije plaats.
•
Plaats hem zo dicht mogelijk bij de belangrijkste afnamepunten.
•
Als de boiler buiten de woonruimte wordt geplaatst (kelder, garage), moeten de
leidingen worden geïsoleerd. De omgevingstemperatuur in de ruimte van de boiler
mag niet hoger zijn dan 40 °C.
•
Ga na of het dragende oppervlak sterk genoeg is om het gewicht van de met water
gevulde boiler te dragen.
•
Voorzie tegenover elk elektrisch element een ruimte van 500 mm voor het periodiek
onderhoud van het verwarmingselement.
•
Installeer een opvangbak onder de boiler wanneer hij in een verlaagd plafond, op
zolder of boven een woonruimte wordt geïnstalleerd. De opvangbak moet met de
riolering verbonden zijn.
5.2.
Minimale grootte van de ruimte
Het is ten strengste verboden de boiler te installeren in een ruimte die is afgesloten door
een geluidsisolerende (luchtdichte) deur, aangezien de boiler een natuurlijke ventilatie
van de omgevingslucht vereist.
Overeenkomstig de norm IEC 60335-2-40 (veiligheids- en milieuvoorschriften voor
warmtepompen), uitgebreid tot hoeveelheden koudemiddel van minder dan m1, moet
de boiler en alle koelverbindingen die de bewoonde ruimte doorkruisen, geïnstalleerd
worden in ruimten die voldoen aan de volgende gegevens.
Geval van een kamer zonder mechanische ventilatie:
•
Installatie in een ruimte waar geen andere elektrische apparaten of elektrische
schakelaars aanwezig zijn (toxiciteitsbeperkingen).
•
De oppervlakte van de kamer moet groter zijn dan 1 m2*.
NB: De bovenstaande oppervlakte is gegeven voor een plafondhoogte van 2,5 m. Als de hoogte van het plafond
verschillend is van 2,5 m en gelijk is aan de waarde H in meters, vermenigvuldig dan de bovenstaande waarde
met 2,5/H.
•
Installatie in een ruimte met ten minste één ander elektrisch apparaat of een
elektrische schakelaar (ontvlambaarheidsbeperkingen)
•
De oppervlakte van de ruimte moet groter zijn dan 6 m2*.
*In beide gevallen kan, indien de ruimte is voorzien van natuurlijke ventilatieopeningen/roosters die voldoen aan de
in de volgende alinea genoemde criteria inzake grootte en plaatsing, de oppervlakte van de aangrenzende ruimte
in aanmerking worden genomen bij de berekening van de minimumoppervlakte.
208
208
Installatie
Gebruik
Advertisement
Chapters
